‘Obama zoekt nieuwe strategie tegen IS’

Een moeder probeert het bloed te stelpen bij haar dochter, die gewond geraakte na een luchtaanval tegen een buitenwijk van Damascus, vermoedelijk door regeringstroepen uitgevoerd © Reuters
Rudi Rotthier

Omdat de huidige Amerikaanse aanpak van Islamitische Staat, vooral in Syrië, niet de gewenste resultaten oplevert en soms de situatie bemoeilijkt, gaat president Obama op zoek naar een alternatief. Kernpunt: de Syrische president Bashar Assad moet weg.

Dat meldt de Amerikaanse nieuwszender CNN. Volgens CNN heeft de top van het veiligheidsteam van president Obama de voorbij week vier keer over de kwestie vergaderd, een keer in aanwezigheid van de president.

Het probleem is het volgende. Toen de president, nu twee maanden geleden, aankondigde dat de VS Islamitische Staat zouden verzwakken en vernietigen, “degrade and destroy”, was het de bedoeling dat men dit eerst in Irak zou doen, en vervolgens in Syrië.

Tot dusver zijn er in Syrië luchtaanvallen uitgevoerd tegen extremistische groepen en olieinstallaties, en bombardementen ter ondersteuning van de belegerde Koerdische stad Kobane, terwijl in Irak, naast luchtaanvallen, al volop trainingen en wapenleveranties aan de gang zijn.

‘Er is geen tijd’

Twee conclusies drongen zich volgens CNN op. Er is geen tijd om te wachten met Syrië. Als men zich eerst op Irak concentreert, heeft IS, samen met bondgenoten, in Syrië de tijd om de “gematigde oppositie” zo goed als op te rollen – op de Koerden na – en houden de gematigden onvoldoende gebied over van waaruit een offensief kan worden gelanceerd.

Tweede conclusie: de bombardementen werken averechts. Groepen die al 2-3 jaar tegen het regime van president Bashar Assad vechten, zien ineens dat hun (soms) medestrijders, (soms) tegenstanders van IS, worden aangevallen door Amerikaanse troepen, terwijl de blijvende vijand Assad ongemoeid gelaten wordt, zich kan hergroeperen, en met meer kracht hun stellingen kan aanvallen. De gematigde strijdkrachten van onder meer het Vrije Syrische Leger, die vinden dat Assad doelbewust IS grootgemaakt heeft, zijn niet heel blij met het in hun ogen eenzijdige optreden van de Amerikanen.

Een ander deel van de oorspronkelijke strategie blijkt ook niet heel goed te lopen. De VS wilden gematigde krachten trainen en van wapens voorzien. Maar het natrekken van wie echt gematigd is duurt maanden, en daarna moet er nog een training van 8 of 9 maanden volgen. Alles samen kunnen die troepen over een jaar getraind en bewapend aan de slag. Dat is op te lange termijn, in de huidige situatie waarbij die gematigden langs alle kanten verliezen (of overlopen, en dus op de keper beschouwd niet zo gematigd blijken).

‘Bestanden’

Volgens CNN wordt nu aan volgende ommezwaai gedacht: er zou een zwaar diplomatiek offensief tegen Assad worden ingezet, waarbij zijn bondgenoten (Rusland, eventueel zelfs Iran) onder druk worden gezet om hem binnen het jaar uit zijn stoel te werken. In ruil zou een deel van zijn regime, zijn apparaat, mogen blijven.

Eens Assad weg is, kan men proberen plaatselijke bestanden te sluiten, tussen de gematigde oppositie, de Koerden en wat er rest van het Assad-regime.

Op welke manier in tussentijd de strijd tegen IS in Syrië zal worden opgevoerd, meldt CNN niet. In Irak zijn honderden Amerikaanse adviseurs naar de belaagde Anbar-provincie gestuurd – wat heel dicht lijkt te komen bij grondtroepen, die president Obama nochtans, zoals hij twee maanden geleden ten stelligste verklaarde, niet zou sturen.

Senator John McCain, Vietnamveteraan, ooit presidentskandidaat voor de Republikeinen, en een havik inzake buitenlands militair ingrijpen, heeft deze opbouw al vergeleken met die in Vietnam. Daar begon het ook met een onschuldig lijkende hoeveelheid adviseurs. Het eindigde met een grootschalige, jaren durende, militaire betrokkenheid van de VS.

Kleine tragedie

Terwijl CNN over de nieuwe strategie bericht, meldt Jeremy Bowen, oorlogscorrespondent en Midden-Oostenverslaggever voor de BBC, zich met een opiniërend artikel rond een moordende bominslag op een school, in een buitenwijk van Damascas die door het Vrije Syrische Leger wordt gecontroleerd. 15 kinderen werden gedood, en nog een heleboel anderen verwond. De lerares met wie hij telefoneert, is er het hart van in. Misschien nog meer omdat 2 van de slachtoffers, elfjarigen, amok gemaakt hadden in haar klas. Ze had hen als straf naar buiten gestuurd, en op de speelplaats waren ze omgekomen. Ze weet niet wie het projectiel heeft afgevuurd dat de kinderen heeft gedood. Het doet er niet meer toe. Zoals vele Syriërs, schrijft Bowen, is ze gedegouteerd door alle partijen in de oorlog.

Nu er 200.000 doden gevallen zijn, en de helft van de bevolking, 11 miljoen mensen, op de vlucht is, is de dood van 15 kinderen een kleine tragedie.

Bowen meent een conclusie te kunnen trekken, op basis met gesprekken in het land. Assad zou het nooit zolang hebben uitgezongen zonder ten minste gedeeltelijke ondersteuning van de bevolking. En nu de oorlog zo rampzalig en uitzichtloos verloopt, zijn de meeste andere groepen ook in diskrediet gekomen, is de Arabische Lente een soort scheldterm aan het worden, en begint er her en der enige nostalgie naar het oude regime van vader en zoon Assad te ontstaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content