Sus van Elzen

Kunstrestaurateurs in China, een land waar niets toevallig gebeurt

Sus van Elzen Sus van Elzen is journalist en auteur

Ondanks het feit dat Chinese miljardairs miljoenen betalen voor klassieke Chinese schilderijen, vindt de overheid steun aan restaurateurs niet prioritair. Sus van Elzen bezocht in China een familie die de kunst van restaureren al generatie op generatie doorgeeft.

Maandag 20 oktober, na zes heldere dagen, was de smog – toepasselijk – weer in de stad, want in Peking begon het plenum van het Centraal Comité, waar partijbonzen gingen praten over wetgeving en legaliteit in de Volksrepubliek. Dit is een heel belangrijk thema in China, maar waar het zou op uitdraaien wist niemand. Sommigen verwachten verbeteringen in de rechtspraak (rechtbanken die meer aan Peking gebonden zijn en minder aan lokale belangen), anderen verwachten meer van hetzelfde. De loodzware ironie die hierover hangt, is die van de anticorruptie-campagne die haar tweede jaar ingetreden is en zeker de legaliteit wil opkrikken in het land, maar dat doet met bij uitstek buitenlegale middelen.

Intussen deed president Xi Jinping in de aanloop naar dit zeer politieke gebeuren een fel opgemerkte interventie tijdens een drie uur durend forum, en wel over cultuur. Zeker, het was weer zo’n presidentiële toespraak zoals men die hier houdt, waarin alles (en z’n tegendeel) gesteld wordt en alleen experts kunnen u achteraf uitleggen, tegen betaling, wat waarschijnlijk de boodschap precies was.

Verboden stad, Peking
Verboden stad, Peking© Maria Fialho

Dus Xi had het over socialistische waarden en Chinees patriottisme. Echo’s van de beruchte toespraken van Mao Zedong in 1942 in Yenan, werden door iedereen opgemerkt. Hij sprak over de lange Chinese traditie en de stank van commercialisering en geld (in China: de stank van het geld!). Ook kunstenaars die hun publiek in het volk moesten zien, en tegelijkertijd bij het volk hun inspiratie moeten halen, was een van de boodschappen.

Elk onderdeel apart genomen misschien niet onwaar, maar samen in de pot geroerd een behoorlijk onfris riekend mengseltje, vooral omdat Xi daarbij nog pleitte voor “democratie” in de kunst, en zowaar de oude slogan van Mao Zedong aanhaalde: “Laat honderd bloemen bloeien, laat honderd scholen wedijveren”, die in de jaren vijftig dienst deed om er intellectuelen en ontevredenen mee uit hun schuilholen te lokken – en ze prompt te elimineren. De president rekent op de vergeetachtigheid van zijn onderdanen. Wat dit alles met de politiek van het moment te maken heeft blijft onduidelijk, maar niets is toevallig in China.

386 expert restaurateurs

Toch kwam ook de onsterfelijke Chinese cultuur aan bod. Xi Jiping erfgenaam van Mao Zedong die de Chinese cultuur wilde uitroeien, en als bijna-bewoner van de keizerlijke Verboden Stad, die onder Mao tot Gu Gong was herdoopt, “Paleismuseum”, sprak erover.

In de reserves van het Paleismuseum in de Verboden stad zitten namelijk, ruw geschat, zo’n 20.000 vaak eeuwenoude schilderijen. Elk jaar worden daar een stuk of wat van tentoon gesteld, 29 of 30, maar hun gewone verblijfplaats is de kasten van het Gu Gong. Die schilderijen (hangrollen, handrollen, waaiers) zijn meestal geschilderd op zijde of papier, kwetsbare dragers die verslijten en vergaan. Elk werk, zegt expert restaurateur Qian He, zou om de dertig tot vijftig jaar uit de kast gehaald moeten worden, en gekeurd en hersteld waar nodig. De restauratie van een schilderij zal in Peking rond de zes maanden vergen (in de VS, waar hij al werkte, behandelde hij twee werken in drie maanden: de kunstwerken worden daar zorgvuldiger opgeborgen, in China is de opslag heel slecht). Als één restaurateur dit werk alleen zou moeten doen, zou die daar 10.000 jaar voor nodig hebben.

Het punt is dat er vorig jaar nog 386 expert restaurateurs in China overbleven. Aangezien de meesten van hen al oud zijn, nu wellicht minder. En er zijn in de Volksrepubliek geen opleidingen voor de restauratie van klassieke schilderijen.

Het is een vak — een kunst — dat van vader op zoon wordt overgedragen. Qian He is de vierde generatie restaurateur. Hij leerde het van zijn moeder, Zheng Zhi Hong, die het had van grootvader, en die weer van overgrootvader Liu Ting Zhi, een bijna legendarische figuur heel hoog in het restauratiebedrijf tijdens de Qing dynastie. Zijn moeder, nu met pensioen, deed restauratie in het Gu Gong, zijn oom werkt er nu. (Er kunnen geen twee restaurateurs van dezelfde familie tegelijk in het Gu Gong werken.)

Volksrepubliek verlaten

Wat Qian en zijn maat Jeremy Wang me probeerden uit te leggen is dat zij een poging willen doen om de restauratiekunst, als onderdeel van de Chinese cultuur, in China te redden. Door een schooltje op te richten voor restauratie-expertise waar ook moderne, westerse technologie zou ingevoerd worden die momenteel in China totaal ontbreekt, en een atelier ernaast. En dat ze daar steun voor nodig hebben uit het buitenland want in de Volksrepubliek vindt de overheid dit niet prioritair. (Dit ondanks het feit dat Chinese miljardairs miljoenen betalen voor klassieke Chinese schilderijen.)

Zheng Zhi Hong, derde generatie restaurateur
Zheng Zhi Hong, derde generatie restaurateur© Maria Fialho

Zelf wil Qian He erover praten en eraan helpen duwen, maar ervoor in China blijven zal hij niet. Dat heeft met overgrootvader Liu Ting Zhi te maken. Die was, als opperste expert restaurateur, een belangrijk man, en had zijn eigen atelier in Shanghai en een aanzienlijke kunstverzameling. Na de maoïstische machtsovername in 1949 gaf hij duizend schilderijen aan het museum van Shanghai (het was verboden er ook maar één zelf te behouden), die nu honderden miljoenen Yuan waard zouden zijn. Dat was veel maar niet genoeg. Tijdens de Culturele Revolutie (1966-’76) kon hij niet blijven werken, en de familie werd naar het platteland gestuurd, zoals miljoenen anderen. Ze zouden er omgekomen zijn als de op een dag de regering hem niet naar de Verboden Stad in Peking geroepen had, voor de restauratie van een onherstelbaar schilderwerk uit een Han-dynastie graf in Hunan. Anders zou het hier opgehouden zijn.

Een klassiek Chinees landschap is een gedroomd landschap, met bergen en boompartijen in de mist, een riviertje, een wijze die naar een half verborgen tempel opklimt, een bootje op het water. Er zijn, zei Qian He, in China nog tachtig experts in leven die de weg hierin tussen echt, kopie, namaak, navolging en topwerk nog meester zijn. Het is tijd om iets te ondernemen. Zelf zal hij met vrouw en kinderen de Volksrepubliek verlaten en in het Amerikaanse Michigan gaan werken als expert restaurateur. Heeft zijn familie met de opening van China — veel mensen kregen hun geconfisqueerde woningen terug — schilderijen teruggekregen? “Met nieuwjaar,” zei hij, “geeft het museum aan al zijn medewerkers een kalender. Omdat wij aan de collectie bijgedragen hebben, krijgen wij er twee.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content