Turken in tulpenland

Walter Pauli

Turkse ministers die in Nederland stemmen kwamen ronselen voor het Turkse referendum over de grondwetsherziening, hebben in volle Nederlandse verkiezingscampagne de woede van de Nederlandse regering gewekt. Vrijheid is een hoog goed, maar ook een raar ding.

DE KWESTIE die het voorbije weekend danig uit de hand is gelopen in Nederland, kan zich eigenlijk in elk land van de Europese Unie voordoen: Turkse politici, inbegrepen regeringsleden, komen stemmen ronselen om ‘ja’ te stemmen in het referendum dat de Turkse president Erdogan in eigen land organiseert. In heel Noord-West-Europa zijn er vergelijkbare Turkse gemeenschappen, en het regime in Ankara rekent op die stemmen. De 200.000 Belgische Turken vormen nog een bescheiden groep vergeleken met de 400.000 Nederlandse Turken, het half miljoen Franse Turken en de miljoenen Duitse Turken.

VEEL VAN die Europese Turken hebben behalve de Turkse ook de Belgische, Nederlandse of Duitse nationaliteit. Maar dat gomt hun afkomst dus niet zomaar weg. ‘Turken’ voelen zich Turk, ook als ze in België of Nederland geboren zijn. Dat bleek vorig jaar al bij de confrontaties in Beringen na de mislukte coup in Turkije, en nu weer bij de relletjes in Rotterdam. En dat dwingt zowel links als rechts in de spiegel te kijken.

LINKS, OMDAT bij die groep het geïdealiseerde idee leefde dat migratie automatisch tot een nieuwe, harmonieuze samenleving zou leiden en dat een hartelijke opvang het ideale middel was om allemaal samen ‘nieuwe Belg’ te worden. Niet dus.

RECHTS, OMDAT die groep zich sterk heeft gemaakt dat duidelijke afspraken – Nederlands spreken, werk hebben en zo weinig mogelijk de kans krijgen om zich in de publieke ruimte als ‘anders’ te tonen, dus weg die hoofddoek – de beste weg is om van nieuwkomers volwaardige en zo geassimileerd mogelijke Vlamingen te maken. Niet dus.

BIJ DIE VASTSTELLING neemt men snel uitspraken als ‘het failliet van de integratie‘ in de mond. Dat is niet het geval. Wel integendeel, als de manifestaties in Beringen en Rotterdam iets bewijzen, dan wel dat het uitstekend gesteld is met de integratie. Neem Rotterdam. Er zijn zelfs goede argumenten om aan te nemen dat de Nederlands-Turkse gemeenschap een van de best geïntegreerde in Europa is. Onderzoek wijst uit dat het moskeebezoek en het dragen van de hoofddoek er een stuk lager liggen bij ‘Turken’ van de tweede generatie. Het ondernemerschap stijgt sterk. En, opvallend toch, het ‘Turkse’ geboortecijfer (1,7 per duizend inwoners) ligt zelfs láger dan het Nederlandse (1,8).

ROTTERDAMSE TURKEN drukten hun woede om de houding van minister-president Mark Rutte uit in uitstekend Nederlands, vette lokale tongval inbegrepen. En ze bleven redelijk, want nadat Erdogan de Nederlandse regering had verweten ‘nazistisch’ en ‘fascistisch’ te zijn, distantieerden alle Turkse fracties zich van die uitspraken: de Koerden deden dat, de gülenisten, maar ook de Diyanet (de officiële Turkse moskeekoepel) en zelfs de aanhangers van Erdogan. Ook dat zit snor – grapje.

MAAR ZE LATEN zich dus niet zomaar assimileren. De Nederlandse en Belgische Turken kijken naar Turkse tv-stations, blijven supporteren voor Turkse voetbalploegen en verkiezen Turkse koffie boven ons slappe drankje. Tot voor kort apprecieerden wij dat als een sympathieke uiting van hun eigen identiteit. Nu komt datzelfde gedrag opeens bedreigend over. Kamervoorzitter Siegfried Bracke signaleerde zondag bezorgd op Twitter dat hij ‘in de Gentse Wondelgemstraat toeterende auto’s ziet rijden met Turkse vlaggen’. Echt? Bij elke interland tussen de Rode Duivels en Turkije vult de VRT de (kleine) helft van de opnamestudio met Turkse Belgen. Van hen wordt dan juist verwacht dat ze zich in de Turkse kleuren hullen, liefst met de Turkse vlag erbij. Dan is dat zeer gewenst gedrag. Net als de toeterende Turkse autokaravanen bij een Turkse trouw, of een gewonnen Europese wedstrijd van Galatasaray of Fenerbahce.

ER ZIJN evenwel ook onderwerpen die een verdere integratie van de Turken in de weg kunnen staan. Zo is er de redelijk collectieve onwil om de Armeense genocide te erkennen en hebben veel Turken het er moeilijk mee om de gelijkwaardigheid van homoseksuelen te aanvaarden. De groeiende invloed van Ankara op de Turkse gemeenschappen in West-Europa is al even zorgelijk: Turkije evolueert naar een sterk presidentieel regime, opposanten belanden in de gevangenis, de kritische pers wordt de mond gesnoerd en de ooit zo geroemde lekenstaat van Kemal Atatürk staat onder druk. Het is niet onlogisch dat de Europese democratieën zich weerbaar opstellen tegen het insijpelen van die ideeën. Zij het dat niet elke uiting van de nieuwe Nederlandse burgerzin even fijngevoelig was. ‘Wij zijn hier de baas’, kopte De Telegraaf.

OOK DE BESLISSING van de Nederlandse regering om het vliegtuig van een Turkse minister géén toestemming tot landen te geven, was eerder ongewoon. Is zo’n rechtstreeks bevel aan de verkeersleiding van Schiphol echt een zaak voor het Nederlandse kabinet? De reactie van de Nederlandse minister-president Rutte deed zelfs denken aan die van de Belgische premier Guy Verhofstadt in 2002, toen die voor de plenaire Kamer de arrestatie van Dyab Abou Jahjah aankondigde. Verhofstadt liet zich destijds opjagen door de tv-beelden van nachtelijke opstootjes in Borgerhout na de moord op de Marokkaanse Belg Mohammed Achrak. Sommige Nederlanders doen vandaag ook alsof het hele land in brand staat – en dat na een paar Rotterdamse relletjes: er waren glasscherven, een waterkanon kwam in actie, er werden arrestaties gemeld en een handvol agenten is arbeidsongeschikt. Zeker, geweld is niet snel goed te praten, maar bij Brusselse betogingen van boeren of métallo’s gaat het vaak ruiger toe. Straatprotest hoort bij onze democratische cultuur. Of dulden we alleen nog betogers in rode vakbondsjasjes, en niet in rode vesten met de Turkse halve maan?

WE LEREN er maar beter mee leven: een maatschappij met een half miljoen Turken zal in veel aspecten een tikje Turkser zijn dan een tulpenland zonder Turken. Dat was de echte confrontatie van het voorbije weekend: niet die tussen Turken en Nederlanders, maar die tussen het ideële en het werkelijke land.

ZO’N FACTCHECK is heilzaam, maar vaak ook pijnlijk. Het is niet altijd gemakkelijk om te erkennen dat een aantal landgenoten over sommige zaken heel anders denken dan wij zouden willen. Vandaar dat veel Europeanen die Turkse politici niet genegen zijn, omdat die hier niet-democratische ideeën komen promoten. Daarom verbood Duitsland dergelijke bijeenkomsten. Waarbij het opvalt dat de Duitse en de Nederlandse regering een Erdoganachtig gezagsargument als de ‘bedreiging van de openbare orde’ gebruiken, terwijl de Turken de vrijheid van meningsuiting en van vergadering claimen en daarmee de waarden van de Franse Revolutie verdedigen. Het is een complexe zaak aan het worden, de identificatie met het Europese Avondland.

WALTER PAULI is redacteur van Knack

Rotterdamse Turken drukten hun woede om de houding van minister-president Mark Rutte uit in uitstekend Nederlands, vette lokale tongval inbegrepen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content