De president van Zambia Michael Sata is op 77-jarige leeftijd in Londen overleden. Dat heeft kabinetssecretaris Rowland Msiska bevestigd.
De Zambiaanse president Michael Sata (77) is dinsdagavond overleden in Londen, waar hij werd verzorgd voor een niet bekendgemaakte ziekte. Dat heeft, na berichten over zijn dood door verschillende Zambiaanse media, ook kabinetssecretaris Rowland Msiska woensdagvoormiddag bevestigd. Msiska riep op tot kalmte en zei dat informatie over de begrafenis later bekendgemaakt wordt. Wie Sata zal opvolgen, is nog niet duidelijk. De president leidde het land, ’s werelds tweede grootste producent van koper, sinds 2011.
‘Ik ben niet dood’
Het gerucht dat Sata ernstig ziek was, deed al langer de ronde. Sinds zijn terugkeer van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, afgelopen maand, was hij niet meer in het openbaar verschenen. Op die Algeme Vergadering had hij zijn geplande toespraak niet kunnen houden. “Ik ben niet dood”, had hij op 19 september nog gezegd tijdens een zeldzaam publiek optreden in het parlement. Een week geleden was hij afgereisd naar Londen om daar behandeld te worden.
Binnen 90 dagen verkiezingen
Waarnemend president en minister van Justitie Edgar Lungu leidde vorige week de vieringen van de 50ste verjaardag van Zambia’s onafhankelijkheid van Groot-Brittannië. In het regerende Patriotic Front is na de eerste berichten over Sata’s verslechterende gezondheidstoestand een opvolgingsstrijd losgebarsten. De president ontsloeg in augustus minister van Justitie Wynter Kabimba, een van de gedoodverfde favorieten. Vicepresident Guy Scott kan geen president worden omdat zijn ouders Schots waren – de grondwet schrijft voor dat de president het kind moet zijn van ouders die allebei in het land geboren zijn. Verwacht werd dat Scott waarnemend president zou blijven tot de verkiezingen, die binnen de 90 dagen georganiseerd moeten worden. Normaal gezien zouden pas in 2016 verkiezingen georganiseerd worden.
King Cobra
Sata noemde zichzelf een kampioen van de armen, en aarzelde niet om de macht van Chinese en westerse investeerders in Zambia aan te vallen, hoewel hij zijn uitspraken later afzwakte. Hij werd King Cobra genoemd voor zijn scherpe tong. Hij vermaande verschillende keren zijn ministers in het openbaar en noemde de toenmalige Amerikaanse president George W. Bush een “jonge man en kolonialist” toen hij te laat was voor een vergadering. Zijn critici beschuldigden hem ervan om de laatste tijd alsmaar autoritairder te worden en het oppositie en pers moeilijk te maken. (Belga/WB)
