Israël zwijgt over mogelijke aanval op Syrië

VS-minister van Buitenlandse Zaken John Kerry (L) en premier van Israël Benjamin Netanyahu. © Reuters
Simon Demeulemeester

Opnieuw is er onduidelijkheid over een mogelijke aanval van Israël op Syrië. Het conflict in Syrië blijft de buurlanden beroeren.

De Israëlische autoriteiten geven geen commentaar op informatie van Amerikaanse media die stellen dat Israël een aanval op Syrië heeft uitgevoerd. Enkel werd herhaald dat de Israëlische overheid toezicht houdt op de transfer van wapens aan de sjiitische beweging Hezbollah in Libanon. Hezbollah is een bondgenoot van Bashar Al-Assad én van Iran.

De Israëlische luchtmacht zou een raid hebben uitgevoerd in Syrië, wellicht met als doel wapens bestemd voor Hezbollah, zo berichtten Amerikaanse media. In de zomer van 2006 vochten Israël en Hezbollah, een trouwe
bondgenoot van het Syrische regime van Syrisch dictator Bashar al-Assad, al een oorlog uit.

In 2012 overwoog Israël al een inval in Syrië om een mogelijke dreiging van chemische wapens uit te schakelen. Israël vermoedde toen dat het regime van Al-Assad ten einde liep. In de chaos van dat einde vormden de chemische wapens, die in handen van groepen als Hezbollah zouden kunnen vallen, de grootste zorg van het buurland. Israël wil dat ten allen prijze voorkomen, desnoods door een militaire interventie. Een tijd geleden beweerde een Israëlische hoge officier bewijs te hebben voor een chemische aanval van Assad op zijn bevolking. Maar dat kon de Israëlische premier Benjamin Netanyahu niet bevestigen, zo deelde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry toen mee.

Israël eiste recent al halvelings de verantwoordelijkheid op van een luchtoperatie eind januari op militaire installaties in Syrië. De Amerikaanse president Barack Obama liet overigens weten dat hij niet a priori soldaten naar Syrië stuurt als bewezen is dat het regime chemische wapens inzette. Hij noemde eerder de inzet van chemische wapens in Syrië “de rode lijn”.

‘Israël volgt toestand in Syrië en Libanon’

Het Israëlische leger wilde geen commentaar geven over deze nieuwe episode in het sluimerende conflict met Syrië. Er kwam geen uitleg bij de informatie van de Amerikaanse media, maar een functionaris van het ministerie van Defensie meldde dat “Israël de toestand in Syrië en Libanon volgt, in het bijzonder wat de transfer van chemische en speciale wapens betreft”. De Republikeinse senator Lindsay Graham zou tijdens een publiek evenement verklaard hebben dat Israël vorige nacht Syrië gebombardeerd heeft.

“Amerikaanse en westerse inlichtingendiensten hebben geheime gegevens kunnen bestuderen en daaruit blijkt dat Israël heel waarschijnlijk tussen donderdag en vrijdag een luchtaanval uitvoerde”, stelt de
Amerikaanse televisiezender CNN, twee Amerikaanse functionarissen citerend. Een hooggeplaatste Amerikaanse functionaris preciseerde aan de zender NBC News dat de raid wellicht gericht was op lanceersystemen voor chemische wapens.

Honderden families vluchten uit vrees voor ‘nieuwe slachtpartij’ in buurt van Banias

Intussen zouden honderden families zaterdag de soennitische wijken in Banias, een stad in het noordwesten van Syrië, ontvluchten uit vrees voor “een nieuwe slachtpartij” na die in een naburig plaatsje.

Assad huldigt gedenksteen op universiteit van Damascus in

Al-Assad heeft ondertussen op de universiteit van de hoofdstad Damascus een gedenkmonument ingehuldigd ter herinnering aan de studenten die sinds het begin van het conflict in maart 2011 in Syrië gesneuveld zijn. Dat meldt het staatspersagentschap Sana.

Het is de tweede keer op vier dagen tijd dat de leider in het openbaar verschijnt. Woensdag bracht hij namelijk een bezoek aan een elektriciteitscentrale in het centrum van Damascus naar aanleiding van 1 mei, het Feest van de Arbeid. Volgens Sana waren er duizenden studenten en familieleden van overleden studenten aanwezig bij de plechtigheid. Op de Facebook-pagina van het Syrische presidentschap werd een foto van Assad gepost te
midden van de studenten.

Op 15 januari kwamen ruim 80 mensen – hoofdzakelijk studenten – om bij explosies op de universiteit van Aleppo, in het noorden van het land. Zowat 160 anderen raakten gewond bij het bloedbad waarvan de rebellen en de machthebbers elkaar de schuld geven.





Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content