James Hamill

‘Robert Mugabe is weg, maar de president, zijn partij en het leger blijven democratie blokkeren’

James Hamill Universiteit van Leicester

Drie belangrijke barrières weerhouden Zimbabwe in het tijdperk na Mugabe ervan te breken met corruptie en het disfunctionele politieke systeem: de regerende Zanu-PF, de president en het leger. Dat schrijft James Hamill, expert aan de Universiteit van Leicester.

De nieuwe Zimbabwaanse president Emmerson Mnangagwa, die aan de macht kwam nadat Robert Mugabe door het leger schaakmat werd gezet, heeft de voorzichtige hoop doen ontstaan dat Zimbabwe een meer democratische koers gaat varen. Hij sprak over de komst van een ‘nieuwe democratie’ in het land. Maar dat is ijdele hoop.

‘Robert Mugabe is weg, maar de president, zijn partij en het leger blijven democratie blokkeren’

Zowel de regerende partij Zanu-PF als de president en het leger zitten niet te wachten op echte verandering. Het faciliteren van een democratisch bewind en een echte strijd om de macht zou het risico van electoraal verlies inhouden. Dat brengt de netwerken van zelfverrijking in gevaar die in de afgelopen decennia zijn opgebouwd.

In plaats daarvan valt te verwachten dat de Zanu-PF, Mnangagwa en het leger in de komende maanden de democratie zullen blijven blokkeren, om zo de macht te houden.

De aard van de Zanu-PF

De Zanu-PF vormt een obstakel voor democratische vooruitgang in het land. Zimbabwe houdt sinds de onafhankelijkheid in 1980 de schijn op van een meerpartijendemocratie. Maar het is in feite een eenpartijdictatuur. De politiek speelt zich altijd volgens hetzelfde spel af: er moet gewonnen worden en opponenten moeten eerder verpletterd dan gefaciliteerd worden. Oppositiepartijen bestaan formeel, maar het wordt hen niet toegestaan verkiezingen te winnen. Als die kans zich wel lijkt voor te doen, zoals in 2002, 2008 en 2013, worden de verkiezingen zodanig beïnvloed dat de status quo in stand blijft.

De Zanu-PF is een flagrant voorbeeld van de cultuur van exceptionalisme die de partij karakteriseert: het geloof in absolute heerschappij, de weigering zichzelf te zien als gewone politieke partij, de vermenging van partij en staat, en het demoniseren van andere partijen als ‘vijanden van bevrijding’ die het kolonialisme of het blanke minderheidsbewind willen herstellen.

Door de manier waarop de Zanu-PF de staat bijna vier decennia gekoloniseerd heeft, is er een uitgebreid netwerk van beschermheerschap ontstaan dat heeft bijgedragen aan de plundering van de natuurlijke rijkdommen in het land. Democratische verandering en een schone regering zijn een dodelijke bedreiging voor deze netwerken en dergelijke privileges worden waarschijnlijk niet opgegeven zonder weerstand.

De nieuwe president

Emmerson Mnangagwa’s onheilspellende reputatie maakt het moeilijk te geloven dat hij staat voor een nieuwe start.

Mnangagwa was tot november 2017 onder Robert Mugabe de belangrijkste uitvoerder van diens beleid.

Hij was tot november 2017 onder Robert Mugabe de belangrijkste uitvoerder van diens beleid. Hij speelde onmiskenbaar een rol bij het instorten van de rechtsstaat en de implosie van de Zimbabwaanse economie. Hij speelde eveneens een centrale rol bij de grove mensenrechtenschendingen die het bewind van de Zanu-PF kenmerkten. Hiertoe behoren ook de moorden in Matabeleland in de jaren 1980. Voor dit verleden weigert hij enige verantwoordelijkheid te nemen.

Zijn meer verzoenende taal komt niet overeen met zijn daden. Als president benoemde hij vrienden, militaire hardliners en ‘oorlogsveteranen’ in de regering.

De benoemingen lijken de macht te consolideren van de momenteel dominante factie in de Zanu-PF: de oude garde van invloedrijke personen die achter de net zo schadelijke G40-factie van Grace Mugabe stonden en die op weinig democratische wijze steunden.

Mnangagwa, zo lijkt het, heeft eindeloos lang moeten wachten om deze toppositie te krijgen. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat hij zijn moeizaam veroverde plek zal overleveren aan een proces van democratisering.

Het leger

De rol die het Zimbabwaanse leger speelde bij het vertrek van president Robert Mugabe, laat zien dat het zichzelf een plaats heeft toebedeeld als politieke actor en toezichthouder op het hele politieke systeem.

Het leger is nooit neutraal geweest. Het was altijd al een zeer gepolitiseerde extensie van de regerende partij, in feite een partijmilitie. Zijn rol was het onderdrukken van opponenten van de regerende partij en het handhaven van de dominantie ervan. Het principe van een burgerregering werd gerespecteerd, ook al voldeed dit model van burgerlijk-militaire relaties aan geen enkele redelijke democratische standaard. Maar met de coup overschreed het leger een grens. Het besloot de uitkomst van de machtsstrijd binnen de partij te bepalen.

Op dezelfde manier waarop het leger gepolitiseerd is, is het politieke systeem zwaar gemilitariseerd. Dat is te zien in de benoeming van diverse militaire veteranen in het kabinet, en het feit dat Mnangagwa de favoriete presidentskandidaat van het leger was. In feite is dit het burgergezicht van een quasi-militair bewind in Zimbabwe.

In feite is Mnangagwa het burgergezicht van een quasi-militair bewind in Zimbabwe.

Het leger heeft een veto over het leiderschap van de regerende partij veiliggesteld, en over het bredere politieke proces. Het behoudt zich ook het recht voor om verkiezingsresultaten te verwerpen of actie te ondernemen om te voorkomen dat ze überhaupt leiden tot verwezenlijking.

Wie het door het leger afgedwongen vertrek van Mugabe als een belangrijke positieve ontwikkeling ziet, negeert het feit dat het hier niet gaat om het nationale belang, of dat het leger dat nationale belang gelijk stelt met zijn eigen belang en dat van de Zanu-PF.

Het is gevaarlijk naïef te verwachten dat een dergelijke kracht een oprechte democratische transitie zal faciliteren, als de reden van zijn bestaan het in stand houden van het eenpartijbewind (onder een leider naar eigen keuze) is, het uitschakelen van oppositie en het in stand houden van zijn eigen corrupte netwerken.

Verontrustende vooruitzichten

Werkelijke democratisering – in tegenstelling tot het slechts handhaven van procedurele vormen van een democratische regering – is niet wat de Zimbabwaanse regerende partij, zijn president en het leger willen.

Het is duidelijk dat hun taak in de komende maanden drievoudig is. Ze moeten steun veiligstellen voor een maatregel van liberalisering, politieke vijanden arresteren op beschuldiging van corruptie in plaats van corruptie zelf per se aan te pakken, en een rookgordijn optrekken van grotendeels lege democratische retoriek.

De hoop is dat dit genoeg is om hulp, investeringen en goedkeuring van externe donoren veilig te stellen, terwijl er praktisch niets verandert aan de daadwerkelijke machtsverhoudingen in het land.

Iedereen die toegewijd is aan democratie in Zimbabwe – in het land of daarbuiten – zou zich daartegen moeten verzetten. Hoe eerder, hoe beter.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk bij The Conversation en werd vertaald door IPS.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content