Een dispuut tussen China en Japan over een stel onbewoonde rotseilanden in de Oost-Chinese Zee kan zware economische gevolgen hebben voor beide landen.
De territoriale twist om de eilandengroep, Diaoyu in het Chinees en Senkaku in het Japans, is sinds vorige week opnieuw opgeflakkerd. In Peking demonstreerden duizenden Chinezen voor de Japanse ambassade. Ze wierpen plastic flessen en eieren over de omheining en riepen op tot een boycot van Japanse goederen. In Shanghai trokken betogers richting het Japanse consulaat. De politie blokkeerde daar de toegang naar het gebouw door met behulp van containers barricades op te trekken in de omliggende straten.
In andere Chinese steden werden Japanse restaurants aangevallen door manifestanten, die hier en daar hun woede bekoelden op wagens van een Japans merk. In Qingdao waren tien fabrieken die gelinkt zijn aan Japanse bedrijven het doelwit van brandstichting of vandalisme. In Xian vernielden demonstranten Japanse auto’s en winkels.
De Japanse ambassade in Peking plaatste op haar website waarschuwingen voor Japanners in China. Daarin wordt het landgenoten afgeraden om in het openbaar Japans te praten of alleen een taxi te gebruiken. Sushi-restaurants in de buurt van de Japanse ambassade in Peking proberen zich met Chinese vlaggen tegen overvallen te beschermen.
Lange geschiedenis
Het dispuut tussen China en Japan over de eilanden is een oud zeer. Sinds de nederlaag van China in de Chinees-Japanse oorlog van 1895 zijn de vijf eilanden van Japan. In 1932 verkocht Japan de eilanden verder aan privé-eigenaars. China beweert dan weer dat het sinds de Ming-periode (1368-1644) recht heeft op het territorium. En alsof dat nog niet genoeg problemen veroorzaakt, wil ook Taiwan de eilanden.
Onlangs flakkerde de ruzie opnieuw op door een plan van Shintaro Ishihara, de beruchte gouverneur van Tokio, om zonder medeweten of toestemming van de Japanse regering enkele eilanden te kopen. Ishihara is allesbehalve geliefd in China. Hij is een uitgesproken nationalist en uitte eerder al zijn twijfels over het bloedbad van Nanjing uit 1937, waarbij honderdduizenden Chinezen werden gedood door Japanse troepen. Om te verhinderen dat de eilanden onder de jurisdictie van Tokio zouden vallen, deed de Japanse overheid een eigen bod van zo’n 26 miljoen dollar op de eilanden.
Handelsoorlog
China stuurde ondertussen zes patrouilleboten naar de betwiste wateren en dreigt ook met sancties tegen Japan, met name met betrekking tot de productie, financiering, export naar China en import van “strategisch belangrijke materialen”. Een mogelijke handelsoorlog zou niet alleen voor Japan zware gevolgen kunnen hebben, ook China zou het slachtoffer zijn. Toch is China is vastbesloten de gevolgen te dragen. Voor Japan zouden die namelijk ernstiger zijn, klinkt het.
China en Japan zijn de grootste economieën van Azië. Ze onderhouden nauwe economische en handelsrelaties, maar de kwestie van de Senkaku-eilanden of Diaoyu-eilanden, die omgeven zijn door visrijke wateren waarin zich mogelijk ook gasvoorraden bevinden, vormen geregeld de aanzet tot spanningen. (TE)
