Erik De Bom (KU Leuven)

Kiezer mag Europa niet links laten liggen

Erik De Bom (KU Leuven) Postdoctoraal onderzoeker aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (KU Leuven) en als senior onderzoeker verbonden aan het Leuvens Centrum voor Global Governance Studies.

Als burger van de EU kan en mag de politiek op dat niveau ons niet onberoerd laten, betoogt postdoctoraal onderzoeker Erik De Bom.

Doordat België lid is van de EU zijn alle Belgische staatsburgers automatisch ook EU-burger. En dat geldt evenzeer voor de burgers van de andere EU-lidstaten – of ze nu komen uit landen die alle lange tijd lid zijn zoals Frankrijk en Italië of landen die pas zijn toegetreden zoals Roemenië, Bulgarije of Kroatië. De automatische toekenning van het EU-burgerschap komt naast (maar niet in de plaats van) het nationale burgerschap. Het is een soort ‘extraatje’ dat vele voordelen omvat, waaronder het recht om zich vrij te bewegen en vrij te verblijven in heel de EU. Maar door de instelling van dit burgerschap zijn we ook allen met elkaar verbonden en vormen we een volk.

Rationele samenwerking

Het EU-burgerschap laat veel mensen evenwel eenvoudigweg koud. En voor velen – zo niet zelfs een grote meerderheid – is dit Europese volk een fictie. Voor hen hoeft er ook helemaal geen sprake te zijn van een eengemaakt Europees volk. Europa is niet meer dan een verzameling volkeren die naast elkaar bestaan zonder dat er een de suprematie heeft. Het unieke van de EU ligt er juist in besloten dat ze er ook niet naar streeft één volk te worden. Ze berust op verschillende volkeren die samenwerken zonder één te worden. In tegenstelling tot de lidstaten evoceert ze (nog steeds volgens deze opvatting) geen loyauteit, maar vraagt ze niet meer dan constitutionele discipline.

Deze constitutionele discipline vereist regels waarvan de leden zelf de geldigheid bepalen en erkennen. De reden dat staten en burgers deze EU discipline aanvaarden is dat zij zich neerleggen bij normen, niet omdat die bepaalde gedeelde waarden reflecteren, maar louter uit berekening of instemming met de regels. Dat zou net het sterke punt zijn van de EU. Ze heeft een soort abstract en waardevrij karakter dat haar burgers in staat stelt overeenstemming te vinden met betrekking tot bepaalde regels over de verschillende (nationale) waarden heen. Puur rationale overwegingen liggen aan de basis van de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten.

Politieke keuzes

Een dergelijke benadering ziet de EU als niet veel meer dan een louter probleemoplossende entiteit. En dat is de EU natuurlijk ook in zekere zin. Maar ze is veel meer dan dat. Zo laat de EU zich ook in met herverdeling – zij het nog in beperkte vorm – via allerhande fondsen, zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (201 miljard voor de periode 2007-2013), het Europees Sociaal Fonds (10 miljard per jaar), het Cohesiefonds (70 miljard euro voor de periode 2007-2013) en het Solidariteitsfonds (1 miljard per jaar). In tegenstelling tot de beginperiode van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap gaat het niet louter om het wegwerken van handelsbelemmeringen en het instellen van gelijke marktvrijheden.

De EU streeft er onder meer naar te komen tot een vorm van harmonisatie van de uiteenlopende regio’s. Daarvoor is het niet voldoende om (zoals eerder) na te laten bepaalde maatregelen op te leggen, maar moet men actief ingrijpen. Zo’n ingrijpen is een politieke daad. En die vereist natuurlijk bepaalde keuzes waardoor er ook nood is aan uitgesproken gemeenschappelijke visies. De verschillende bevolkingen van de lidstaten kunnen niet eenvoudigweg naast elkaar bestaan, maar moeten wel tot op zekere hoogte handelen als Europees volk.

Europees burgerschap

Als burger van de EU kan en mag de politiek op dat niveau ons niet onberoerd laten. De fundamentele keuzes die gemaakt moeten worden roepen de EU-burgers over de nationale grenzen heen op tot loyauteit om na te denken over de manier waarop we onder meer onze schaarse goederen willen verdelen. Wie moet wat krijgen en waarom? Daarvoor bestaan geen ‘neutrale’, ‘abstracte’, ‘waardevrije’ regels die haast blind kunnen nagevolgd worden. Elke keuze impliceert een bepaalde visie en vooronderstelt bepaalde waarden. Dat toont aan dat de EU inderdaad meer is dan een probleemoplossende entiteit.

De Europese verkiezingen mogen dan ook niet in de marge plaats hebben van onze federale en regionale verkiezingen. Dat betekent niet dat het EU-burgerschap in de plaats treedt van ons nationale burgerschap, laat staan dat het exclusief zou zijn en het een het ander uitsluit. Dat was ook nooit de bedoeling van de EU. Het is een aanvulling op het nationale burgerschap, maar dat neemt niet weg dat we ook op het vlak van de EU belangrijke keuzes moeten maken. Het gaat dus niet op alleen als een soort consumenten stilzwijgend de voordelen te plukken van een eengemaakt Europa. Welke richting de EU moet uitgaan kan niet beslist worden door de ’technocraten’ in Brussel; dat is aan de EU-burger.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content