Bart Maddens (KU Leuven)

Onafhankelijkheidsstrijd in Catalonië: ‘Spanje begint steeds meer op België te lijken’

‘Het Catalaanse onweer is helemaal nog niet overgewaaid’, blikt politicoloog Bart Maddens vooruit naar juli volgend jaar, wanneer Catalonië de onafhankelijkheid kan uitroepen. ‘Madrid en Barcelona stevenen af op een nooit geziene confrontatie.’

In de race naar onafhankelijkheid lijkt Schotland opnieuw een lichte voorsprong te hebben op Catalonië. De Brexit gaf het Schotse separatisme vleugels. En gisteren kondigde de Schotse eerste minister Nicola Sturgeon een nieuw referendum aan. Over Catalonië daarentegen horen we niet zoveel meer. Vorig jaar leek de regio op het punt te staan om onafhankelijk te worden. En nu denken velen dat de crisis is overgewaaid. Maar dat komt enkel maar om dat de Vlaamse media er over zwijgen. In werkelijkheid hebben de Catalanen verschillende lengtes voorsprong op de Schotten. En vorige week hebben ze de eindsprint ingezet.

Onafhankelijkheidsstrijd in Catalonië: ‘Spanje begint steeds meer op België te lijken’

Eerst even het geheugen opfrissen. De separatisten haalden bij de regionale verkiezingen van vorig jaar met 48% van de stemmen een absolute meerderheid in het Catalaanse Parlement. Die verkiezingen werden als een quasi-referendum voorgesteld. De meerderheid pro onafhankelijkheid bestaat uit de eenheidslijst Junts pel Sí en het links-separatistische CUP. Het was pas op de valreep dat beide partijen een akkoord bereikten over een nieuwe regering, onder leiding van Carles Puigdemont. Die samenwerking kwam vorige juni op losse schroeven te staan omdat CUP weigerde de als te asociaal bestempelde begroting goed te keuren. Bovendien wou CUP in een hogere versnelling schakelen richting onafhankelijkheid en stelde ze het oorspronkelijke stappenplan van Junts pel Sí in vraag.

Legitimiteit van het onafhankelijkheidsproces

Volgens dat plan zou Catalonië in juli van volgend jaar de onafhankelijkheid uitroepen. Daarna zouden er, in september, grondwetgevende verkiezingen volgen. De constituante zou vervolgens een nieuwe grondwet opstellen die dan in een referendum ter goedkeuring aan de Catalanen zou worden voorgelegd. CUP stelde echter voor om dat referendum niet op het einde maar helemaal aan het begin van het proces te organiseren. Dat zou dan een referendum zijn dat eenzijdig door Catalonië wordt georganiseerd, zonder goedkeuring van Madrid.

Die vraag vond ook gehoor in de bredere onafhankelijkheidsbeweging. Daar is men vooral bezorgd over de legitimiteit van het onafhankelijkheidsproces in de ogen van de internationale gemeenschap. Zoals gezegd leverde het quasi-referendum van vorig jaar voor de separatisten wel een meerderheid op in zetels, maar niet in stemmen. En dat is onvoldoende om een onafhankelijkheidsverklaring internationaal te legitimeren, vreest men.

‘Dit was de Catch 22 van de Catalaanse regering: zolang Catalonië niet formeel onafhankelijk is kan het geen legaal referendum organiseren. Maar om zich op een legitieme wijze onafhankelijk te kunnen verklaren moet het eerst een legaal referendum hebben georganiseerd.’

Minister-president Puigdemont was echter niet enthousiast over zo een eenzijdig referendum. Want eigenlijk hebben de Catalanen dat al gehad, namelijk in november 2014. Dat referendum werd toen verboden door het Grondwettelijk Hof. In de plaats organiseerde de Catalaanse regering dan een ‘participatief proces’, dat een karikatuur was van een echt referendum. Maar zelfs die informele bevraging botste op een ‘njet’ van het Grondwettelijk Hof. Drie Catalaanse regeringsleden die daaraan hebben meegewerkt (waaronder voormalig minister-president Artur Mas) worden nu vervolgd door het Spaanse gerecht en riskeren een gevangenisstraf. Het zal de steun voor de onafhankelijkheidsgedachte alvast niet doen afnemen.

Dit was dus de Catch 22 van de Catalaanse regering: zolang Catalonië niet formeel onafhankelijk is kan het geen legaal referendum organiseren. Maar om zich op een legitieme wijze onafhankelijk te kunnen verklaren moet het eerst een legaal referendum hebben georganiseerd. Alhoewel Puigdemont die deur nog steeds open houdt, weet iedereen dat Madrid nooit het licht op groen zal zetten voor een referendum.

Het legertje juristen dat achter de schermen de onafhankelijkheid voorbereidt heeft daar nu wat op gevonden. Volgens het oorspronkelijke stappenplan zou het Catalaanse parlement in juli de juridische transitiewet goedkeuren. Die moet Catalonië juridisch loskoppelen van de Spaanse staat. Het was de bedoeling dat de onafhankelijkheidsverklaring zou worden opgenomen in artikel één van die wet. Maar nu zal daar een voorwaarde aan worden toegevoegd : de onafhankelijkheidsverklaring wordt enkel definitief van kracht wanneer die wordt goedgekeurd in een referendum.

Stappenplan naar onafhankelijkheid definitief vastleggen

Vorige week donderdag keurde het Catalaanse Parlement een resolutie goed die het stappenplan naar onafhankelijkheid definitief vastlegt. Ook de regionale variant van Podemos (Catalunya Sí Que Es Pot) aanvaardt nu het principe van een eenzijdig onafhankelijkheidreferendum. In juli volgend jaar zal de ontkoppelingswet worden goedgekeurd. Op basis daarvan wordt dan op 17 of 24 september het eenzijdige onafhankelijkheidsreferendum georganiseerd.

Die aanpassing van het stappenplan heeft CUP over de streep getrokken om het vertrouwen in de regering Puigdemont te herbevestigen. Daarmee klikt alles mooi in elkaar en kan de regering op volle kracht doorstomen richting onafhankelijkheid. De voorbereiding van het referendum is al begonnen. In de begroting voor volgend jaar werd een bedrag opgenomen voor de organisatie ervan. En er wordt nu ook volop gewerkt aan een kieswet. Dag na dag pakt de Spaanse pers uit met nieuwe feiten die aantonen dat de Catalaanse regering de Rubicon naar onafhankelijkheid nu echt is overgestoken. Gisteren bijvoorbeeld stelden de Spanjaarden met ontzetting vast dat er in een wetsontwerp van de Catalaanse regering al sprake is van de ‘landsverdediging’ van Catalonië.

Parallel hiermee is er een andere interessante evolutie bezig. De Catalaanse socialistische partij PSC vormt formeel gezien een aparte partij maar maakt al sinds het begin van de Spaanse democratie feitelijk deel uit van de nationale PSOE. De interne crisis in de PSOE zet die relatie echter onder druk. Na het gedwongen ontslag van voorzitter Pedro Sánchez neigt de PSOE er naar om zich te onthouden bij de investituurstemming eind oktober.

Op die manier zou ze de vorming van een PP-minderheidsregering onder leiding van Mariano Rajoy deblokkeren. Maar de voorzitter van de Catalaanse PSC, Miquel Iceta, verzet zich daar fel tegen. Hij heeft al aangekondigd dat de zeven PSC-congresleden in elk geval tegen Rajoy zullen stemmen. Hij beseft maar al te goed dat zijn kiezers de post-franquistische en Spaans-nationalistische PP verafschuwen. Er gaan nu meer en meer stemmen op binnen de PSC om te breken met de PSOE.

‘Spanje wordt nu ook geconfronteerd met het fenomeen van de nationale partijen die splitsen.’

Spanje gaat dus nog meer gelijken op België. Het wordt nu ook geconfronteerd met het fenomeen van de nationale partijen die splitsen. De desintegratie van het land lijkt onvermijdelijk geworden. En toch zal de PP al het mogelijke doen om het ‘ene en ondeelbare vaderland’ alsnog te redden.

Madrid en Barcelona stevenen bijgevolg af op een nooit geziene confrontatie. Dit conflict zal de komende maanden enkel maar crescendo gaan en culmineren op het moment dat het Catalaanse Parlement in juli de ontkoppelingswet goedkeurt, en daardoor buiten de Spaanse legaliteit treedt. Het valt niet uit te sluiten dat Madrid deze Catalaanse opstand met harde repressie zal proberen te onderdrukken.

Het Catalaanse onweer is dus allesbehalve overgewaaid. Het is integendeel een orkaan geworden die in juli volgend jaar op volle kracht zal komen en tot ver buiten Spanje zal worden gevoeld. België en de EU kunnen zich dus maar best beginnen voor te bereiden. Want in juli 2017 wordt het fasten your seatbelts.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content