Groot-Brittannië heeft beslist een ‘openbaar onderzoek’ te openen naar de dood van de Russische ‘opposant’ Aleksandr Litvinenko. In die zaak, die dateert van 2006, werd, net als in de crash van de Maleisische Boeing 777, onmiddellijk met de beschuldigende vinger naar president Poetin gewezen.
Litvinenko, een medewerker van de Russische oligarch Boris Berezovski, werd vergiftigd met de radioactieve substantie polonium-210. In ballingschap in Londen was Litvinenko beginnen schrijven voor de Tsjetsjeense separatistische site Chechenpress.
Een jaar geleden weigerde de Britse regering nog een nieuw, ‘openbaar onderzoek’ te openen naar de omstandigheden van het overlijden van Litvinenko. Downing Street verwees toen naar het staatsgeheim: een omstandig onderzoek zou het immers nodig gemaakt hebben, geheime documenten te openbaren. Dat zou volgens toenmalig minister van Buitenlandse Zaken William Hague de ‘nationale veiligheid’ in gevaar brengen.
Litvinenko was een voormalig agent van de FSB (de Russische opvolger van de KGB), die de kant van de in Londen talrijk aanwezige ‘Kremlin-critici’ had gekozen. In november 2006 overleed hij aan vergiftiging met het radioactieve polonium-210. Dat gebeurde nadat hij in een Londens hotel thee had gedronken met de Russische geheim agent Andrej Loegovoj en de eveneens Russische zakenman Dmitri Kovtoen.
Meteen na zijn dood wees Londen met de beschuldigende vinger naar Moskou, wat de relatie tussen beide landen behoorlijk verzuurde. (Belga/TE)
