Het aantal kinderen dat in de ergst getroffen delen van Nepal hulp nodig heeft na de zware aardbeving, is gestegen naar 1,7 miljoen. Dat meldt VN-kinderrechtenorganisatie Unicef. In de hoofdstad Kathmandu moet de anti-oproerpolitie optreden om woedende overlevenden te kalmeren. Het land vraagt buitenlandse reddingsteams om weg te blijven.
Unicef vraagt 48,6 miljoen dollar (44 miljoen euro) om dringende hulp te verstrekken in de 21 ergst getroffen districten.
Ziekten
De organisatie begon onmiddellijk na de aardbeving met het uitdelen van hulpgoederen die klaar lagen. Ziekenhuistenten zijn opgezet, zeep is uitgedeeld om de uitbraak van ziekten tegen te gaan en Unicef ondersteunt watertransport naar de zestien informele opvangkampen rondom Kathmandu. Dinsdag arriveerde een eerste van twee vliegtuigladingen met in totaal 120 ton hulpgoederen.
Vooral kinderen zijn kwetsbaar na de ramp: door beperkte beschikbaarheid van zuiver drinkwater en sanitaire voorzieningen kunnen ze snel ziek worden en sterven. ‘Unicef zorgt nu ook voor inentingen tegen de mazelen. Bij een ramp als deze zijn besmettelijke ziekten altijd erg gevaarlijk. Het is cruciaal dat we nu alles inzetten om die te voorkomen.’
In hoeverre de getroffen kinderen ernstige voedseltekorten oplopen door de ramp wordt op dit moment onderzocht. Noodvoorraden met extra vitamines zijn uitgedeeld. Ook stuurt Unicef materialen naar de opvangkampen om kinderen een veilige omgeving te bieden waar ze kunnen spelen, leren en even weer kind zijn onder professionele begeleiding van partnerorganisaties. Tot slot richten Unicef-medewerkers zich op de opvang van alleenstaande kinderen. Het is op dit moment echter nog niet duidelijk hoeveel kinderen door de ramp gescheiden werden van hun families.
Unicef België maakt deel uit van het Consortium 12-12. Giften voor Nepal zijn welkom op hete rekeningnummer BE19 0000 0000 1212.
‘Genoeg hulp’
Nepal vraagt intussen aan buitenlandse reddingsteams om weg te blijven, aangezien er al genoeg van die teams aanwezig zijn in het land. Dat heeft een hoge verantwoordelijke van de Verenigde Naties gemeld. De coördinator van de VN voor Nepal, Jamie McGoldrick, liet weten dat de overheid meent dat er voldoende buitenlandse experts in Kathmandu en omstreken zijn, de regio die zaterdag getroffen werd door de aardbeving.
‘Ze menen voldoende middelen te hebben om aan de noden te beantwoorden met zoekopdrachten en reddingsoperaties’, zei hij. ‘De teams die al onderweg zijn, zijn nog welkom, maar aan de andere wordt gevraagd om niet meer te komen.’
De kleine luchthaven van Kathmandu kan de grote toestroom van vliegtuigen nauwelijks bolwerken. Zo is een Frans humanitair vliegtuig met noodhulpgoederen woensdagochtend nog steeds geblokkeerd in Abu Dhabi, en is het Belgisch vliegtuig van B-Fast pas na een reis van 45 uur en na lang te hebben stilgestaan in New Delhi, dinsdagavond in Kathmandu aangekomen.
Volgens McGoldrick bevinden de meeste buitenlandse teams zich nog steeds in de hoofdstad. De Belgische reddingswerkers van B-Fast trekken naar Gorkha, meer dan 150 kilometer ten westen van Kathmandu. Die plek ligt veel dichter bij het epicentrum van de aardbeving, maar de noodhulp raakte tot nog toe moeilijker tot daar.
Gered
Volgens de VN-coördinator is er een ‘venster van zeven tot negen dagen om mensen te redden. Het is nu de vierde dag’, zegt hij. Volgens hem zullen de operaties vanaf zaterdag overgaan naar een nieuwe fase.
Woensdag werd overigens nog een man levend vanonder het puin van een ingestorte woning gehaald. Het 28-jarige slachtoffer zat al die tijd vast in een ruimte zonder voedsel of water.
Woede
Intussen is in Kathmandu de anti-oproerpolitie woensdag moeten tussenkomen om de woede te temperen van duizenden Nepalese overlevenden die wanhopig een manier zoeken om de hoofdstad te verlaten. Die is door de ramp in een ruïne herschapen.
Duizenden mensen verzamelden – uitgeput door de vele naschokken, het gebrek aan onderdak en de dalende voedselvoorraad – voor zonsopgang aan een busstation in een poging om er op een van de door de regering beloofde speciale bussen te geraken. Toen die bussen op zich lieten wachten, zorgde dat voor woedende reacties bij de menigte.
‘We staan al van voor zonsopgang te wachten. Er was ons gezegd dat er 250 bussen zouden zijn, maar daarvan is nog geen enkele toegekomen’, zo verklaarde een 25-jarige student.
Meer dan 5.000 doden
Intussen is het aantal naschokken fel gedaald, maar honderdduizenden mensen brengen nog steeds noodgedwongen de nacht op straat door omdat hun woning vernield of beschadigd is. Ook op het platteland is de wanhoop groot.
De aardbeving van zaterdag, met een kracht van 7,8 op de schaal van Richter, kostte volgens de laatste slachtofferbalans al aan 5.057 mensen het leven. Zo’n 8.000 mensen raakten gewond. Volgens de Verenigde Naties zouden maar liefst acht van de in totaal 28 miljoen Nepalese inwoners door de ramp zijn getroffen. (Belga)
Belgen
Buitenlandse Zaken heeft weet van 230 Belgen die zich in Nepal bevinden, en heeft van 25 van hen nog geen nieuws ontvangen. Dat meldt woordvoerder Michael Mareel. ‘Het gaat vooral om wandelaars en klimmers, maar van sommige mensen hebben we ook gewoon niet genoeg gegevens om zeker te zijn dat ze zich in Nepal bevinden’, zegt Mareel.Er zitten momenteel 230 Belgen in het systeem van het crisiscentrum van Buitenlandse Zaken. Van 205 van hen weet Buitenlandse Zaken ondertussen dat ze veilig en wel zijn. De woordvoerder roept nog op om te blijven bellen met informatie. ‘Van sommige mensen hebben we bijvoorbeeld enkel een naam, en het is dan ook belangrijk dat mensen met informatie contact met ons opnemen om de gegevens van die mensen te kunnen aanvullen’, klinkt het. Wie informatie of vragen heeft over Belgen in Nepal, kan bij Buitenlandse Zaken terecht op de nummers 02/5014000 en 02/5014001.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier