Navo wil supersnelle interventiemacht in Oost-Europa

© reuters

‘Als reactie op de agressieve houding van Rusland in het oosten van Oekraïne, gaat de Navo haar aanwezigheid in de Oost-Europese lidstaten gevoelig verhogen’, aldus secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen.

De Navo gaat haar aanwezigheid binnen haar Oost-Europese lidstaten gevoelig verhogen. Dat heeft secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen verklaard, in aanloop naar een tweedaagse Navo-top eind deze week in Wales. Daarmee reageert de alliantie op de agressieve houding van Rusland in het oosten van Oekraïne.

De Navo-top van donderdag en vrijdag vindt volgens Rasmussen plaats in een veranderde wereld. Daarbij verwees hij naar verschillende crisissen die momenteel wereldwijd plaatsvinden, zoals in Oekraïne en in Syrië en Irak. De Navo-baas, die aan zijn laatste maanden bezig is, verwacht dat de bijeenkomst een cruciale top wordt in de 65-jarige geschiedenis van de verdragsorganisatie. Zo moeten de 28 lidstaten in Newport het licht op groen zetten voor een “Readiness Action Plan”, dat de Navo wendbaarder moet maken. Dat plan “is een antwoord op de agressieve houding van Rusland, maar geeft de Alliantie de mogelijkheid alle veiligheidsuitdagingen het hoofd te bieden, waar dan ook”, lichtte Rasmussen toe.

Supersnelle interventiemacht

In het oog springt de oprichting van een supersnelle interventiemacht – voluit een “Very High Readiness Joint Task Force”. De Navo beschikt nu al over een interventiemacht. Bedoeling is de reactiesnelheid te verhogen door in haar schoot “een speerpunt” in het leven te roepen, in de vorm van een supersnelle interventiemacht die op erg korte termijn – naar verluidt binnen twee tot drie dagen – kan worden ontplooid. De enkele duizenden militairen tellende troepenmacht zou dan eender waar kunnen optreden via lucht- en zeesteun en met special forces. De details zullen na de top verder worden uitgedokterd. Enkel het politieke raamwerk staat nu in de steigers. Het zou evenwel niet gaan om een permanente aanwezigheid, maar een roterend systeem. Een permanente aanwezigheid zou immers indruisen tegen het Handvest dat de Navo en Rusland in 1997 ondertekenden.

Voor de inzet van zo’n supersnelle interventiemacht zijn faciliteiten nodig op Navo-gebied, alsook uitrusting en bevoorrading en bepaalde expertise. “Zodat de troepenmacht licht kan reizen, maar hard kan toeslaan, indien nodig”. De lidstaten zullen ook de eventuele upgrade van plaatselijke infrastructuur tegen het licht houden. Het kan daarbij gaan om luchthavens of havens.

2 procent bbp aan Defensie

Het “Readiness Action Plan zal er voor zorgen dat we de juiste troepen en het juiste materiaal op de juiste plaats op het juiste moment hebben”, verzekerde de Deense ex-premier. “Dat betekent ook een meer zichtbare Navo-aanwezigheid in het oosten (van Europa) zo lang het nodig is. En het zal de Navo scherper, sneller en flexibeler maken om alle soorten veiligheidsuitdagingen aan te gaan”.

Hij onderstreepte ook dat de Navo-landen die aan Rusland grenzen – de Baltische Staten, Polen, Roemenië en Bulgarije – “erg ongerust zijn, en voor goede redenen”, omwille van de Russische houding. “Ze zullen erg tevreden zijn” met de goedkeuring van het plan. Klaar staan betekent ook dat er middelen nodig zijn, waarschuwde Rasmussen. Daarom verwacht hij in Wales een engagement om investeringen in Defensie op te krikken.

“Om het juiste bedrag aan de juiste zaken uit te geven – inzetbare troepen, die goed opgeleid zijn en met de juiste uitrusting. Zodat we de verantwoordelijkheid van collectieve verdediging delen, net zoals we de lusten ervan delen”. Normaal gezien zou elke lidstaat 2 procent van haar bbp aan Defensie moeten spenderen. Slechts weinig landen komen aan die vereiste tegemoet. Zonder de pensioenlasten haalt België zelfs maar 0,66 procent. (Belga/AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content