In de noordelijke Syrische metropool Aleppo is donderdagmorgen sinds 07.00 uur Belgische tijd een ‘humanitair’ bestand van elf uur van kracht. Na toestemming van Rusland is het verlengd tot zondag.
Rusland stemde eerst in met een staakt-het-vuren van drie dagen in Aleppo dat donderdag ingaat, zo heeft een hoge humanitaire adviseur van de Verenigde Naties, Jan Egeland, gezegd. De VN vroegen het bestand te verlengen met een dag en Rusland is op die vraag ingegaan, zo meldde donderdag Defensieminister Sergej Sjojgoe. Daardoor loopt het bestand zondag af.
Rusland en Damascus hebben het bestand maandag eenzijdig afgekondigd. Maar beide bondgenoten namen het bestand verrassend sinds dinsdagmorgen in acht. Volgens Moskou moet het bestand de rebellen en burgers de mogelijkheid geven om het door het regime gecontroleerde oostelijke deel van de stad te verlaten. Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het regeringsleger zich uit de corridors heeft teruggetrokken. De rebellen wijzen een aftocht dan weer af. Zij zeggen dat het aanbod op een capitulatie neerkomt. Voor burgers eisen zij corridors onder toezicht van de Verenigde Naties.
Voor het Syrische regeringsleger mag het bestand drie dagen duren. De Russische president ziet onder voorwaarden een verlenging van het bestand zitten. De voorwaarde is dat gewapende groepen in Aleppo eveneens bereid zijn tot een bestand.
Een journalist van het Franse persbureau AFP heeft donderdag kort na het ingaan van het bestand gevechten en artilleriegeschut in één van de corridors vastgesteld. Het Syrische persbureau Sana beschuldigt ’terreurgroepen’ verantwoordelijk te zijn voor dit geweld. Een woordvoerder van de rebellengroep Nur al-Din al-Senki vertelde het Duitse persbureau DPA dat scherpschutters van het regeringsleger het stadsdeel Bustan al-Kasr en Salaheddin hebben beschoten en dat de opstandelingen hebben teruggeschoten, terwijl Sana de schuld bij de ’terreurgroepen’ legt. Die zetten scherpschutters en granaten in.
Onduidelijkheid over doden: geen, of 220?
Volgens het Turkse staatspersbureau Anadolu heeft de Turkse luchtmacht woensdag een gebied in het noorden van Syrië gebombardeerd dat onder controle van de Koerdische YPG staat. De YPG is in Syrië de nauwste bondgenoot van het Westen in de strijd tegen terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) en controleert grote gebieden aan de Turkse grens. Waar Anadolu van 160 tot 220 gedode ’terrroristen’ gewaagt, zegt het doorgaans goed geïnformeerde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten dat er geen slachtoffers zijn. Koerdische strijders zelf spreken volgens het Britse ITV News van ‘niet meer dan tien doden’.
Turkije wil vermijden dat de Koerden in Syrië hun controle uitbreiden. De YPG heeft nauwe contacten met de in Turkije verboden Koerdische Arbeidspartij.
(Belga/SK)
