Voor de tweede keer in minder dan 24 uur heeft de Russische luchtmacht luchtaanvallen uitgevoerd in Syrië. Dat bevestigt de regering in Moskou.
De luchtaanvallen troffen afgelopen nacht stellingen van de Islamitische Staat (IS) in de provincies Idlib en Hama, meldt het ministerie van Defensie.
Er werden opnieuw beelden vrijgegeven.
BBC World maakt melding van bombardementen in gebieden die onder controle staan van het Veroveringsleger (Jaish al-Fatah), een alliantie van onder andere het Al-Nusra Front (de Syrische tak van Al-Qaeda, nvdr.), de radicale groepering Ahrar al-Sham en enkele gematigdere rebellengroeperingen die tegen Assad strijden.
Discussie
Vooral de Verenigde Staten maken zich zorgen dat de Russische luchtaanvallen niet alleen tegen de IS gericht zijn, maar ook tegen anti-Assadrebellen, waarvan sommige door de VS gesteund en opgeleid worden.
Rusland ontkent dat het bij de bombardementen andere doelwitten viseerde dan die van de IS. De geruchten dat het doelwit van de luchtaanvallen geen IS-stellingen betrof, zijn op niets gebaseerd’, aldus Sergej Lavrov in een communiqué, na een ontmoeting met zijn Amerikaanse ambtgenoot John Kerry in New York.
De Amerikaanse minister van Defensie Ashton Carter waarschuwde voorts dat het Russische initiatief ‘een slechte afloop’ zal kennen indien de acties enkel bedoeld zijn om het regime van Assad te verdedigen. (KVDA)
