Met onze China-politiek hebben we vooral onszelf belazerd

© Reuters

‘China heeft aldoor volgehouden dat het zijn eigen koers wilde varen, maar onze zakenlui waren te gretig’, zegt Jonathan Hoslag (VUB).

Door de grondwetsherziening die het Nationaal Volkscongres deze week doorvoert in China, zal president Xi Jinping minstens tot 2028 kunnen aanblijven en zal de Communistische Partij haar greep op de politiek vergroten. Het is de bevestiging van een proces dat al een tijd aan de gang is: van bij zijn aantreden in 2012 heeft Xi de macht over het leger, de politieke besluitvorming, de economie en de media naar zich toegetrokken. In plaats van de Staatsraad zijn werk te laten doen, nam hij de regie over.

Als die evolutie ons in Europa iets duidelijk maakt, dan wel dat pakweg twintig jaar van ‘constructief engagement’ nergens toe heeft geleid. In de jaren 1990 dachten we: ‘Als we maar handeldrijven met China, zal dat land liberaliseren.’ Dat is op een fameuze teleurstelling uitgedraaid. Al die tijd hebben we de Chinezen de volledige toegang tot de Europese markt gegeven, terwijl de openheid in China bijzonder selectief bleef. De politieke inmenging in de economie is er gigantisch. De Communistische Partij staat nog altijd in het centrum. Inspanningen om het politieke bestel te democratiseren zijn stilgelegd.

Met onze China-politiek hebben we vooral onszelf belazerd.

Eigenlijk hebben we vooral onszelf belazerd. China heeft aldoor volgehouden dat het zijn eigen koers wilde varen, maar onze zakenlui waren te gretig. Ze hadden weinig op met principes. Constructief engagement werd opportunistisch engagement. Europa heeft China’s autoritarisme sterk gemaakt. Terwijl wij elk jaar gemiddeld 2 procent van het Chinese bbp bijdroegen, heeft China de Europese democratie mee verzwakt door gemiddeld 1 procent van ons bbp af te troggelen. Het Chinese leiderschap heeft bereikt wat het wilde bereiken, wij zijn mislukt. Onze leiders weigeren met die strategische blunder in het reine te komen. Allemaal houden ze hun mond: de sociaaldemocraten ondanks het ondergraven van de welvaartsstaat, de liberalen ondanks het aanhoudende protectionisme, de nationalisten ondanks de funeste invloed van China op onze strategische belangen.

Wat verandert er met de machtsgreep van Xi? Weinig, eigenlijk. De plannen van China zijn duidelijk. Ze zullen nu, wellicht, alleen nog doortastender worden uitgevoerd. Samengevat wil China de komende vijf tot tien jaar: het gemiddelde inkomen van zijn burgers doen aanzwellen tot rond de 10.000 euro per jaar, een onafhankelijke hoogtechnologische industrie op poten zetten, infrastructuur van wereldklasse uitrollen, en de militaire machtsbalans in Oost-Azië in zijn voordeel doen kantelen. Bovenal: de Communistische Partij, met haar bijna 90 miljoen leden, moet dominant blijven – met Xi als de grote voorman.

En de Chinese buitenlandpolitiek? Ook die hoeft niet noodzakelijk een metamorfose te ondergaan. Xi’s beleid bouwt verder op de politiek die sinds Deng Xiaoping in voege is: de grootste in Azië worden, liefst zonder kostbare middelen aan oorlog te verspillen. China zal zich blijven concentreren op de uitbreiding van zijn economische invloed. Via de nieuwe zijderoute, bijvoorbeeld. Of door kleinere landen financieel aan zich te binden. Tezelfdertijd bereidt China zijn Volksbevrijdingsleger voor op een confrontatie: het land zal die niet opzoeken, maar zal ze ook niet schuwen als zijn kernbelangen bedreigd worden.

Terwijl wij elk jaar gemiddeld 2 procent van het Chinese bbp bijdroegen, heeft China de Europese democratie mee verzwakt

Op één vlak heeft de machtsgreep van Xi wél invloed: de kwestie-Taiwan. De meeste Taiwanezen willen hun autonomie behouden, ze zijn beducht voor een hereniging met de Chinese Volksrepubliek. Dat Xi en de Communistische Partij hun greep versterken, betekent wellicht dat de Taiwanezen, zeker de jongeren, nog achterdochtiger zullen worden. Xi heeft al een paar keer onderstreept dat de hereniging niet eindeloos kan worden uitgesteld, maar de kans wordt kleiner dat dat met wederzijdse toestemming zal gebeuren. Een kwestie, met andere woorden, om goed in de gaten te blijven houden.

Voor de moeilijke verstandhouding tussen China en de Verenigde Staten is de politieke evolutie in Peking minder cruciaal. De machtsbalans kentert al lange tijd in het voordeel van de Chinezen. In Washington leidt dat tot ongerustheid. Xi heeft daarop, net als zijn voorgangers, gereageerd met wortel en stok. Enerzijds probeert hij de Amerikanen op afstand te houden, door militaire afschrikking. Anderzijds houdt hij Donald Trump de optie van strategische samenwerking voor: een nieuwe grootmachtenpolitiek.

Bovenal daagt Xi het Westen eens te meer uit om te bewijzen dat een democratisch bestel, met zijn politieke vrijheid, zich kan handhaven tegen een autoritair bestel waarin die vrijheid meer dan ooit aan banden wordt gelegd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content