Dirk Rochtus

Na de zege van Erdogan: ‘Het ergste moet nog komen’

Dirk Rochtus Doceert Internationale Politiek en Duitse Geschiedenis aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

‘De uitdagingen die op Turkije afkomen, zijn niet te onderschatten. Mocht Erdogan ze kunnen bolwerken, dan is hij voorwaar de “Süperdogan”, zoals een Turkse krant hem nu al bestempelt.’ Aldus Turkije-kenner Dirk Rochtus (KU Leuven).

Na de zege van Erdogan: ‘Het ergste moet nog komen’

Het charisma van Recep Tayyip Erdogan is ongebroken. De Turkse president volgt zichzelf op voor de komende vijf jaar. Hoeveel schandalen er ook aan hem en zijn entourage kleven, hoeveel duizenden onschuldigen hij ook heeft laten vervolgen, hoezeer hij de rechtsstaat ook heeft ontmanteld, toch heeft 52,5 % van de Turkse kiezers hem weer in zijn ambt bevestigd.

‘Er is geen tweede Erdogan’, toeterde de propagandamachine van de AKP, zijn partij, die al zestien jaar lang met een absolute meerderheid regeert. Misschien is het wel dat wat zijn onafgebroken succes verklaart: de angst van zijn achterban om te verliezen wat hij hen als bewindvoerder heeft geschonken. De ‘zwarte Turken’, zoals de vromen worden genoemd, heeft hij een stem gegeven in een land dat tachtig jaar lang in handen was van de seculiere, kemalistische elites, de ‘witte Turken’. De vrome middenklasse heeft hij welvaart gebracht, de nationalisten een trots en groots Turkije voorgespiegeld. Religie, welvaart en nationale trots zijn de ingrediënten van Erdogans succes.

Autoritaire koers

Met de presidents- en parlementsverkiezingen van 24 juni 2018 treedt het nieuwe presidentiële systeem in werking waarvoor Erdogan bij het referendum in april van vorig jaar ternauwernood 51,41% bijeen wist te schrapen. Toen al was het duidelijk dat de helft van de bevolking geen pap lustte van de autoritaire koers die Erdogan aanhield en van de alleenheerschappij die hem het presidentiële systeem zou bescheren.

Met een president die door de afschaffing van het ambt van premier de functies van staatshoofd en regeringsleider in zijn persoon verenigt, die ministers kan benoemen en ontslaan, zes van de 13 hoogste rechters aanstelt en tegen het parlement in kan regeren, met zo een president komt er een einde aan de scheiding der machten, het wezenskenmerk van de democratie.

Noodtoestand

Iets meer dan de helft van de kiezers schaart zich achter Erdogan. Is dat een succes te noemen, als je bedenkt in welke omstandigheden de verkiezingen plaatsvonden? De noodtoestand heerst nog altijd, en dus moeten kritische stemmen voor hun veiligheid vrezen. De regering heeft alle belangrijke media onder haar controle gebracht, de televisiekanalen hebben aan de oppositie slechts een fractie van de aandacht besteed waarvan de Volksalliantie, het bondgenootschap van de AKP en de Turks-nationalistische MHP, kon genieten. Er is sprake van manipulatie en vervalsing tijdens de stembusgang.

Opvallend is ook dat de pro-Koerdische HDP ondanks alle tegenkanting en vervolging boven de kiesdrempel is geraakt.

Ondanks alle machtsmiddelen en manipulaties strijkt Erdogan in die zin een Pyrrusoverwinning op. Dat hij het in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen haalde, doet daarnaast even vergeten dat de AKP 7,5% verliest ten opzichte van de parlementsverkiezingen van 1 november 2015. Met haar 42,6% haalt ze niet eens meer de absolute meerderheid. Gelukkig voor haar heeft de MHP, haar kartelpartner, verrassend genoeg 11% in de wacht gesleept. Zo krijgt Erdogan dan toch de meerderheid in het parlement. Hij kan nu gerust de reeds twee jaar durende noodtoestand beëindigen; veel verschil zal het niet maken voor de Turkse samenleving waarover de AKP samen met de MHP nu haar net spant.

Opvallend is ook dat de pro-Koerdische HDP ondanks alle tegenkanting en vervolging boven de kiesdrempel is geraakt. Vele aanhangers van de seculiere CHP hebben bij de parlementsverkiezingen uit tactische overwegingen voor de HDP gestemd om een groter tegengewicht tegen het AKP-MHP-bondgenootschap in het leven te roepen.

‘Süperdogan’

Erdogan heeft de Turken om een sterk mandaat gevraagd om de problemen en uitdagingen waarvoor het land staat te kunnen aanpakken. Het ergste moet nog komen.

De president had vervroegde verkiezingen uitgeschreven omdat hij de stroomversnelling van de zich verslechterende economische toestand voor wilde zijn. Nu hij de politieke almacht in handen heeft, zal hij de stijgende inflatie en werkloosheid, het verval van de lira, de insolventie van vele bedrijven en de nakende schuldencrisis het hoofd moeten bieden.

Buitenlandse machten met de vinger wijzen werkt misschien een tijdje, maar op den duur zullen ook zijn kiezers de schellen van de ogen vallen. Ook de politieke polarisering zal Erdogan nog heel wat hoofdbrekens bezorgen. Natuurlijk kan hij nu nog doortastender optreden tegen al wie hem onwelgevallig is, maar de verkiezingen hebben aangetoond dat de seculiere en pro-Koerdische krachten van respectievelijk CHP en HDP nog niet verstomd zijn. Ze likken na de zege van Erdogan hun wonden, krijgen het de komende tijd hard te verduren, maar zullen hun veerkracht herwinnen tegen de verkiezingen over vijf jaar.

De relatie met het Westen zal er ook niet op verbeteren. De Europese Unie moet zich ernstig vragen stellen bij het presidentiële systeem van Turkije dat zoveel macht legt in de handen van één man. Kortom, de uitdagingen die op Turkije afkomen, zijn niet te onderschatten. Mocht Erdogan ze kunnen bolwerken, dan is hij voorwaar de ‘Süperdogan’, zoals een Turkse krant hem nu al bestempelt.

Dirk Rochtus doceert internationale politiek aan de KU Leuven. Hij is auteur van het boek ‘Erdogan. De terugkeer van de sultan’ (Uitgeverij Vrijdag, 2016).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content