Bij een reeks aanslagen in de Syrische kuststeden Jableh en Tartus zijn minstens 100 mensen om het leven gekomen. Dat meldt het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten. Islamitische Staat heeft de aanslagen opgeëist.
Terreurgroep IS heeft vier aanslagen in Jableh gepleegd en drie in Tartus. De aanvallen zouden uitgevoerd zijn door zelfmoordterroristen en met bomauto’s. In Jableh zou een explosie plaats gevonden hebben in de buurt van een ziekenhuis.
De twee getroffen steden liggen in Syrisch regeringsgebied. De terreurgroep wou naar eigen zeggen aanhangers van de Syrische president Bashar al-Assad treffen. De provincie Latakia telt ook veel alawieten, een religieuze gemeenschap waartoe ook al-Assad behoort.
In Tartus ligt een maritieme basis van de Syrische bondgenoot Rusland, die bombardementen uitvoert tegen IS en rebellengroepen. Voorheen waren de twee getroffen steden van het grootste geweld gespaard gebleven in de Syrische burgeroorlog.
Over het precieze dodental bestaat nog geen zekerheid. Het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten heeft het voorlopig over minstens 70 doden in Jableh en meer dan 48 doden in Tartous. De Syrisch minister van Binnenlandse Zaken houdt het op een totaal van 78 doden. Waarschijnlijk loopt het aantal doden nog op.
De Syrische oorlog brak uit in 2011 en heeft al minstens 260.000 mensen het leven gekost. (RDC)
