IS-ronselaars en orgaanverhandelaars azen op vluchtelingenstroom

Afrikaanse migranten in Egypte © Reuters

Terroristenronselaars en orgaanverhandelaars gaan vergelijkbaar te werk: ze benaderen verzwakte vluchtelingen die in geldnood zitten en beloven hen een kans op een beter leven.

Ismail had net gedaan met bidden toen hij werd benaderd door drie mannen met baarden. Het was een broeierige avond in het Maadi-district in Caïro en het trio dat zich ophield rond de moskee kreeg hem meteen in de gaten toen hij het gebedshuis verliet.

Ismail is een vluchteling uit Soedan. Hij had al dagen niet meer gegeten, wat zijn ogen bloeddoorlopen maakte. De mannen hadden meteen in de gaten dat hij vermoeid en verzwakt was.

Geld en vrijheid

De mannen nodigden hem uit in een nabijgelegen koffiebar. Ze startten een losse conversatie die al snel evolueerde in gesprekken over de islam, filosofie en Ismails uitzichtloze situatie. Hij vertelde hen dat hij geen werk vond en slechts af en toe iets kreeg om te eten. Als hij niet terecht kon bij een vriend, sliep hij gewoon op straat.

“De mannen vertelden me dat ik beloond zou worden als ik een (zelfmoord)vest zou aantrekken”, zegt Ismail. De drie gaven geen details over de organisatie waarvoor ze werkten maar later vernam Ismail dat ze hoogstwaarschijnlijk deel uitmaakten van Ansar Bayt al-Maqdis, een Egyptische terreurcel die samenwerkt met Islamitische Staat (IS).

Experts zeggen dat deze cel deel uitmaakt van een steeds groter wordend IS-netwerk dat er met name op gericht is om devote en uitgehongerde mannen zoals Ismail te rekruteren, mannen die met velen te vinden zijn tussen de vluchtelingenstromen in het Midden-Oosten. De terroristenronselaars bieden hen alles wat ze op dat moment in hun leven missen: geld, vrijheid en spirituele rust.

Plicht als moslim

De zakken van IS zijn diep

Ismail slaagde erin om de mannen af te wimpelen. “Ik wil niemand schade berokkenen”, vertelde hij hen. Ze probeerden hem nog te overtuigen door te zeggen dat het zijn plicht is als moslim om zijn broeders te helpen. Ze bespeelden zijn gelovige kant en citeerden verzen uit de Koran. Ze beloofden geld te sturen naar zijn achtergebleven familie in Soedan. Ismail bleef echter bij zijn beslissing en vertrok. De drie mannen bleven achter aan het tafeltje in de bar.

Nadien vernam hij dat de drie hun huiswerk goed hadden gedaan. Ze hingen vaak rond de moskee en hadden via kennissen van Ismail te horen gekregen dat hij getraind werd door het Soedanese leger en bommen kon maken. Ismail was toen 13 jaar. Hij werd geroofd uit zijn dorp in het Noeba-gebergte in Soedan en samen met andere jongelingen opgeleid tot kindsoldaat. Zijn aanleg voor techniek en elektronica leidden ertoe dat hij al snel doorstroomde naar een speciale klas waar kinderen werden getraind om explosieven te maken. “Ik kan een bommengordel maken en ik weet hoe je een auto moet laten ontploffen”, zegt Ismail.

“De terroristen konden me het nodige geld bieden om Egypte te verlaten en verder door te reizen naar Europa”, zegt Ismail die in Soedan een leven had opgebouwd als groenteverkoper maar zijn land ontvluchtte tijdens de burgeroorlog die woedt in Zuid-Soedan.

Manipuleren

Mensensmokkelaar
Mensensmokkelaar© Belga Image

Experts zeggen dat het geval van Ismail een schoolvoorbeeld is van de manier waarop er gerekruteerd wordt onder vluchtelingen. “Rekruteerders gaan naar moskeeën, zonder dat ze daarom zelf lid zijn maar profiteren van de openheid van de moskee om binnen te geraken en zich zo een religieuze legitimiteit te verschaffen. Daar focussen ze op verzwakte mannen die vatbaar zijn voor hun zaak”, zegt William Braniff van het National Consortium for the Study of Terrorism and Responses to Terrorism aan de Universiteit van Maryland.

“Ook het bezoekje aan de bar is typisch”, zegt hij. “Ze proberen eerst vriendschap en vertrouwen te winnen en gaandeweg gaan ze meer manipuleren”.

Materiële beloningen zijn daarbij ook erg belangrijk. En de zakken van IS zijn diep. De terroristische organisatie beschikt jaarlijks over 24 miljoen dollar aan inkomsten van olievelden die ze beheert, en 54 miljoen dollar uit onroerend goed. Met nog andere inkomsten uit eigendommen wordt hun jaarbudget geschat op 120 miljoen dollar. Met dat geld betalen ze hun militanten een goed loon, beter dan elk officieel loon in het leger. “Als je al dat geld krijgt, heb je wellicht de indruk dat deze organisatie meer om je geeft dan je eigen overheid”, zegt Braniff. “Eens je opgenomen bent binnen hun rangen en het geld aanvaardt, zal je alles willen doen om iets te betekenen voor hen.”

Nieren afstaan op zwarte markt

Het gaat hier niet om een paar vissers die hun boten vrijmaken om wat bij te klussen, het gaat om een industrie waar enorme geldsommen mee gemoeid zijn

Ismail heeft geen geld en werk vinden in Cairo is onmogelijk. Hij zegt dat de enige manier om zijn droom nog waar te maken en Europa te bereiken is om in te gaan op andere ronselaars: zij die organen verhandelen. Hij weet dat het hem 5000 dollar kan opbrengen om een van zijn nieren af te staan aan de zwarte markt. De orgaanhandelaars werken op vergelijkbare manier als de terroristenronselaars: ze hangen rond moskeeën en kunnen je in ruil voor je orgaan niet alleen het geld maar meteen ook een contact met een mensensmokkelaar bezorgen.

Experts zoals Peter Sutherland, speciaal vertegenwoordiger voor internationale migratieaangelegenheden bij de Verenigde Naties, spreekt van een “goed georganiseerde industrie”. “Het gaat hier niet om een paar vissers die hun boten vrijmaken om wat bij te klussen, het gaat om een industrie waar enorme geldsommen mee gemoeid zijn”, zegt Sutherland. “Geld dat afkomstig is van mensen die extreem kwetsbaar zijn en in ellendige omstandigheden vertoeven. Mensensmokkel zorgt niet alleen voor veel doden, het geeft heel veel inkomsten aan mensen die het organiseren.”

“Zolang de onderliggende oorzaken armoede, oorlog en conflict niet aangepakt worden, zal mensensmokkel een realiteit blijven.”

Ondertussen breekt Ismail nog steeds het hoofd over zijn mogelijke opties. “Soms slaapt hij op mijn zitbank”, zegt Hani een vriend uit de Soedanese gemeenschap in Caïro. “Hij vertrekt dan vroeg in de ochtend om te gaan bidden in de moskee of werk te zoeken. Soms komt hij ’s avonds terug, soms ook niet. Dan ben ik altijd erg bezorgd.” (IPS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content