Op een informeel beraad van de Europese ministers van Binnenlandse Zaken in Amsterdam is het Europese centrum voor terrorismebestrijding boven de doopvont gehouden. Het nieuwe centrum binnen Europol moet de uitwisseling van informatie en de samenwerking tussen de nationale antiterreurdiensten fors upgraden. Syriëstrijders vormen het voornaamste doelwit.
De focus van het nieuwe European Counter Terrorism Centre (ECTC) ligt bij de circa “5.000 Europeanen die radicaliseerden en ervaring opdeden in conflicten in Syrië en Irak en van wie er velen naar onze samenlevingen zijn teruggekeerd en nu een urgente bedreiging vormen voor onze burgers en onze manier van leven”, zo kondigde directeur Rob Wainwright van Europol maandag aan op een persconferentie in Den Haag.
De terreuraanslagen van Parijs duiden volgens Wainwright immers op de opkomst van “een agressieve nieuwe vorm van internationaal terrorisme”. In een nieuw rapport zet zijn politiedienst uiteen hoe Islamitische Staat een nieuw front heeft geopend, met een campagne van grootschalige terreuraanslagen die zich hoofdzakelijk op Europa richt. “IS is bereid en heeft de capaciteit om nog meer aanslagen te plegen”, waarschuwt de Brit.
‘Second opinion in onderzoek’
Het ECTC wil uitgroeien tot dé centrale hub waarlangs nationale antiterreurdiensten vertrouwelijke informatie uitwisselen en operaties coördineren. De Europese experts maken overkoepelende analyses en kunnen zo nationale speurders helpen om verbanden tussen terroristen en criminele activiteiten te zoeken, geldstromen in kaart te brengen en online propaganda te screenen. “Een second opinion in het onderzoek”, aldus de Belgische minister van Binnenlande Zaken Jan Jambon.
Europol werkte de voorbije maanden al nauw samen met de Belgische en Franse speurders in het onderzoek naar de aanslagen in Parijs. Europol zet een zestigtal officieren op het onderzoek. De informatie uit België en Frankrijk leidde volgens de politiedienst reeds tot 800 inlichtingensporen en 1.600 sporen naar verdachte financiële transacties. “Dit is een voorbeeld van wat het ECTC kan doen”, maakt Wainwright zich sterk.
‘Middelen in strijd tegen terrorisme verdubbelen tegen eind 2017’
Aan het hoofd van het nieuwe centrum komt de Spanjaard Manuel Navarrete Paniagua te staan. Hij gaat in eerste instantie aan de slag met een veertigtal antiterreurexperts die reeds bij Europol werken. Daar komt ook nog een team van nationale verbindingsofficieren bij.
De komende jaren hoopt Europol nog meer aanwervingen te doen. “Ik verwacht dat onze middelen in de bestrijding van terrorisme tegen eind 2017 verdubbeld zullen zijn”, aldus Wainwright.
België en Frankrijk behoren tot een kerngroep van Europese lidstaten die systematisch informatie uitwisselen. Bij andere lidstaten blijft de koudwatervrees groot om nationale inlichtingen te delen op Europees niveau. De ministers bekeken maandag hoe de uitwisseling “meer dwingend” te maken, zo meldde minister Jambon vast. Op de vergadering werd België volgens hem ook aangestipt als een voorbeeld inzake de inschakeling van lokale besturen in de strijd tegen radicalisering. (Belga/NSK)
