Oekraïense president keurt omstreden wetten tegen communisme goed

President Porosjenko van Oekraïne © Reuters

De Oekraïense president Petro Porosjenko heeft vrijdag enkele controversiële wetten aangenomen die onder meer communistische propaganda en sovjetsymbolen verbieden.

Oekraïne wil met die wetten, die op 9 april al door de pro-Westerse partijen in het parlement in Kiev werden goedgekeurd, officieel breken met zijn Sovjetverleden. Op de handtekening van Porosjenko kwam meteen kritiek, onder meer van Dunja Mijatovic van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

In een bericht op twitter bestempelt de man de wet als “zeer zorgelijk voor de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid” in Oekraïne.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Verbod Sovjetsymbolen

De tekst “verbiedt Sovjetsymbolen en veroordeelt het communistische regime”. De “totalitaire communistische en nazistische regimes” worden overigens op hetzelfde niveau geplaatst: hamer en sikkel én de swastika zijn dus voortaan verboden.

Door het communistische verleden onwettig te verklaren, snijdt Kiev ook in eigen vlees: een deel van het huidige West-Oekraïne (Galicië) is pas na WO2 aan het land toegevoegd, en de Krim werd aan Oekraïne “geschonken” door Nikita Chroesjtsjov, wel degelijk een Oekraïner, maar destijds ook baas van de Sovjet-Unie.

Daarnaast voorzien de wetten ook een “erkenning van de strijders voor de onafhankelijkheid van Oekraïne tegen de Sovjetbezetters.” Vooral die laatste maatregel wordt als erg omstreden beschouwd.

De leden van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OUN) en het Oekraïense Opstandelingenleger (UPA) worden op die manier namelijk officieel als “onafhankelijkheidsstrijders” erkend. Nochtans gaat het om organisaties die tijdens Tweede Wereldoorlog samenwerkten met nazi-Duitsland. Meteen worden de collaboratie en beruchte collaborateurs als Stepan Bandera, Andrii Melnyk en Roman Sjoechevitsj gerehabiliteerd.

Nog een andere wet regelt de vrije toegang tot archieven van de “repressieve Sovjetdiensten” tussen 1917 en 1991.

Kritiek Rusland

Rusland had eerder al hevige kritiek geuit op de wetteksten. Het beschuldigt Kiev ervan totalitaire methodes toe te passen om Oekraïne te “desovjetiseren” ten voordele van een nationalistische ideologie die het land “richting afgrond” duwt.

Ook voor Polen wordt de nieuwe wet moeilijk om slikken: de met de nazi’s collaborerende Oekraïners hebben in 1943 en 1944 in de regio’s Wolhynië en Oost-Galicië minstens tienduizenden Polen afgeslacht. Die collaborateurs waren het voorts volkomen eens met Hitlers antisemitisme en racistische “theorieën”, en namen actief deel aan het Holocaust-programma.

Dat leidde de krant Jerusalem Post, in normale tijden geen pro-Poetinplatform, er zaterdag toe te schrijven dat Poetins waarschuwing over hoe Rusland bedreigd wordt door fascisten en neonazi’s (in Kiev) “wel eens waar zou kunnen zijn”. De krant wijst er op dat op Euromaidan vorig jaar talrijke (gewelddadige) “radicale nationalisten” aanwezig waren en dat opvallend veel vlaggen van OUN-UPA werden gehesen.

Wat de wet zeker zal bewerkstelligen, is, menen waarnemers, een definitieve breuk in het land tussen west en oost. In het westen ziet men de nationalisten van weleer nog als vrijheidsstruijders, in het oosten klinkt de term Sovjet-Unie niet als een scheldwoord. (Belga/NS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content