Nederlandse musea bezitten 139 geroofde kunstwerken uit nazitijd

Rijksmuseum in Amsterdam © Thinkstock

Nederlandse musea hebben 139 kunstvoorwerpen in hun collecties die tijdens het naziregime en de bezettingsjaren vermoedelijk zijn geroofd, in beslag genomen of voor een veel te lage prijs zijn verkocht van veelal Joodse eigenaren.

De stukken liggen verspreid over 41 verschillende musea. Dat blijkt uit een jarenlang onderzoek naar de herkomstgeschiedenis van collecties in musea. Bij de geroofde werken zijn onder meer een schilderij van Franse fauvist Henri Matisse en de Nederlandse impressionist Isaac Israëls.

De Nederlandse Museumvereniging had haar leden gevraagd de ‘roofkunst’ vanaf 1933 tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 in kaart te brengen. 162 musea gaven gehoor aan die oproep. Het is het tweede onderzoek naar roofkunst in Nederland.

Rijksmuseum

De meeste geroofde kunstwerken bevinden zich in het Gemeentemuseum Den Haag. Ook in de collecties van het Rijksmuseum, het Amsterdam Museum en het Stedelijk Museum is een groot aantal ontvreemde kunstwerken te vinden.

Het is erg lastig om ruim zeventig tot tachtig jaar na dato familieleden en nabestaanden op te sporen van de oorspronkelijke eigenaren, die veelal zijn vermoord door de nazi’s.

Die mogelijkheid bestaat alleen als er een naam is gekoppeld aan het kunstwerk. Nabestaanden en familieleden kunnen de kunstwerken opeisen via de Restitutiecommissie, een Nederlands instituut dat een adviserende rol heeft bij claims op roofkunst. Bij 78 kunstwerken bestaat onzekerheid over wie de eigenaren waren.

In heel Europa zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog zo’n 650.000 kunstwerken gestolen van Joden. Veel van die kunst is intussen teruggegeven, maar een groot deel bevindt zich nog steeds in musea en privécollecties. (Elsevier/Tom Reijner/YD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content