Rudi Rotthier

Kan Bernie Sanders nog winnen, kan Donald Trump nog verliezen?

Na de eerste presidentiële voorverkiezingen ziet het er bij de Democraten beter uit voor Hillary Clinton dan voor Bernie Sanders, en ligt Donald Trump een straat voor bij de Republikeinen. Kan het anders worden?

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Eerst het goede nieuws voor de achterop liggende kandidaten: er is nog weinig gebeurd. Bij de Democraten wordt vanavond in South Carolina de voorverkiezing gehouden, en dan zullen ongeveer 5 procent van de vertegenwoordigers voor de Conventies zijn aangeduid. Op Super Tuesday, 1 maart, wordt voor beide partijen ongeveer een kwart van de vertegenwoordigers gekozen, en in de loop van maart zal meer dan de helft worden aangeduid. Het grote werk moet nog beginnen. In 1992 verloor Bill Clinton in vier staten alvorens in Georgia te winnen. Het belette hem niet om president te worden.

Maar Bernie Sanders en aan de Republikeinse kant, het niet-Trump-kamp, hebben wel reden tot grote bezorgdheid. Ze liggen niet alleen achter in de resultaten, ze liggen ook achter in de vooruitzichten.

Kunnen ze het tij keren?

Bernie Sanders, de welwillende oom op zoek naar scherpe tanden

Eerst Sanders. Hij had deze week ook enig goed nieuws. In twee nationale peilingen kwam hij op gelijke hoogte met Hillary Clinton. Analisten hechten niet zo heel veel belang aan die peilingen. Ze baseren hun resultaten op enkele honderden gepeilden in een land van 330 miljoen mensen. Er zijn veel onbesliste stemmen in dergelijke peilingen. Maar Sanders verwees in elk interview, op elke meeting, naar dat goede nieuws. De campagne heeft nog andere pluspunten. Ze heeft veel geld, de miljoenen donoren hebben volgens Sanders tot nu gemiddeld 27 dollar gegeven, en mogen volgens de Amerikaanse wetgeving blijven bijstorten, wat ze in grote getale doen. (Bij Clinton geven proportioneel veel donoren meteen het maximum van 2.700 dollar – zij kunnen daarna tijdens de voorverkiezingen niet meer storten)

Tot vorige zaterdag zaten de kopzorgen eerder in het Clintonkamp. Her en der werden die zorgen als paniek omschreven. Sanders had in de staat New Hampshire met een overweldigende voorsprong van 22 procent gewonnen. In de peilingen kwam hij ook langszij in Nevada, nadat hij eerder 25 procent had achtergelegen. Clintonfans begonnen te vrezen voor een herhaling van 2008, met de stugge en bejaarde Sanders in de rol van de charismatische, jonge Obama.

Maar voor Sanders liep het minder goed dan gehoopt in Nevada. Hij verloor de caucus met 5 procent verschil. Hij won bij kiezers die jonger zijn dan 45 en hij won volgens enigszins betwiste peilingen bij Spaanstaligen. Maar hij verloor fors bij zwarte kiezers, van wie 76 procent op Hillary stemde. Hij verloor bij de plus 45-jarigen, die bijna altijd en overal in de VS talrijker opdagen dan de jongeren. Hij verloor globaal bij vrouwen. Clinton won volgens plaatselijke bronnen duidelijk bij de vakbond van het keukenpersoneel, die geen stemadvies had gegeven, maar die er wel voor had gezorgd dat de leden vrij kregen voor de caucus. Bij niet-vakbondsleden eindigde het gelijk.

De winst leidde tot zichtbare opluchting bij Hillary, leidde tot geruststelling bij de grotere geldschieters.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In het kamp van Sanders was de ontgoocheling tastbaar. In Nevada wist hij zijn momentum niet te verzilveren, en dat in het vooruitzicht van enkele lastige staten.

Vanavond, in de voorverkiezing van South Carolina, wordt het waarschijnlijk zelfs niet nipt. De recentste peiling geeft er 60 procent van de stemmen aan Clinton, tegen 38 voor Sanders. Sanders heeft zelf al aangegeven dat de enige hoop erin bestaat dat de immense kloof in South Carolina ietwat kleiner wordt. Hij voerde er maar deeltijds campagne, en zette zich al meer in voor Super Tuesday, waar Hillary ook de beste kaarten heeft.

Sinds Nevada geeft de Sanderscampagne meer uit dan ze binnenkrijgt. Daarnaast zijn er nog drie grote problemen: de opkomst, de zwarte kiezers, de (monotonie van de) boodschap.

Bernie is Barack niet

In de staten waar tot dusver is gestemd, kwamen beduidend minder kiezers opdagen dan ten tijde van het duel tussen Obama en Clinton in 2008. In Nevada brachten 80.000 mensen hun stem uit in de Democratische caucus. In 2008 waren het er 120.000. Het enthousiasme over ‘The Bern’, vertaalt zich niet in een verhoogde stembusgang, terwijl bij de Republikeinen de opkomst tot dusver altijd stukken hoger ligt dan bij voorgaande gelegenheden. Donald Trump en Bernie Sanders vullen allebei grote zalen, maar Trump mobiliseert tot dusver veel beter in het stemhokje. Sanders heeft nochtans een hoge opkomst nodig om Clinton en het partijapparaat te kunnen verslaan.

Een bijkomend probleem voor maart: vele verkiezingen in die maand vallen tijdens de ‘spring break’, de lentevakantie voor studenten, waarbij tienduizenden jongeren hun campus verlaten en in het zuiden van het land gaan fuiven. Die studenten vormen op vele plaatsen het hart van de campagne van Sanders.

Als hij wil winnen, moet hij meer groepen aanspreken, en niet alleen of vooral de witte jongeren. Hij zal bovenal zwarte kiezers moeten vinden. In South Carolina, zoals ook in sommige andere zuidelijke staten, is de meerderheid van Democratische kiezers zwart. Die groep geeft Clinton dikwijls een beslissende voorsprong.

Bernie vertelt over Martin Luther King

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hillary heeft via Bill Clinton (“de eerste zwarte president”, volgens Nobelprijswinnaar Toni Morrison), via haar 20 jaar in de zuidelijke staat Arkansas, en via haar periode als Buitenlandminister van Obama, via haar werk rond onderwijs en gezondheidszorg, een band gecreëerd met zwarte groepen, die haar nu helpen. Ze speelde er deze week perfect op in met advertenties waarin Morgan Freeman (de stem van God in enkele films) haar aanprijst, of waarin ze de namen uitspreekt van de ongewapende zwarten die recent sneuvelden onder politiegeweld. Op vele plaatsen is ze niet op haar gemak, maar ze is zichtbaar op haar gemak in zwarte kerken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Daar stond, ook deze week, Sanders tegenover, klaarblijkelijk onvoorbereid gedropt in een kantine waar zwarte aanwezigen hem niet herkenden en waar hij hulpeloos zijn boodschap probeerde te verkondigen.

Sanders, die in de vroege jaren 60, en vroeger dan Clinton, actief was in de burgerrechtenbeweging, die gearresteerd werd toen hij in Chicago actievoerde tegen raciaal gescheiden logies, die met Martin Luther King ging betogen in Washington, onderneemt al enkele maanden pogingen om zijn achterstand bij zwarte kiezers weg te werken, maar de achterstand, hoewel verkleind, blijft aanzienlijk.

Hij woont en werd parlementslid in het heel witte Vermont. Als parlementslid was hij niet bijzonder actief bezig met rassenkwesties. De economie was zijn punt van focus. En hij vertoont ook nu de neiging alles tot sociaaleconomische kwesties te herleiden, terwijl Hillary er bij elke gelegenheid op hamert dat discriminatie en achterstelling niet alleen sociaaleconomisch zijn. Dat er ook zoiets bestaat als wit privilege. Ze lijkt echt te begrijpen wat discriminatie betekent.

Vele zwarten, schrijft de (zwarte) columnist Charles M. Blow deze week in The New York Times, vragen zich af waarom ze nog nooit gehoord hebben van een 74-jarige man die beweert dat hij hun belangen dient. Sanders, die het lastig heeft om over zijn eigen leven te praten, moet dringend beginnen te vertellen over zijn ervaringen in de vroege jaren 60, over de actie waarvoor hij in de gevangenis belandde, over zijn rol in de burgerrechtenbeweging. Anderen hebben in twijfel getrokken wat hij toen deed. Legendarisch parlementslid John Lewis, zelf ontelbare keren in de gevangenis gegooid en gemolesteerd tijdens de burgerrechtencampagne, verklaarde dat hij Sanders in al die tijd nooit heeft ontmoet.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Er zit ook, merkte Blow eerder op, iets in de boodschap van Sanders dat zwarten en wellicht andere minderheden wantrouwig stemt. Sanders praat met enige nostalgie over een Amerika dat geacht wordt billijk te zijn, maar dat het minder en minder is. Hij verwijst soms naar de jaren vijftig. Zwarten, aldus Blow, die naar die tijd kijken zien ellende, met bijvoorbeeld vakbonden waarvan ze geen deel mochten uitmaken. De nostalgie, die werkt bij de witte aanhang van Sanders, werkt averechts bij zwarten.

Maar bij een (vooral jonger deel) van de bevolking krijgt Sanders ook zwarte aanhang. En hij krijgt beroemde supporters, van Harry Belafonte tot Spike Lee. Maar dat zijn bijna allen noordelijke zwarten, wat, volgens Blow een wereld van verschil maakt, en de voorsprong van Hillary in het zuiden grotendeels ongemoeid laat.

One trick pony

Hillary Clinton schildert Sanders af als een ‘one trick pony’, iemand met maar één boodschap, die hij bovendien nooit zal kunnen realiseren. Dat is zeker een probleem. Terwijl Hillary, de “progressieveling die dingen gedaan krijgt”, gedetailleerde, becijferde voorstellen voorlegt, doet Sanders uit de doeken dat het met een politieke revolutie zal moeten gebeuren, dat zijn kiezers hun parlementsleden onder druk zullen moeten zetten om zijn voorstellen goedgekeurd te krijgen. Hij vergelijkt dat soms met de burgerrechten in de jaren 60, of met de holebirechten. Die kwamen er zonder dat er een parlementaire meerderheid voor bestond.

Sanders heeft op vele terreinen standpunten, maar hij is wel geneigd telkens hetzelfde verhaal af te steken, tot bloedens toe, en liefst nog abstract ook, gespekt met statistieken. Clinton, met al haar zwaktes (zie verder), is een formidabele kandidaat, die net probeert concreet te zijn. Deze week kreeg ze tijdens een town hall meeting een vraag van een Sanders-supporter over studentenleningen. Ze vroeg meteen naar de rentevoet, vertelde hoe zij op die rentevoeten zou ingrijpen, hoe verschillende systemen verschillende effecten gaven. De details waren eindeloos. De Sanders-aanhanger die de vraag had gesteld, en die helemaal gewonnen was voor het gratis hoger onderwijs dat Sanders voorstelt, wist minder van haar eigen situatie af dan Clinton, en was best onder de indruk.

Clinton stelt haar campagne geregeld bij. Zo kreeg ze kritiek omdat ze vaak het woord ‘ik’ in de mond neemt. Vanaf haar overwinningsspeech in Nevada is het al ‘wij’ wat de klok slaat.

Sanders is wat dat betreft minder veranderlijk, en minder geneigd een verse, laat staan prikkelende verpakking van zijn ideeën te voorzien. Hij heeft ook nog niet al te veel beklijvende advertenties gelanceerd. Eigenlijk maar één: ‘America’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Negatieve Bern?’

Hij zal wellicht, en dat is een gevoelig punt, moeten overwegen om negatiever over Hillary te praten. Sanders gaat er prat op dat hij nog nooit een negatieve campagne heeft gevoerd, hij is voor zijn aanhang een soort knorrige maar welwillende oom. Misschien werkt negativiteit voor hem contraproductief. Maar hij zit met een tegenstander die voor velen een kwalijke reputatie meesleept.

Van de kiezers die in Nevada betrouwbaarheid en empathie belangrijk vonden in een kandidaat stemde ongeveer 85 procent op Sanders. De Democraten in Nevada kozen voor Hillary omdat ze competent is, omdat ze tegen Republikeinen kan winnen, maar niet omdat ze eerlijk is, of omdat ze “aanvoelt wat mensen als ik meemaken”.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Enkele dagen voor de caucus zond CBS een interview uit waarin naar haar eerlijkheid werd gevraagd. Ze vond het antwoord duidelijk moeilijk, wat haar imago nog eens bevestigde.

Er lopen drie FBI-onderzoeken tegen haar en medewerkers, rond de e-mails (ze gebruikte als minister van Buitenlandse Zaken een niet officieel beveiligde privéserver, en een privé-mailsysteem), en rond de Clinton-stichting en het kluwen tussen geldinzamelingen voor die stichting en haar werk als minister van Binnenlandse Zaken.

Tijdens vroege debatten heeft Sanders gezegd dat de Amerikanen en hijzelf hun buik vol hebben van haar verdomde e-mails. Hij houdt het in zijn kritiek bij haar standpunten, bij de financiering van haar campagne, door Wall Street en de farmaceutische industrie. Het is een illusie te geloven dat je een corrupt systeem verandert met geld dat bedoeld is om het corrupt systeem in stand te houden, zegt hij in een van zijn advertenties. Hij heeft het dan eigenlijk over Clinton, maar hij vermeldt haar niet. Hij vraagt sinds enige weken dat ze toespraken openbaar maakt waarvoor ze in 2014 en begin 2015 in totaal 11 miljoen dollar betaald werd, voornamelijk door banken. Wat zei ze daarin? Iets anders dan wat ze in haar campagne vertelt?

Hillary heeft in de jaren 90 wetten ondersteund die zwarten massaal naar de gevangenis stuurden (Sanders ondersteunde dezelfde wetten), ze heeft wetten ondersteund die het sociaal vangnet weghaalden om zo mensen te stimuleren om werk te zoeken (Sanders was tegen).

Zijn aanhangers, of aanhangers van Black Lives Matter, achtervolgen Hillary met haar uitspraak uit de jaren 90, waarin ze voor zwarte criminele jongeren de omschrijving ‘superroofdieren’ in de mond nam. Ze zei ook dat die jongeren ‘in het gareel’ moesten gebracht worden. Ze liet later politieke campagnes (mee) financieren door privégevangenissen, die geld verdienden omdat zoveel zwarten naar de gevangenis gestuurd werden.

Sanders gebruikt dat soort dingen tot dusver met mate. Hillary is in debatten vaak agressiever tegen hem, dan hij tegen haar.

Op zoek naar verrassend succes

Wil Sanders de komende weken nog kans maken, dan moet hij op vele terreinen tegelijk succesrijk zijn. Hij moet meer kiezers mobiliseren, hij moet Hillary in de problemen brengen, hij moet zijn zwarte aanhang vergroten, en hij moet, om nieuw momentum te creëren, tijdens Super Tuesday enkele staten binnenhalen, liefst met grote marge. In zijn eigen staat, Vermont, zal dat zeker lukken, maar daarnaast zijn Minnesota, Oklahoma, Massachusetts, Colorado belangrijk. Als hij daar goed presteert, bewijst hij dat zijn campagne nog veerkracht heeft. De meeste staten van Super Tuesday bevinden zich in het zuiden, en daar ligt Hillary onbereikbaar ver voor in de peilingen. Super Tuesday is bij de Democraten verregaand proportioneel. Hillary zal een voorsprong verwerven van verkozen afgevaardigen, maar die zal wellicht nog niet onoverkomelijk groot zijn.

Dat is dus de meest hoopvolle strategie: dat Sanders ten minste plaatselijk buiten verwachting presteert, en dat hij op basis daarvan in de rest van maart een nieuw elan vindt om in een staten als Ohio, Michigan of wie weet Illinois (de geboortestaat van Clinton, de staat van Obama) te winnen.

Verdere legale troebelen voor Hillary kunnen ook helpen. Maar de kansen liggen niet goed. Sanders presteerde tot dusver buiten verwachting tegen een formidabele tegenstander. Maar die formidabele tegenstander is opnieuw de gedoodverfde favoriet geworden.

Donald Trump, het koekoeksei van de Republikeinse partij

In het geval van Donald Trump zijn de grote fouten lang geleden gemaakt. Iedereen, maar ook vooral het partijapparaat, ging ervan uit dat Trump een eendagsvlieg zou blijken. Hij zou over zijn grote mond struikelen. Er zouden wel schandalen uit zijn verleden opduiken. Hij zou het zelf beu worden.

Hij had ook zijn voordelen voor de partij: zijn aanwezigheid zorgde voor recordkijkcijfers tijdens de debatten, en zorgt nu voor recordopkomst bij voorverkiezingen. En dus gedoogde de partij de bullenbak Trump.

De partij legde hem in ieder geval niet te veel in de weg. Trump onderhandelde een niet-aanvalspact. Er trad gewenning op. Wie eerst nog gechoqueerd was over de “Mexicanen zijn verkrachters”-uitspraak, werd dat na de zoveelste uitzinnige tussenkomst minder. Trump verkondigde in de loop der maanden voorstellen die zo uit de Tea Party konden komen, maar op andere dagen leek hij billijker dan de andere Republikeinse kandidaten, of linkser, veel meer voor overheidstussenkomst. Hij joeg heel veel volk in de gordijnen, maar in de loop van de maanden rees ook twijfel over wat hij echt bedoelde. Hij stimuleerde die twijfel door om de paar dagen zichzelf op enkele punten tegen te spreken. En zo bouwde hij een aanhang op die een eigen invuloefening maakte. De ene koos voor Trump omwille van zijn muur met Mexico, de andere omdat Trump zou verhinderen dat fabrieken naar het buitenland verkassen, of omdat hij moslims uit het land zou houden, omdat hij geen geduld zou hebben met de politieke kaste, en iedereen te slim af zou zijn. Hoe onsamenhangend hij ook is, voor zijn supporters lijkt er lijn in te zitten.

Het probleem voor de partij is dat Trump zijn eigen rit rijdt, een programma volgt dat zelden concreet, orthodox, grondwettelijk of realiseerbaar is.

Zeker in het begin was het geloof in de zelfdestructie van Trump zo groot dat de partij geen systematische poging heeft ondernomen om hem te torpederen. En dat is eigenlijk zo gebleken. Volgens The New York Times spendeerden Republikeinse SuperPAC’s tot dusver 215 miljoen dollar waarvan slechts 9,5 miljoen werd uitgegeven aan advertenties tegen Trump.

Dubbel geparkeerde Rubio

De grote geldschieters, zoals de Koch-broers of casinogigant Sheldon Adelson blijven op het droge met hun geld, zolang geen duidelijke tegenkandidaat voor Trump opdaagt.

Daar hebben ze reden toe: Trump haalt hard uit naar andere rijken die campagne voeren tegen hem. De familie Ricketts, die onder meer het honkbalteam Chicago Cubs bezit, gaf 3 miljoen dollar aan een anti-Trump SuperPAC en voelde meteen een weerbots, onder meer via een dreigtweet van The Donald: ‘Ze passen beter op hun tellen, ze hebben veel te verbergen!’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat is het tweede punt: er is geen behoorlijke tegenstand, waarbij Adelson of de Kochs zich comfortabel voelen. Als Marco Rubio een goed debat heeft, begint de partij weer te hopen, maar ook Rubio heeft geen verhaal dat tegen Trump opkan. Hij is een onervaren senator, bij wie nog niet veel originele ideeën zijn opgeborreld en die campagne voert met zijn conservatisme en optimisme – dat is minstens zo vaag als wat Trump voorlegt. Hij praat alsof hij dubbel geparkeerd staat, in de onverbeterbare woorden van David Axelrod, de vroegere topadviseur van president Obama. Hij zei maanden dat hij geen zin had om Republikeinen aan te vallen, tot hij sinds donderdag Trump frontaal aanvalt.

Ted Cruz is een man zonder vrienden, en hij verliest zelfs in zijn eigen doelgroepen tegen Trump. Niemand weet waarom Ben Carson nog in de race is, en van John Kasich wordt gezegd dat hij het vicepresidentschap ambieert.

De beste manier om alsnog Trump te verslaan zou een goede tegenkandidaat zijn. Maar die is tot dusver niet opgestaan in het Republikeins veld.

Men hoort vaak: de partij zou met haar volle kracht tegen Trump moeten ingaan. Maar die partij is verdeeld gebleken, en nog meer verdeeld geworden door Trump zelf, die een buitengewoon gevoel heeft voor de zwakke punten van zijn tegenstanders. De partij ligt uitgeteld in de touwen terwijl Rubio en Trump publiekelijk van mening verschillen over wie van beiden in zijn broek plast en wie het meest zweet laat tijdens debatten. Commentatoren, oud en jong, staan versteld van het niveau.

Trump heeft sinds het begin van zijn kandidatuur wat men noemt een ’titanium aanhang’ opgebouwd: aanhangers die zo solide zijn, dat bijna niets hen van mening doet veranderen – integendeel, kritiek maakt hen nog vaster besloten om op Trump te stemmen. In dat titanium zitten tegenwoordig ook vrouwen en Spaanstaligen.

Meestal wordt dat titanium gedeelte op ergens tussen 25 en 30 procent geschat. Zolang er vijf kandidaten meedoen, volstaat dat om aan de leiding te komen. Als er kandidaten wegvallen, slokt Trump een deel van hun aanhang op.

Kan er Trump nog iets overkomen?

Er is, binnen en buiten de Republikeinse partij, nog altijd een grote groep die onder het motto ‘dit kan toch niet waar zijn’ hoopt op een gigantische struikelpartij. Maar zoals het er nu voorstaat, wint Trump volgens de peilingen misschien 10 van de 11 staten op Super Tuesday, en als Ted Cruz een slechte dag heeft in Texas misschien wel alle 11. Hij wint zowel in het zuiden, als in het noorden van het land, en staat zelfs in Massachusetts, de staat van zijn nieuwe rivaal, Mitt Romney, die vragen stelde over Trumps belastingen, fiks aan de leiding.

Door het Republikeins systeem van halve proportionaliteit krijgt de winnaar allicht veel meer vertegenwoordigers, en komt Trump met een aanzienlijke, maar nog niet beslissende voorsprong uit Super Tuesday te voorschijn. Hij moet daarna gewoon consolideren om een absolute meerderheid helemaal of nagenoeg te verwerven.

Dat zou iets moeilijker worden als er snel maar een tegenstander overblijft, maar voorlopig ziet het ernaar uit dat zowel Cruz en Rubio dapper verdoen, en misschien zet ook Kasich door tot zijn eigen staat, Ohio, op 15 maart aan de beurt is. Volgens een berekening van de New York Times zou Cruz tegen 15 maart zijn kandidatuur moeten opgeven, en zou Rubio van dan 10 procent meer moeten halen dan Trump om zelf in de buurt van een meerderheid te komen.

Het tegenoverstelde is veel waarschijnlijker.

Wat kan ertegen de opmars van Trump gebeuren?

Wellicht niet zo heel veel, maar misschien dit. Trump speelt op 2 versies van de Amerikaanse droom: het individu, belooft hij, zal er beter van worden als hij aan de macht komt. De lonen worden beter, er komen meer banen, de infrastructuur wordt opgelapt. En het land als geheel zal beter worden, sterker staan, opnieuw respect afdwingen, internationaal voordelige akkoorden afsluiten en door dat alles minder moeten vechten.

Er zou iemand moeten opstaan die hem op die twee terreinen geloofwaardig onderuit kan halen. Marco Rubio probeerde in het debat van donderdag te argumenteren dat Trump in het verleden nooit heeft ingezeten met Amerikaanse werknemers. Dat hij als het hem uitkwam zelf gebruik maakte van illegale arbeid, die hij nu zo afwijst. Dat hij Roemeense kelners met een lager loon verkiest boven Amerikaanse. Dat hij mensen geld uit de zakken klopte met een nepuniversiteit. Dat het superbedrijf dat hij beweert te hebben, met haken en ogen aan mekaar hangt, werkt met faillismenten waarvoor anderen opdraaien, dat hij, zonder de geldinjectie van zijn vader, op straat uurwerken zou staan te verkopen.

De voorbeelden van Rubio die, zoals Trump aangaf, dikwijls oud zijn en bekend waren, volstaan niet. Rubio, die zelf financiële perikelen heeft gekend, is er ook de man niet naar om dergelijke beschuldigingen tegenover Trump hard te maken.

Misschien kunnen de anti-Trump SuperPAC’s grotere schandalen blootleggen, gevallen van echte uitbuiting opsporen die de groep treffen die hij officieel ophemelt, die op hem stemt. De veteranen, de laaggeschoolden.

Het tweede element: iemand zou hem systematisch, en onaflatend moeten aanspreken op wat er aan zijn programma, voor zover het bestaat, niet deugt, hoe zijn gezondheidsplan nergens op slaat, hoe zijn heronderhandeling van internationale verdragen niet in een handomdraai kan gebeuren etc. Het zal zijn aanhang niet deren, maar kritiek werkt hem op de zenuwen, en de geïrriteerde Trump begint soms vervaarlijk te flippen.

Dat alles zou supersnel moeten gebeuren, want ten laatste twee weken na Super Tuesday zou zijn aanhang al moeten beginnen te tanen om hem uit de buurt van een meerderheid aan afgevaardigden weg te houden.

Trump is intussen een politieke Houdini gebleken. Geholpen door 10 jaar ervaring met reality-tv kan hij als geen ander van onderwerp veranderen. Als Rubio iets van momentum lijkt te krijgen, komt hij met de ondersteuning van zijn vroegere rivaal Chris Christie op de proppen en verleg hij de aandacht. Hij hanteert de logica de Amerikaanse soap waar lijken verrijzen en tussen elke reclameboodschap een plotwending moet zitten.

Samengevat: de kans dat het in november tussen Hillary Clinton en Donald Trump gaat is groter dan de kans dat het niet tussen die twee gaat.

Door Rudi Rotthier vanuit Chicago, Illinois, VS

Partner Content