‘Ook vandaag blijft Europa nodig’

© Reuters

Op de jaarlijkse Dag van Europa wordt stilgestaan bij de Schumanverklaring van 1950, die de aanzet vormde voor het Europese project. ‘Ook vandaag blijft Europa nodig’, vindt professor Hendrik Vos (UGent).

Precies 63 jaar geleden lanceerde de Franse minister Robert Schuman met zijn pleidooi voor een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal het Europese project. De EGKS plaatste in 1951 de Duitse en Franse productie van kolen en staal onder gemeenschappelijk beheer. Naast Frankrijk en West-Duitsland hoorden ook Italië en de Benelux bij de stichtende leden.

In 1957 leidde het verdrag van Rome tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. Die was gericht op de verdere economische integratie van de leden, onder meer door de creatie van een gemeenschappelijke markt. Via de verdragen van Maastricht (1992), Amsterdam (1997), Nice (2001) en Lissabon (2009) – en een reeks uitbreidingsgolven – groeide het project uit tot de huidige unie van 27 lidstaten.

Grens voorlopig bereikt

Die uitbreidingen gingen niet altijd zonder slag of stoot. Zo kon de Britse toetreding pas doorgaan nadat Charles De Gaulle was afgetreden als Franse president, terwijl François Mitterand bezwaar aantekende tegen de voormalige dictaturen Spanje, Portugal en Griekenland. Noorwegen startte tot driemaal toe toetredingsonderhandelingen op, maar paste in 1992 definitief voor lidmaatschap.

Volgens Hendrik Vos, professor EU-studies aan de Universiteit Gent, heeft de Europese uitbreiding voorlopig haar grens bereikt. ‘Er zijn enkele landen waaraan nog beloftes gemaakt zijn (Kroatië wordt in juli 2013 lid), maar je merkt dat de boot voor het overige wordt afgehouden.’ Dat geldt bijvoorbeeld voor Oekraïne, dat de afgelopen jaren enkele proefballonnetjes opstak, maar voorlopig vooral gesteund wordt door Polen.

Crisismentaliteit heerst ‘Sommige uitbreidingen zijn allicht iets te snel gegaan’, erkent Vos. Het Britse Hogerhuis oordeelde recent dat Bulgarije en Roemenië in 2007 niet klaar waren voor toetreding en Griekenland kwam onder vuur te liggen omdat het in het verleden de economische situatie zou hebben verbloemd. ‘Er bestaat echter geen vast draaiboek voor toetreding’, gaat Vos verder. ‘Dat gaat soms gepaard met blutsen en builen.’

Ondanks de aanhoudende Eurocrisis en het historisch lage vertrouwen van de burger in Europa verwacht hij geen radicale koerswijzigingen. ‘In de nasleep van de crisis hoor je vaak dat Europa te laat handelt en te weinig doet, maar er is op korte tijd vrij veel gedaan – denk aan de noodfondsen. De wanhoop en vertwijfeling die je nu in veel landen ziet, is vooral gerelateerd aan de crisis.’

‘Opnieuw hoop bieden’

Vos nuanceert tenslotte de stelling dat Europa als politiek project gedoemd is te mislukken. ‘Europa is allicht meer gecontesteerd dan ooit, maar je mag niet vergeten dat landen nooit echt graag hun macht hebben afgestaan. Geleidelijk komt echter steeds het besef dat we met dezelfde uitdagingen worden geconfronteerd, die we niet alleen de baas kunnen.’

‘De verschillen zijn misschien groot, maar de uitdagingen – zaken als klimaatbeleid, misdaadbestrijding en migratie – zijn overal hetzelfde’, meent Vos. ‘Je kunt mensen er dus nog van overtuigen dat Europa nuttig, en zelfs nodig, is. Europa moet nu vooral inzetten op een project dat opnieuw hoop en perspectief kan bieden aan de jongere generaties.’ (JDW)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content