De Russische actie in Oekraïne heeft een zware last gelegd op het verdrag dat het bezit van kernwapens moet beperken. Dat heeft Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, verklaard tijdens de Top over Nucleaire Veiligheid in Den Haag.
Volgens de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, heeft de Russische actie in Oekraïne een zware last gelegd op het verdrag dat het bezit van kernwapens moet beperken. Tijdens de nucleaire top in Den Haag verweet Ban Ki-moon Rusland dat het zich niet gehouden heeft aan de in 1994 overeengekomen garanties voor de soevereiniteit van Oekraïne.
“De veiligheidsgaranties van de kernmachten tegenover de niet-kernmachten” moeten gerespecteerd worden, aldus Ban. “In het geval van Oekraïne waren deze veiligheidsgaranties een cruciale voorwaarde voor de toetreding tot het non-profileratieverdrag.”
Rusland, Groot-Brittannië en de VS hadden zich er in 1994 bij de ondertekening van het “Boedapest-memorandum” toe verbonden de grenzen en de soevereiniteit van Oekraïne te garanderen. In ruil toonde Oekraïne zich ertoe bereid afstand te doen van de kernwapens die zich na de val van de Sovjet-Unie op zijn grondgebied bevonden. De geloofwaardigheid van de toen genomen engagementen is door de recente gebeurtenissen in Oekraïne ernstig aangetast, aldus Ban.
Noord-Korea en Iran
“De gevolgen voor de regionale veiligheid zijn zwaar”, klinkt het. “Maar dit mag niet als excuus voor het streven naar atoomwapens dienen”.
De VN-leider sprak daarnaast ook Iran en Noord-Korea aan op hun nucleaire activiteiten. De twee landen, die niet uitgenodigd zijn in Den Haag, houden er een omstreden kernprogramma op na. De top in Den Haag gaat eigenlijk niet over ontwapening en het tegengaan van de verspreiding van kernwapens van landen, maar over het voorkomen van nucleair terrorisme. (Belga/AVE)
