Noord-Koreaanse gevangenissen vol overlopers

Noord-Korea voert de strijd tegen overlopers op. Mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor de mensenrechten van wie betrapt wordt op desertie.

Sinds zijn aantreden vorig jaar zou de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un de grenscontroles sterk hebben opgevoerd. Bovendien zou ook de druk op voornaamste bondgenoot en buurland China zijn verhoogd om overlopers uit te leveren.

“Ze voeren de druk op om een voorbeeld te stellen aan de bevolking”, zegt Insung Kim van het Database Center for North Korean Human Rights.

Het Noord-Koreaanse regime beschouwt desertie als een vorm van landverraad, die tot vijf jaar opsluiting of dwangarbeid kan opleveren. Wie betrapt wordt op “ernstige” desertie, wie hulp krijgt van buurland Zuid-Korea of van Amerikaanse missionarissen, riskeert zelfs levenslange opsluiting of de doodstraf.

‘Snelweg naar lijden’

Waarnemers schatten dat politieke vluchtelingen intussen goed zijn voor zowat vijf procent van de totale Noord-Koreaanse gevangenisbevolking, een vervijfvoudiging van hun aandeel in tien jaar tijd. Vorige maand nog werden negen jonge Noord-Koreaanse vluchtelingen door de Laotiaanse overheid opgepakt en uitgeleverd aan Pyongyang.

Mensenrechtenactivisten vrezen voor het lot van wie betrapt wordt als overloper. “Gedwongen repatriëring is een snelweg naar pijn, lijden en geweld”, zo waarschuwde onderzoeker David Hawk vorig jaar in een studie over de Noord-Koreaanse gevangeniskampen. “Veel uitgeleverde Noord-Koreanen worden slachtoffer van willekeurige hechtenis, foltering en dwangarbeid.” (JDW)