Eeuwenlang hebben grootmachten om de Zwarte Zee gevochten. JONATHAN HOLSLAG maakt zich zorgen over de militaire opbouw van de Russen in Turkijes achtertuin.

Vorige week was ik op de thee bij een officier van het Turkse leger. ‘Jullie hebben er in Brussel geen enkel idee van waar wij voor staan in de regio’, prevelde hij. ‘Ten zuiden, in Irak en Syrië, is er anarchie, in het oosten hebben we de Iraniërs die gebaat zijn bij die anarchie en in het noorden zijn de Russen bezig met de meest formidabele militaire opbouw sinds de Koude Oorlog.’ Ik kon me nog net bedwingen om zijn onheilskompas verder aan te vullen met het zieltogende Europa in het westen. Ik was vooral geïntrigeerd door de Russische plannen in Turkijes achtertuin.

Want de Zwarte Zee kleurt de laatste tijd opvallend grijs. De voorbije jaren heeft Rusland zijn schrootvloot uit de Koude Oorlog gemoderniseerd en het aantal grootschalige oefeningen in de Zwarte Zee flink opgedreven. Sinds de interventie in Syrië varen marineschepen af en aan naar de Middellandse Zee. De komende jaren wordt de vloot in de Zwarte Zee gemoderniseerd met zes nagelnieuwe fregatten, zeven patrouillevaartuigen en zes moderne onderzeeboten. Wat evenveel zorgen baart, is wat de Russen op de Krim uitrichten.

Sinds de verovering is het schiereiland omgevormd in een versterkte vesting. Boven de heuvelachtige kust pieken vervaarlijke luchtdoelraketten, waaronder de S-400, die geldt als de grootste schrik van luchtmachtpiloten. Verschijnt zo’n raket op het radarscherm, dan is het te laat. Vijandige oorlogsschepen worden op een afstand gehouden door de even geduchte Bastion-batterij, razendsnelle raketten met een bereik van 400 kilometer. Pas nu wordt het strategische belang van de Krim echt duidelijk. Vanaf het schiereiland wil Moskou van de Zwarte Zee een Russisch meer maken, een meer dat op zijn beurt een uitvalsbasis is naar de Middellandse Zee.

En dan wordt het bijzonder gevoelig. De toegang tot de Middellandse Zee is geregeld in acht pagina’s tekst uit 1936: de Conventie van Montreux. Ze geeft de Russische marine het recht om onder een aantal voorwaarden door de Turkse zeestraten naar de Middellandse Zee te varen. Bij de Turken hoor je evenwel dat de Russen steeds meer de limieten van dat verdrag aan het opzoeken zijn. Zo zouden ze onvoldoende informatie over de passerende oorlogsschepen bezorgen. Veel technische details zijn onduidelijk of niet meer actueel. Toen vorig jaar een Russische matroos ter hoogte van de Bosporus nogal provocerend met een raketlanceerder op zijn schouder aan dek stond, konden de Turken niets doen omdat dergelijke wapens in 1936 gewoonweg niet bestonden en dus ook niet werden gereglementeerd.

Dezelfde Conventie van Montreux stelt dat Turkije niet langer verplicht is om doorgang te verlenen als het zich bedreigd voelt. Maar over de precieze betekenis van dat ‘zich bedreigd voelen’ bestaat veel onduidelijkheid. Het verdrag gebiedt de Turken ook om schepen van andere mogendheden slechts toe te laten tot in totaal 30.000 ton. Dat betekent bijvoorbeeld dat de Amerikanen slechts drie destroyers kunnen ontplooien. Russische juristen voerden ook al aan dat de hele NAVO als één ‘andere mogendheid’ moet worden beschouwd, wat de armslag van het Westen in de Zwarte Zee nog eens beperkt.

En zo dreigt een akkoord dat bedoeld was om de spanningen te beperken zo veel onduidelijkheid te scheppen dat de spanningen erdoor oplopen. Moskou heeft Ankara al gewaarschuwd dat het akkoord nauwgezet moet worden nageleefd. Ankara van zijn kant is inschikkelijk gebleven, maar de spanning loopt op. Zelfs na het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig vorig jaar, blijven de Russen bombardementen uitvoeren bij de Syrisch-Turkse grens. In Armenië, eveneens op de grens met Turkije, wordt de Russische militaire aanwezigheid steeds groter. Ze nemen er nu ook de luchtverdediging voor hun rekening. Iets verder is ook de Kaspische Zee verworden tot een lanceerpunt van Russische langeafstandsraketten tegen rebellen in Syrië.

‘Tot nu toe heeft mijn regering er alles aan gedaan om escalatie te voorkomen en bleven de meeste provocaties onbeantwoord’, gaat de Turkse militair verder. ‘We weten hoe gevoelig dit allemaal ligt. Eeuwenlang hebben de grootmachten om de Zwarte Zee gevochten. Dit is een plek met veel geschiedenis.’ Vrij vertaald: het is een wonder dat de historische brandhaard nog niet opnieuw is opgelaaid.

Jonathan Holslag (1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB. Recent verscheen zijn essay Vlaanderen 2055.

Moskou wil van de Zwarte Zee een Russisch meer maken, als uitvalsbasis naar de Middellandse Zee.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content