Een recordaantal van 2.093 vluchtelingen heeft maandag de grens tussen Servië en Hongarije, in de buurt van het Hongaarse dorpje Röszke, overgestoken. Nooit eerder overschreden zoveel mensen op een dag tijd de grens.
De vluchtelingen maken deel uit van de groep van zowat 7.000 mensen die West-Europa proberen te bereiken en vorige week hun tocht tijdelijk moesten staken toen Macedonië de noodtoestand uitriep en zijn grenzen sloot. Dat gebeurde nadat ook dat land te maken kreeg met een grote toevloed aan vluchtelingen.
Verschillenden van hen zeiden aan journalisten ter plaatse dat ze via Macedonië en vervolgens via Servië gekomen waren. “Twee dagen zijn we tegengehouden in Macedonië. De rellen waren vreselijk, de politie gebruikte wapens en traangas”, aldus een 29-jarige Irakees. “Ik zag hoe een oude vrouw geslagen werd, en haar geld en papieren gestolen werden.” Sinds begin dit jaar hebben meer dan 100.000 asielzoekers zich in het land geregistreerd, meer dan het dubbel van heel 2014. In 2012 ging het om 2.000 mensen.
Röszke, in het zuiden van het land, is een van de weinige delen van de Hongaarse grens met Servië die nog niet geblokkeerd is door de muur. Het bouwen van die muur is een van de maatregelen die de conservatieve Hongaarse regering genomen heeft om om te gaan met de toevloed aan vluchtelingen. Daarnaast zijn de wetten over het toekennen van asiel verstrengd en zijn er boetes voor het illegaal oversteken van de grens. Het land is ook van plan om de permanente kampen voor vluchtelingen te sluiten.
In Bulgarije worden intussen 25 militairen en “lichte gepantserde voertuigen” naar de Bulgaars-Macedonische grensposten gestuurd. “Hun aantal kan verhogen als de situatie ernstiger wordt”, aldus een verantwoordelijke van het ministerie van Defensie op de overheidsradio BNR. Bulgarije kent op dit moment niet de toestroom die andere Balkanlanden wel kennen. (Belga/NSK)
