‘Millennials zelfingenomen? Enkel omdat de hypercompetitieve economie constante zelfverbetering eist’

Een deelnemer van een zogenaamde hachathon slaapt wat bij, San Francisco, 17 juli 2016. 'De VS zijn vandaag een soort hypercompetitieve dystopie geworden', zegt Malcolm Harris. © REUTERS
Arthur Debruyne
Arthur Debruyne Medewerker Knack.be

Als twintigers en dertigers van vandaag, de millennialgeneratie, al zelfingenomen zijn, dan is het omdat de hypercompetitieve economie constante zelfverbetering eist. Dat zegt de Amerikaanse cultuurcriticus Malcolm Harris, auteur van de generatieanalyse Kids These Days. ‘Als er niet snel wat verandert, dan gaan we over de rand.’

Millennials: ze zijn lui, narcistisch, oppervlakkig, zelfingenomen en hebben de aandachtsspanne van een goudvis. Als ze de wereld in moeten zonder smartphone krijgen ze een angstaanval. Zij die geboren zijn tussen 1980 en 2000, met inbegrip van ondergetekende, krijgen er soms stevig van langs, en dan vooral van oudere generaties die het niet zien goedkomen met de jeugd van tegenwoordig. Maar klopt die typering wel?

De Amerikaanse auteur en cultuurcriticus Malcolm Harris (°1988) heeft lak aan de versleten clichés. In zijn boek Kids These Days: Human Capital and the Making of Millennials (2017) is zelfs geen spoor te vinden van die ietwat luie poppsychologie. Het is daarentegen een doorwrochte analyse van de socio-ecomische omstandigheden die in de Verenigde Staten de millennials gekneed hebben: doorgedreven intensificatie van lager en middelbaar onderwijs, vermenigvuldiging van studieschuld, flexibilisering van de arbeidsmarkt en stagnatie van lonen. Harris focust op de VS, maar veel van wat hij schrijft is ook van toepassing op Europa.

‘De vaardigheden, emoties en zelfs slaapgewoontes van millennials zijn helemaal gesynchroniseerd met hun plaats in de economie.

‘Millennials reageren op een maatschappelijke realiteit, net als voorgaande generaties’, zegt Harris in een gesprek met Knack.be. ‘Als de clichés al kloppen, doen moet je je afvragen wat eraan ten grondslag ligt.’

De cijfers liegen er niet om, schrijft Harris: Amerikaanse millennials zijn hoger opgeleid en hardwerkender dan ooit. Babyboomers, geboren na de Tweede Wereldoorlog, zagen hun lonen gestaag groeien samen met hun productiviteit. Millennials daarentegen produceren steeds meer omzet voor werkgevers, terwijl Amerikaanse lonen al sinds de jaren ’70 stagneren.

Volgens Harris wordt elke generatie gekenmerkt door een crisis. Voor de millennialgeneratie is die crisis het neoliberale kapitalisme dat de voorbije veertig jaar tot wasdom is gekomen en sinds de economische crisis van 2008 is dolgedraaid. Op die manier zijn ‘de vaardigheden, emoties en zelfs slaapgewoontes van millennials helemaal gesynchroniseerd met hun plaats in de economie.’

Critici van de millennialgeneratie gaan in hun analyse doorgaans niet verder dan haar veronderstelde narcisme en zelfingenomenheid. Jij bekijkt de macro-economische context daarvan: het is een logisch gevolg van het hypercompetitieve Amerikaanse onderwijs en de arbeidsmarkt. Vertel.

Als je je imago – on- en offline – niet voortdurend bijhoudt en bijschaaft en verbetert zou je wel eens achterop kunnen raken.

MALCOLM HARRIS: Door jezelf geobsedeerd zijn is doorgaans niet erg leuk, dat maakt je niet gelukkig. Waarom zijn we het dan? We zijn vandaag met steeds meer om te concurreren voor hetzelfde aantal plaatsen in goede universiteiten en bovendien neemt het aantal goedbetaalde banen af, zo blijkt uit de cijfers. In een omgeving waar je constant moet concurreren met anderen ga je automatisch navelstaren en je afvragen of je wel goed genoeg bent om het te halen.

Op die manier zijn de VS vandaag een soort hypercompetitieve dystopie geworden. Als je je imago – on- en offline – niet voortdurend bijhoudt en bijschaaft en verbetert zou je wel eens achterop kunnen raken. Anderen doen dat werk wél, dus je blijft maar beter bij de les. Die veronderstelde zelfingenomenheid is eigenlijk een perfect natuurlijke aanpassing aan een verknipte wereld, en niet zomaar een bizar karakteristiekje dat toevallig voorkomt in onze groep.

Bovendien wordt er vaak van ons verwacht dat we 24/7 ‘aan’ staan, dat we constant bereikbaar zijn. We moeten ook flexibeler gaan werken, klinkt het. Vervaagt de grens tussen werk en privé?

HARRIS: Absoluut. De voorbije decennia is de grens tussen werk en privé helemaal gaan vervagen, en dan vooral in de VS. Je persoonlijke identiteit verbeteren is hetzelfde geworden als je professionele identiteit bijschaven, en vice versa. Het is allemaal één en dezelfde investering in je menselijk kapitaal waarmee je met anderen gaat concurreren.

Nu, in West-Europa lijkt me dat nog mee te vallen. In de VS hebben werknemers een pak minder beschermingen. De relatie tussen werkgevers en werknemers wordt in Europa meer bemiddeld door de overheid. In Amerika helemaal niet. Hier is het ieder voor zich.

Jonge software-ingenieurs tijdens een 'zondagsdiner' in hun gemeenschapshuis in San Francisco, 30 oktober 2016. 'De voorbije decennia is de grens tussen werk en privé helemaal gaan vervagen', zegt Malcolm Harris.
Jonge software-ingenieurs tijdens een ‘zondagsdiner’ in hun gemeenschapshuis in San Francisco, 30 oktober 2016. ‘De voorbije decennia is de grens tussen werk en privé helemaal gaan vervagen’, zegt Malcolm Harris. © REUTERS

Generaties begrenzen voelt soms nogal arbitrair. Welk fenomeen bij uitstek heeft de generatie van de millennials gevormd?

HARRIS: Als ik één evolutie moet kiezen dan is het wel dat uitbuiting toeneemt: dat productiviteit blijft toenemen en dat lonen daarnaast stagneren, dit vanaf eind jaren ’70, begin jaren ’80. Het verbreden van de kloof tussen beide tijdens de levensloop van millennials: dat definieert onze generatie meer dan wat ook. Alles vloeit daaruit verder. We zijn een generatie op de rand: er wordt steeds meer van ons gevraagd, en er staat steeds minder tegenover.

De kloof tussen productiviteit van werknemers en lonen blijft toenemen in de VS. 'We zijn een generatie op de rand: er wordt steeds meer van ons gevraagd, en er staat steeds minder tegenover', zegt Malcolm Harris.
De kloof tussen productiviteit van werknemers en lonen blijft toenemen in de VS. ‘We zijn een generatie op de rand: er wordt steeds meer van ons gevraagd, en er staat steeds minder tegenover’, zegt Malcolm Harris.© Economic Policy Institute (EPI)

In welke mate is je analyse toepasbaar op Europa? Wat met de Europese millennial, hoe stelt die het?

HARRIS: Aanvankelijk ging ik ervan uit dat er weinig overeenkomst zou zijn. Veel heeft te maken met ons onderwijssysteem dat je vanaf de lagere school al klaarstoomt voor een ratrace om in een goede universiteit binnen te raken. Ook het gebrek aan sociale bescherming is een belangrijke factor in de VS, naast bijzonder laag vakbondlidmaatschap en organisatie van werknemers. We hebben ook geen parlementair systeem met bijvoorbeeld een links-progressieve partij.

Toch hoor ik regelmatig van Europeanen die gelijkenissen zien. Het ontmantelen van de verzorgingsstaat in Europa: sociale steun is langzaam geërodeerd de voorbije decennia en de gevolgen daarvan worden gevoeld door de nieuwe generaties. Flexibilisering van de arbeidsmarkt, dat hoor je vaak in Europa. Dat komt erop neer dat beleid zich plooit naar de eisen van de markt, kortom.

De belangrijkste economische strategie die zowat overal voorkomt is het constant verminderen van arbeidskosten. Dat kan niet blijven duren. Werkgevers gaan almaar minder investeren in werknemers, in hun ontwikkeling: die kost wordt op werknemers afgeschoven. We gaan meer en meer tijdelijk en freelance werk zien, en dat wordt zelfs gevierd als de toekomst, denk maar aan Uber en zo meer.

Het karakter van millennials is het resultaat van constant te moeten investeren in jezelf en ook behandeld te worden als risico, schrijf je. Wat bedoel je daarmee?

HARRIS: De toekomst van Amerikaanse kinderen staat volledig in het teken van risk management: er zo veel mogelijk aan doen om risico’s te elimineren dat het kind later mislukt. Dat geldt vooral in de VS, waar het wegwerken van mogelijke bedreigingen voor het toekomstig geluk en welbehagen van je kind de dominante opvoedingsstrategie is geworden. Dat is kwalijk.

Kinderen mogen zelf geen risico’s meer nemen, want het zou maar eens het verkeerde risico moeten zijn. Men verwacht van kinderen dat ze ook zo gaan denken. En dat gaat weer terug tot het veronderstelde narcisme van millennials: je moet aldoor aan je toekomst denken. Kinderen zijn op die manier geen driedimensionale mensen meer, maar toekomstige werknemers, en ook een verzameling datapunten: aan welke unief je gestudeerd hebt, wat je tot nog toe bereikt hebt, of je succesvol bent, enzovoorts.

Een programmeur in Silicon Valley bekijkt een televisieserie in een gemeenschapshuis voor technologiewerkers in San Francisco, 29 januari 2017.
Een programmeur in Silicon Valley bekijkt een televisieserie in een gemeenschapshuis voor technologiewerkers in San Francisco, 29 januari 2017. © REUTERS

Het lijkt erop dat polarisering in de VS – denk aan het onverwachte succes van de socialistische presidentskandidaat Bernie Sanders en de zogenaamde alt-right aan de andere kant van het spectrum – vooral gevoed wordt door millennials. Er is een radicale oplossing nodig voor de problemen van vandaag, lijken ze wel te voelen. Wat denk jij daarvan?

De idee dat de alt-right aangevoerd wordt door jonge mensen klopt niet. Over het algemeen is deze generatie in de VS linkser dan de voorgaande.

HARRIS: Dat klopt deels. Over het algemeen is deze generatie eigenlijk linkser dan voorgaande, zo blijkt uit cijfers. De idee dat de alt-right aangevoerd wordt door jonge mensen klopt niet bovendien. Kijk naar Richard Spencer (een prominente Amerikaanse neonazi, nvdr.): mensen gaan ervan uit dat het een twintiger is, maar eigenlijk is het al een oudere man met vrouw en kind.

Bovendien zijn vele geldschieters van de nieuwe rechtse beweging bijna bejaarden die jongeren rekruteren om het gezicht van de beweging te zijn. Dat is een klassieke fascistische strategie: teren op de energie van jongeren. Maar de echte macht in de beweging ligt bij ouderen.

Jonge Republikeinen hebben bovendien Trump niet gesteund. Zij waren meer voor Ted Cruz. Dat is weinig geweten. Er wordt altijd vanuit gegaan dat subversieve bewegingen noodzakelijk jong zijn, maar dat klopt niet. Fascisme is altijd subversief geweest en is altijd door oudere generaties aangevuurd.

Je analyses zijn niet bepaald rooskleurig over de toekomst. Welke onrustwekkende toekomstscenario’s zie je nu al uitspelen?

HARRIS: Klimaatverandering. Recent zijn mijn ouders geëvacueerd vanwege een milieuramp. Veel Amerikanen maken dat steeds meer mee, dat ze moeten vluchten voor een ecologische ramp. Dat gaat alleen maar toenemen en het gaat onze levens veel ingrijpender veranderen. Maar ook daarvoor zal de markt een oplossing bedenken: rijken zullen in gematigde klimaatzones kunnen wonen, terwijl armen zich enkel een leven in de marges van extreem klimaat kunnen veroorloven.

Waar men de voorbije jaren mee experimenteert, is dat men rechtstreeks gaat investeren in menselijk kapitaal: als een soort studentenlening, waar dan een percentage van toekomstige inkomsten tegenover staat. Mensen krijgen een prijs, een waarde toegekend, en worden daarop deels eigendom van de investeerder.

Als die dam breekt, gaan we snel radicale verandering zien. Want: jongeren die lager op de sociale ladder staan en naar een minder prestigieuze universiteit gaan, vormen een groter risico en zullen daarom een groter deel van hun toekomstige inkomsten moeten afstaan. Om een kans te maken op een goed leven en mee te kunnen in de maatschappij moet je de deal wel aanvaarden.

Kleine kinderen zullen aangemoedigd worden om aan hun toekomstige prijs te denken, net zoals ze vandaag moeten presteren om aan een goede universiteit te mogen studeren. We zullen precies weten hoeveel we op de markt waard zijn, en welke medemensen waardeloos zijn. Dat is pure sciencefiction, en toch al deels realiteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content