Myanmar wil einde maken aan massale opiumproductie

© Reuters

Myanmar wil tegen 2014 komaf maken met de massale papaverkweek in het land. De inwoners, die de papaver nodig hebben om te overleven, moeten verplicht op zoek naar een nieuwe bron van inkomsten.

Myanmar produceerde in 2011 zo’n 610 ton opium. Daarmee is het land na Afghanistan de tweede grootste opiumleverancier in de wereld. Myanmar wil af van die titel en rust haar politieagenten daarom uit met snoeigereedschap om de papavers eens en voor altijd van de velden te verwijderen.

Ondertussen heeft een gecombineerde inspanning van politie, soldaten en burgers al meer dan 21 hectaren papavervrij gemaakt, genoeg om de productie van zo’n 30 ton heroïne te voorkomen. Dat zegt het comité voor drugmisbruikcontrole van Myanmars (CCDAC) aan Reuters.

Het is echter weinig waarschijnlijk dat Myanmar zijn 2014-doelstelling zal halen. Terwijl de overheid er alles aan doet de papaver te vernietigen doen landbouwers hun best zoveel mogelijk bij te zaaien. Het bureau voor drugs en misdaad van de Verenigde Naties (UNODC) schat dat de oppervlakte waarop papaver verbouwd wordt tussen 2011 en 2012 nog met 10 procent zal uitbreiden, ondanks de inspanningen van de overheid.

De Shan regio

Het merendeel van de in Myanmar geproduceerde opium komt uit de Shan-staat. Dat is een onherbergzaam en wetteloos gebied dat grenst aan Thailand, China en Laos. De staat maakt deel uit van de gouden driehoek, een gebied dat tot Afghanistan de fakkel overnam, verantwoordelijk was voor de grootste heroïneproductie in de wereld. De Shan-regio wordt al jaren geteisterd door armoede en geweld en is de achtergrond van een oorlog tussen de overheid en verscheidene etnische rebellengroepen.

De rebellengroepen gebruiken de opiumwinst om wapens te kopen en de velden zijn vaak de inzit van onderlinge strijd. “Opium en het geweld zijn in zo’n mate met elkaar verbonden dat het ene probleem niet zonder het andere kan worden opgelost”, zegt Jason Eligh van UNODC aan Reuters. “Het pad naar vrede is bezaaid met papavers.”

Door een recent staakt-het-vuren tussen de overheid en de rebellengroepen kan de overheid nu ook papavervelden beginnen te vernietigen in de door rebellen gecontroleerde gebieden. Het verdrag tussen de twee is alleen heel fragiel, en de ondoordachte vernietiging van de velden zou de spanningen terug hoog kunnen opdrijven.

256.000 gezinnen zijn betrokken bij de productie van opium
In Myanmar is het vooral de gewone, vaak arme, landbouwer die papavers kweekt. Een derde van de bevolking leeft er op 75 eurocent per dag. Iets meer dan 40 are papaver levert zo’n 755 euro op. Papaver verbouwen is voor hen dus een zeer lucratieve bezigheid. Volgens de UNODC zijn dan ook zo’n 256.000 gezinnen betrokken bij de productie van opium.

“De plotse vernietiging van de papavervelden is zeer problematisch voor deze gezinnen”, zegt Eligh. “De mensen die hun papavers niet kunnen oogsten moeten het de volgende zes maanden met bijna geen geld proberen te redden.” Andere gewassen kunnen pas in juni of juli, tijdens het regenseizoen, gezaaid worden. “Als ze in die periode geen financiële steun krijgen, is de kans groot dat ze gewoon terug papaver gaan kweken.”

De markt voor papaver is ook veel groter dan die voor andere gewassen, en makkelijker te bereiken. Wanneer een landbouwer uit een afgelegen dorp look of suiker wil verkopen moet hij daarvoor lang reizen over onverharde wegen die enkel begaanbaar zijn in het droogseizoen. Met de verkoop van opium zijn die problemen niet aanwezig, wanneer het oogsttijd is komen Chinese drughandelaars zelf per brommer de opium ophalen.


Traditioneel medicijn

Papaver is niet enkel een winstgewas voor de bevolking van Myanmar, het is ook een traditioneel medicijn dat al sinds mensenheugenis in Myanmar gebruikt wordt. De inwoners gebruiken het om allerhande kwaaltjes te genezen.

Diarree bijvoorbeeld, is in Myanmar een levensbedreigende ziekte en de dorpelingen gebruiken een mengeling van gebakken opium en knoflook om de symptomen te bestrijden. De meeste papaver kwekende dorpjes liggen een heel eind buiten de samenleving. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis ligt voor sommige dorpen op een afstand van vijf uur wandelen. Opium redt er dus levens.


Internationale steun

Volgens de UNODC is de wapenstilstand een zeldzame kans voor de internationale gemeenschap om Myanmar te helpen met de oplossing van haar opiumprobleem. Het CCDAC vraagt zo’n 400 miljoen euro steun om de bevolking aan een andere inkomstenbron te helpen. “Zonder hulp van buitenaf kunnen we het probleem niet aanpakken, we hebben internationale steun nodig”, aldus politiekolonel Tin Maung van het CCDAC.

Maar die steun krijgen kan moeilijk worden. Sinds 1988, toen het leger de macht in Myanmar overnam, is het land vanwege mensenrechtenschendingen onderworpen aan sancties door het Westen. Daardoor krijgt Myanmar momenteel minder financiële steun per inwoner dan bijna elk ander arm land. De belangrijkste voorwaarde van de Verenigde Staten en de Europese landen om de sancties op te heffen is een duurzaam akkoord tussen de regering en de etnische minderheden.


UNODC-projecten

Toch lopen er al drie internationaal gesteunde projecten om de bevolking aan te moedigen om over te stappen op andere gewassen. Ze zijn het initiatief van UNODC en helpen de bevolking andere gewassen kweken, zorgen voor de inenting van het vee en helpen het land verbeteren met behulp van irrigatie en meststoffen. Daarnaast financieren ze gezinnen zonder landbouwgrond, bouwen ze wegen en ziekenhuizen en zorgen voor ‘cash-for-work’ projecten. De 7 miljoen euro die daarvoor was uitgetrokken door de Europese Unie, Duitsland en Japan is echter lang niet voldoende. “Het was amper genoeg om 10.000 van de 256.00 papaver kwekende gezinnen te helpen”, zegt Eligh. (PC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content