De Nederlandse ambassadeur heeft zich in Indonesië geëxcuseerd voor de standrechtelijke executies tijdens de koloniale oorlog.
De Nederlandse ambassadeur Tjeerd de Zwaan heeft zich in Jakarta in naam van zijn regering verontschuldigd voor de standrechtelijke executies die tussen 1945 en 1947 hebben plaatsgevonden in Nederlands-Indië. Nederland heeft in het verleden al zijn excuses aangeboden voor de wreedheden, maar dit zijn de eerste algemene verontschuldigingen.
Schikking
De Zwaan richtte zich vooral tot de nabestaanden van slachtoffers uit Zuid-Celebes. Onlangs heeft de Nederlandse staat met tien weduwen uit die streek een schikking getroffen. Vanwege hun hoge ouderdom konden ze zelf niet aanwezig zijn op de plechtigheid in Jakarta, maar enkele weduwen waren door familieleden vertegenwoordigd. De ambassadeur beloofde ook naar Celebes af te reizen om hen persoonlijk te ontmoeten.
De verontschuldigingen namens de Nederlandse staat maken deel uit van de schikking met de weduwen. Hun advocaat had geëist dat de ambassadeur zijn excuses in Celebes zou gaan aanbieden, maar het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken oordeelde dat Jakarta een betere plek was. Eerder kregen de weduwen ook een schadevergoeding van 200.000 euro.
Koloniale oorlog
In Zuid-Celebes begingen de Nederlanders de grootste wreedheden van de koloniale oorlog. In januari 1947 werden er meer dan 200 Indonesische mannen geëxecuteerd, omdat ze werden verdacht van terrorisme. Dat gebeurde zonder proces en dikwijls zelfs zonder ondervraging.
Indonesië was tot 1949 een kolonie van Nederland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de eilanden door de Japanners bezet. Toen Nederland na de oorlog de controle in het gebied weer wilde terugwinnen, stuitte dat op hevige weerstand bij de plaatselijke bevolking. (YD)
