Sus van Elzen

‘Met zijn religieuze wetgeving werkt China de heropleving van het joods bewustzijn tegen’

Sus van Elzen Sus van Elzen is journalist en auteur

Journalist Sus Van Elzen is op doorreis in China. Voor Knack.be houdt hij een blog bij waarin hij voorbij het nieuws van de dag kijkt. Vandaar stelt hij scherp op de geschiedenis van de joden in Kaifeng.

‘Het spijt me, mijnheer, wij hebben geen Starbucks in Kaifeng’, zei de man aan de receptie. De receptie van een splinternieuw en wonderlijk mooi hotel in Japanse stijl. ‘Dit is maar een heel klein stadje, moet u beseffen.’

Kaifeng in de provincie Henan ligt zowat midden in wat traditioneel “echt” China heet, en telt inderdaad slechts een goede vijf miljoen inwoners. Een gehucht, naar Chinese stedelijke normen. En een Starbucks heeft het niet.

‘Met zijn religieuze wetgeving werkt China de heropleving van het joods bewustzijn tegen’

Maar restanten van oude glorie heeft het wel, al heeft die glorie meestal plaats gemaakt voor rommel en beton; en al is wat er van overblijft, afgezien van een tempel hier, een pagode daar, stijlvol gereorganiseerd tot pretparken in zuurtjeskleuren. Eeuwen lang was Kaifeng, af en aan, hoofdstad van China onder verschillende dynastieën, van 364 voor Christus tot onder de briljante ‘Noordelijke Song’-dynastie (A.D. 960-1127). Zeggen we maar dat het er nog iets van heeft.

Het zou onder de Noordelijke Song zijn dat, volgens de meeste versies die ik te horen kreeg, de Joden naar Kaifeng kwamen. Ze kwamen langs de Zijdeweg, uit India of uit Perzië, en werden goed ontvangen door de keizer, die hun de toelating gaf om te blijven, en hun tradities en hun religieuze gewoonten te behouden. Zo wonderlijk, hoewel ongewoon, lijkt dat achteraf niet, aangezien de Hui, moslims uit Centraal-Azië, er al waren. Dan konden een paar honderd textielhandelaars er wel bij, China was redelijk open onder de Song.

Er zijn lange en kostelijke verhalen te lezen over de Joden van Kaifeng. Ze zijn er ten slotte duizend jaar gebleven. Verhalen van Chinezen die hen voor moslims hielden (de Joden droegen blauwe keppeltjes, moslims witte — voor de Chinezen waren Joden ‘moslims met blauwe keppels’); van de Kaifeng-rabbijn Ai Tian die hoorde van de Jezuïeten met Matteo Ricci in Peking, en dacht daar een missie van Europese Joden te vinden; van de katholieke missionarissen die in Kaifeng een oudere versie van de Torah te vinden, het Oude Testament, waarin de veronderstelde verwijzingen naar de komst van Christus niet geschrapt zouden zijn; van de Joden van Kaifeng als strategisch element in het conflict tussen Jezuïeten enerzijds, en Dominicanen en Franciscanen anderzijds over de missionering van China. En uiteindelijk van de Chinese overheden, van welke aard dan ook, die aan theologische details geen boodschap hadden en redeneerden, zoals nu nog, dat Joden, Christenen, Moslims, die alle drie in één God geloven en waarschijnlijk dezelfde, dan ook maar als één groepje afgedaan moesten worden.

Moslims in het verre Westen van Turpan: nog niet bedreigd maar wel in het oog gehouden.
Moslims in het verre Westen van Turpan: nog niet bedreigd maar wel in het oog gehouden.© Maria Fialho

Alles ging goed dus, voor zover in China voor een minderheid — een bijna onzichtbaar kleine minderheid — alles goed kan blijven gaan. Met hoeveel ze waren blijft moeilijk te achterhalen. In Joodse literatuur blijken ze al gauw vergeten. De cijfers zijn uiteenlopend en tegenstrijdig. Men heeft het over duizend, misschien vijfduizend mensen. Zelfs nu is hun aantal moeilijk te schatten, zegt Ester Guo. Er zijn er zoveel met Chinezen getrouwd, en dan, Jood ben je door je moeder volgens de Westerse regels, maar volgens de Oosterse regels door je vader. Wie zal dan nu de Joden van Kaifeng gaan tellen?

Toen in 1949 de Chinese Communistische Partij aan de macht kwam, was die tegen godsdienst meer in het algemeen. De Joden van Kaifeng hielden zich discreet en overleefden de Chinese buien. De Culturele Revolutie (1966-’76) was het moeilijkste moment. Alles stukgeslagen, afgepakt, de gemeenschap over zeven provincies verstrooid. Toch waren ze er nog, toen het maoïsme voorbij was.

Ras of godsdienst?

Maar waren ze, na die duizend jaar, nu eigenlijk Chinezen of Joden? Waren ze een ras, een godsdienst? En kwam dat erop aan?

Uiteindelijk kwam het erop aan. China herbergt vele, vele minderheden. 51, of 160, naargelang hoe je ze telt. Met godsdiensten ligt dat anders. Toen de Communistische Partij de godsdiensten niet meer wou afschaffen omdat het volk, na de implosie van het maoïsme, nood had aan iets om in te geloven, beslisten ze vijf godsdiensten officieel te erkennen. Boeddhisme en taoïsme, dat waren bonafide Chinese producten. En dan katholicisme, islam en protestantisme. Daarom vind je, in de wijk van Kaifeng waar de synagoge stond, heden ten dage de drie religies van het Boek weer mooi bijeen: een katholieke kerk, een moskee, en een ziekenhuis op de plek van de synagoge. Verzoeken aan de plaatselijke overheid om een nieuwe synagoge te mogen bouwen, worden afgewezen. Want judaïsme is niet als godsdienst erkend.

‘De katholieke kerk zou volgens sommige cijfers honderd miljoen leden hebben in China, dat is meer dan de Communistische Partij.’

China is immers een tijd van onzekerheid en, dus, sluiting ingetreden. De Communistische Partij is in moeilijkheden, president Xi Jinping probeert haar te redden met campagnes, tegen de corruptie, tegen dissidentie, tegen Westerse schadelijke invloeden, of die nu over ‘Civil society’ gaan dan wel over democratisering of het recht om de Partij tegen te spreken. In die laatste campagne past een verweer tegen vreemde godsdiensten — ideologieën die potentieel veel mensen kunnen organiseren. De katholieke kerk zou volgens sommige cijfers honderd miljoen leden hebben in China, dat is meer dan de Communistische Partij. Dat is gevaarlijk voor de Partij, allemaal.

Eigenlijk waren de Joden van Kaifeng ook bijna verdwenen. Geassimileerd door gemengde huwelijken, door begaafde zonen die gingen studeren voor de keizerlijke examens — en daardoor geen tijd hadden voor hun joodse studies –, maar ook door de tijd en het isolement en de druk van de Chinese beschaving –, waren ze Chinees geworden. Niet zo lang geleden, in de jaren 2003, kwam er, door invloeden van buiten ongetwijfeld en de Chinese opening, een kleine heropleving van het joodse bewustzijn.

Ester Guo komt op voor de Joden van Kaifeng in haar gesloten museumpje.
Ester Guo komt op voor de Joden van Kaifeng in haar gesloten museumpje.© Maria Fialho

Dat werd aangemoedigd door Amerikaanse en Israëlische organisaties als Yiceleye en Shavei Israël. Emigratie naar Israël werd georganiseerd. Een museum-in-de-dop ontstond in het huisje van Ester Guo Yan, in het laantje naar de moskee en de katholieke kerk. Zij vindt het haar taak de geschiedenis en huidige situatie van de Joden van Kaifeng te bewaren en te vertellen. Ook dat ging goed, tot Xi Jinping zijn campagne tegen Westerse invloeden begon. Dan moest het Joodse museumpje dicht, werd de joodse versiering boven het poortje afgezaagd, Ester Guo geïntimideerd. Een anti-joodse campagne in Kaifeng? De feiten wijzen daar op. ‘Antisemitisme is het niet,’ zegt Ester, ‘het is de Chinese religieuze wetgeving die wordt toegepast. We zullen moeten wachten tot China weer sterk genoeg is, zoals onder de Song dynastie, om niet meer bang van ons te zijn.’

Ester beschouwt zichzelf als “een vreemdelinge” in China, te weten een “israëlitische”. Maar naar Israël emigreren wil ze niet. In China wil ze blijven, en opkomen voor de Joden van Kaifeng. Dat is haar job.

In de oeroude Xiangguo-tempel intussen, een van de tien belangrijkste boeddhistische tempels in China, komen honderden gelovigen bidden bij Avalokiteshvara, om hulp voor de mensen om in het paradijs te raken. Zelfs de regering wil daar blijkbaar bij helpen.

Maar sommige katholieke kerken hebben al last gehad, zegt Ester. Daarin alleszins zijn de Joden van Kaifeng niet meer alleen.

Kaifeng: in de boeddhistische tempel bidt een vrouw voor hulp op de weg naar het paradijs.
Kaifeng: in de boeddhistische tempel bidt een vrouw voor hulp op de weg naar het paradijs.© Maria Fialho

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content