Meeste Israëli’s willen kernwapenvrij Midden-Oosten

De meeste Israëli’s zouden een kernwapenvrij Midden-Oosten steunen, zelfs als Israël zijn kernwapens daarvoor moet opgeven.

Dat blijkt uit een opiniepeiling onder Israëlische burgers. Twee derde vindt dat hun regering meer moet doen voor vrede.

Het opinieonderzoek, dat gisteren werd gepresenteerd door Shibley Telhami, hoogleraar en onderzoeker van het Brookings Instituut, is in november uitgevoerd onder duizend inwoners van Israël, zowel Joodse als Palestijnse en Arabische.

Terwijl bijna alle Israëlische Joden geloven dat Iran een kernwapen zal ontwikkelen, zou 63 procent liever zien dat geen van beide landen kernwapens heeft. 19 procent heeft liever dat de landen dan allebei een kernmogendheid zijn. Een aanval op Iran wordt gesteund door een krappe meerderheid van 43 tegen 41 procent van de Joodse Israëli’s. Van de Arabische Israëli’s steunt maar 4 procent zo’n aanval.

De helft van de Joodse Israëli’s gelooft dat de Arabische lente niet goed voor Israël zal uitpakken, tegen 15 procent die dat wel denkt. Er is weinig geloof in de democratisering van de landen. Mochten de Arabische landen wel democratisch worden, dan denkt 44 procent dat zoiets wel goed is voor Israël, tegen 22 procent die pessimistisch blijft.

Erdogan

De ruime meerderheid van de Arabische Israëli’s en de Palestijnen steunt de opstandelingen in de verschillende Arabische buurlanden. De helft is uitgesproken optimistisch over de ontwikkelingen. Bij de vraag op wie de nieuwe president van Egypte moet lijken, antwoordt 33 procent de Turkse premier Erdogan, 16 procent Mandela en 10 procent Obama.

Hun mening over de Palestijnse kwestie is opvallend genoeg verschoven ten opzichte van vorig jaar. Een voorstel om een aantal Arabische steden, die nu in Israël liggen, over te dragen aan een nieuwe Palestijnse staat, werd vorig jaar door 58 procent afgewezen. Nu was dat maar liefst 78 procent.

Ook hun mening over de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen is sterk veranderd. Het recht van de vluchtelingen om terug te keren werd vorig jaar door 57 procent van de Arabische Israëli’s genoemd als eis die niet opgegeven kan worden. 28 procent vond het “belangrijk, maar er moet een compromis worden gevonden”. 11 procent vond het “niet heel belangrijk”. Dit jaar is het andersom: 57 procent wil een compromis, 34 procent niet, en maar 5 procent vind het niet heel belangrijk.

Telhami had geen verklaring voor de drastische verschuiving. Wel wist hij te melden dat mensen met vluchtelingen in de familie veel meer geneigd waren om tegen een compromis te zijn dan mensen zonder vluchtelingen in de familie.

Discriminatie

Ongeveer evenveel Joodse als Arabische Israëli’s (52 en 57 procent) vinden dat er voor de Arabische minderheid “wettelijke gelijkheid is, maar institutionele en maatschappelijke discriminatie”. Onder de overige respondenten vindt de rest van de Arabieren echter grotendeels (36 procentpunt) dat de verhouding er een is van “apartheid”, terwijl van de rest van de Joden de meerderheid (33 procentpunt) de verhouding “volledig gelijk” vindt.

Als het gaat om de toekomst is er weinig optimisme. Zo’n 6 procent van de Joodse Israëli’s denkt dat het conflict in de komende vijf jaar wordt opgelost, 42 procent gelooft dat het langer duurt, en 49 procent gelooft dat het nooit wordt opgelost. Wel vindt maar liefst tweederde van de Joden dat de regering meer moet doen aan een “uitgebreide vrede met de Arabieren, gebaseerd op de grenzen van 1967 met de overeengekomen wijzigingen”. Dat betekent dat ze over de handelswijze van de regering-Netanyahu in meerderheid niet te spreken zijn. (IPS/MP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content