Onrust in Bosnië: ‘Dit is begin van een Bosnische lente’

Anti-regeringsdemonstranten in Bosnië-Herzegovina © Reuters
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

Al drie dagen lang komen boze Bosniërs op straat. Ze betogen tegen de aanhoudende werkloosheid en de corruptie onder politici.

In verschillende steden in Bosnië-Herzegovina komen al drie dagen lang mensen op straat. Ze betogen tegen de aanhoudende werkloosheid en de graaicultuur onder politici.

De protesten begonnen in Tuzla (de derde grootste stad van het land), maar verspreidde zich al gauw naar andere steden. De directe aanleiding is een conflict over het faillissement van vier staatsbedrijven. De ontslagen werknemers eisen hun achterstallige lonen.

In oktober zijn er verkiezingen, maar de oppositie eist nu al het ontslag van de regering. “Ze bestelen ons”, klikt het. “Dit is het begin van de Bosnische lente, we hebben niets te verliezen”, zei een betoger tegen het persagentschap Reuters.

40 procent is werkloos

De onlusten, zijn de zwaarste sinds het einde van de burgeroorlog in 1995. Dit keer vloeit de ontevredenheid niet voort uit een etnische tegenstelling, maar wordt de economische situatie en de onbekwaamheid van politici aangekaart. Ongeveer 40 procent van de Bosniërs zit zonder werk.

Bosnië-Herzegovina kent een complexe staatsstructuur. Na de vredesakkoorden van Dayton in 1995 werd het land bestuurlijk opgesplitst in drie entiteiten: Serviërs, Kroaten en Bosniakken. Maar de leiders weigeren nog steeds om constructief samen te werken. Voorlopig blijven de protesten beperkt tot de regio’s waarin Kroaten en Bosniakken (moslims) wonen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content