Is de wereld veiliger met een Democraat in het Witte Huis? ‘Het verschil zit ‘m in de aanpak’

Donald Trump en Barack Obama © reuters
Jelle Dehaen
Jelle Dehaen Medewerker Knack, historicus, filosoof, auteur

Amerikanen zijn bijzonder oorlogszuchtig, vindt professor Ken Kennard. ‘Democratische presidenten zijn daarin net zo erg als de Republikeinen, maar ze denken wel beter na over de gevolgen van hun oorlogen. En Trump begrijpt niets van diplomatie.’

De Amerikaanse president Donald Trump bombardeerde onlangs Syrië. Maar hij is allerminst de eerste president die ten strijde trekt. Zowat elke president heeft zijn eigen oorlogen, invasies en militaire interventies gehad. Volgens professor Amerikaanse studies Ken Kennard (U Gent) is dat geen toeval.

‘De Verenigde Staten zijn een land van strijders’, zegt Kennard. ‘Als het bedreigd wordt, heeft het de reflex om oorlog te voeren. Dat is nu eenmaal zijn natuur. Het is een paradox dat de VS het land van de vrijheid en de democratie is, maar die wel op militaire wijze afdwingt.’

Waarom voert Amerika zo vaak oorlog?

Ken Kennard: Het geloof speelt een cruciale rol. Vaak wordt gezegd dat Amerika een seculiere staat is, maar dat is nonsens. Uit een recente peiling bleek dat ongeveer 65 procent van de Amerikanen zich in het dagelijkse leven laat leiden door hun geloof. Het zijn kruisvaarders die hun waarden willen uitdragen. Ze denken dat God aan hun zijde staat en dat ze daarom zo succesvol zijn.

Is er een verschil Democratische en Republikeinse presidenten?

Kennard: Mensen denken vaak dat Republikeinen oorlogszuchtiger zijn, maar Democraten beginnen net zo vaak oorlogen. Het verschil zit ‘m in de aanpak. Democraten denken veel meer na over wat er na de oorlog moet gebeuren. De Democraat Bill Clinton schrok er in de jaren negentig niet voor terug om zich te mengen in de oorlog in Joegolavië, maar hij maakte zich wel zorgen over hoe hij de rotzooi achteraf moest opruimen. Een Republikein als George W. Bush viel Irak binnen, won de oorlog maar had geen idee hoe het daarna verder moest.

Bill Clinton.
Bill Clinton.© ImageGlobe

Het lijkt bijna alsof presidenten graag oorlog voeren.

Kennard: De Amerikaanse president is de machtigste man ter wereld, maar alleen in het buitenland. In binnenlandse kwesties is zijn macht veel beperkter. Als het Hooggerechtshof tegen Trump zegt dat hij zich keurig moet gedragen, moet Trump luisteren. En ondanks al zijn opschepperij, is Trump gebonden aan de beslissingen van het Congres, zoals het debacle met de ziekteverzekering aantoont. Maar in het buitenlandbeleid heeft een president veel meer speelruimte. Hij kan veel vrijer beslissingen nemen en moet alleen na verloop van tijd rapporteren aan het Congres. Het is ironisch voor een land dat draait rond vrijheid, maar presidenten kunnen hun reputatie vooral door oorlogen vestigen.

Zal Trump werkelijk zo’n grote impact op het buitenlandbeleid hebben? Een analist zie ooit dat zelfs Osama Bin Laden president kon worden van de VS en dat er dan weinig zou veranderen: het buitenlandbeleid is zo’n logge machine met eigen belangen dat één persoon daar nauwelijks wat aan kan veranderen.

Kennard: Trump zal, zoals veel presidenten die hun stempel wilden drukken op het buitenlandbeleid, botsen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat is de afgelopen anderhalve eeuw immers steeds machtiger geworden en het heeft zijn eigen doelstelligen.

Toen Trump president werd, besefte hij al snel dat er spanningen zouden ontstaan. Trump bekijkt de wereld als een zakenman die deals wil sluiten. Veel functionarissen bij het ministerie lachten hem daarom uit.’ Wat weet die man nu van het buitenlands beleid?’ vroegen ze zich af. En terecht, want Trump begrijpt niets van diplomatie of de belangrijke wereldproblemen. Maar ondertussen is het lachen die mensen wel vergaan.

Is Trump de strijd tegen het ministerie aan het winnen?

Kennard: Veel functionarissen van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn politiek benoemd. Het is normaal dat een nieuwe president hen vervangt door zijn eigen personeel. Trump heeft de oude functionarissen ook ontslagen, maar hen niet vervangen. Dat werd duidelijk bij zijn recente ontmoetingen met de Chinese president. Normaal wordt de Amerikaanse president begeleid door experts, maar er zat niemand naast Trump die iets van China begreep. Die mensen waren allemaal ontslagen.

Kijken Amerikaanse politici vandaag anders naar oorlogen dan vroeger?

Kennard: De Vietnamoorlog was een kantelpunt dat Amerika diep getraumatiseerd heeft. Al snel wisten de Amerikanen niet meer waarom ze die oorlog voerden. Ze probeerden de harten van de Vietnamezen te winnen, maar ze begrepen de Vietnamezen niet en daardoor werd de oorlog een politieke en militaire ramp.

Sindsdien zijn de Verenigde Staten terughoudender geworden. Ze willen niet meer in eindeloze conflicten betrokken raken. Nu kiezen ze veel meer, zoals de bombardementen van Donald Trump in Syrië demonstreren, voor een korte aanval. Een regime veranderen, laat staan een land heropbouwen, is niet meer aan de orde.

2003: George W. Bush kondigt een militaire interventie aan in Irak
2003: George W. Bush kondigt een militaire interventie aan in Irak© YouTube

Is dat niet goed?

Kennard: Op de korte termijn wel. Maar als de mensen die een oorlog veroorzaken, weer verdwijnen, moet een land zichzelf heropbouwen. De situatie in Irak bewijst dat dat tot absolute rampen leidt.

In de Amerikaanse geest heeft altijd een neiging tot isolationisme bestaan, een verlangen om zich af te zonderen van de wereld. Ook Trump voerde daarmee campagne.

Kennard: Het isolationisme is een waanbeeld, een interessant theoretisch idee dat in de praktijk complete onzin is. Al in 1776, toen de Amerikanen hun onafhankelijkheidsoorlog begonnen tegen de Britten, kregen ze steun van de Spanjaarden en de Fransen. En toen die vervolgens imperiale ambities kregen, werkten de Amerikanen samen met de Engelsen.

De Amerikanen geloven graag dat ze alles op hun eentje doen. Maar je kan niet zo’n grote, welvarende economie opbouwen zonder een nauwe relatie met andere landen. En trouwens, hoe zou een land dat gebouwd is op migranten isolationistisch kunnen zijn?

En toch zijn er momenten geweest waarop Amerika zich afzonderde. Na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog hadden de Amerikanen genoeg van Europa en zijn oorlogen.

Kennard: Dat zeiden ze, maar ze zijn nooit weggeweest uit Europa. Veel Amerikanen, zeker in het Middenwesten, zien zichzelf als isolationisten maar zijn het niet. Bovendien heeft Amerika altijd zijn cultuur en waarden uitgedragen. Meer nog, het wil de hele wereld naar zijn beeld hervormen en het heeft dat met enig succes gedaan. Dat kun je niet met het isolationisme verenigen.

Welke president was het meest oorlogszuchtig? George W. Bush die Irak en Afghanistan binnenviel? Of Lyndon B. Johnson die ervoor zorgde dat de oorlog in Vietnam escaleerde?

Kennard: Dat is een ontzettend moeilijke vraag, want de feiten en de retoriek lopen vaak door elkaar. Ronald Reagan zei soms dat hij tegen elke prijs een oorlog zou beginnen. En af en toe deed hij wat louche dingen, maar al bij al viel het goed mee. Richard Nixon was niet bang om een oorlog te beginnen, maar Amerika had in de jaren zeventig zoveel financiële problemen dat hij dat simpelweg niet kon.

Bush kreeg altijd het verwijt dat hij triggerhappy was. Na elf september kreeg hij ook de gelegenheid om dat te zijn – of toch de mensen rond hem die een soort heilige missie hadden om oorlog te voeren.

Johnson is een moeilijk geval. Hij erfde het conflict in Vietnam van zijn voorgangers. Op een bepaald moment moest hij kiezen hoe het verder moest en hij heeft toen gekozen voor een verdere escalatie van de oorlog, wat een erg domme keuze was. Zo is de Vietnamoorlog een ramp geworden waarbij tienduizenden Amerikanen en drie miljoen Vietnamezen zijn gestorven.

Amerikaanse presidenten ten oorlog vanaf 1900


Theodore Roosevelt 1901-1909 (R)

  • Voortzetting Filipijns-Amerikaanse oorlog (1899-1902)
  • Interventies in Honduras, Panama, Cuba en de Dominicaanse Republiek

William H. Taft 1909-1913 (R)

  • Interventies in Nicaragua

T. Woodrow Wilson 1913-1921 (D)

  • Interventies in Mexico en Cuba
  • Voortzetting interventies in Honduras en Nicaragua
  • Bezetting van Haïti en de Dominicaanse Republiek
  • Deelname aan de Eerste Wereldoorlog
  • Hulp aan Witte Leger in Rusland

Warren G. Harding 1921-1923 (R)

  • Voortzetting interventies in Honduras en Nicaragua
  • Verdere bezetting van Haïti en de Dominicaanse Republiek

J. Calvin Coolidge 1923-1929 (R)

  • Interventies in Honduras en China
  • Verdere bezetting van Haïti en de Dominicaanse Republiek
  • Bezetting van Nicaragua

Herbert Roover 1929-1933 (R)

  • Verdere bezetting van Haïti en Nicaragua

Franklin D. Roosevelt 1933-1945 (D)

  • Verdere bezetting van Haïti
  • Deelname aan de Tweede Wereldoorlog

Harry S. Truman 1945-1953 (D)

  • Tweede Wereldoorlog: atoombommen op Japanse steden Hiroshima en Nagasaki
  • Hulp aan conservatieven in Griekse Burgeroorlog
  • Koreaoorlog

Dwight D. Eisenhower 1953-1961 (R)

  • Interventie in Libanon
  • Hulp aan Taiwan tegen Chinese Volksrepubliek

John F. Kennedy 1961-1963 (D)

  • Invasie Varkensbaai op Cuba (1961)
  • Verhoogde inmenging in Vietnam

Lyndon B. Johnson 1963-1969 (D)

  • Interventies in Laos en de Dominicaanse Republiek
  • Vietnamoorlog

Richard M. Nixon 1969-1974 (R)

  • Voortzetting Vietnamoorlog
  • Bombardementen op Cambodja

Gerald R. Ford 1974-1977 (R)

  • Hulp aan rechtse Unita-rebellen in Angola
  • Voortzetting Vietnamoorlog

Jimmy Carter 1977-1981 (D)

  • Hulp aan El Salvador in strijd tegen communistische guerrillabewegingen
  • Bevrijding van Amerikaanse gijzelaars in Iran

Ronald Reagan 1981-1989 (R)

  • Hulp aan Nicaragua in strijd tegen linkse sandinisten
  • Steun aan moedjaheddien in Afghanistan tegen Sovjet-Unie
  • Interventies in Libanon en Grenada
  • Luchtaanvallen op Libië na aanslag op Berlijnse discotheek

George H.W. Bush 1989-1993 (R)

  • Bezetting van Panama
  • Interventie in Liberia
  • Tweede Golfoorlog tegen Irak, bevrijding van Koeweit
  • Deelname aan VN-interventie in Somalië

Bill Clinton 1993-2001 (D)

  • Voorzetting VN-interventie in Somalië
  • Luchtaanvallen op Sudan en Afghanistan na terreuraanslagen op ambassades in Kenia en Tanzania
  • Luchtaanvallen op Irak
  • Deelname aan NAVO-operaties in Joegoslavië en Kosovo

George W. Bush 2001-2009 (R)

  • Afghanistanoorlog
  • Irakoorlog
  • Start van gerichte moorden met drones, vooral in Pakistan (circa 50 doden)

Barack Obama 2009-2017 (D)

  • Voortzetting Irakoorlog (tot 2011)
  • Voortzetting Afghanistanoorlog (tot 2014)
  • Aanvallen vanuit lucht en van op zee in Libië
  • Uitbreiding droneaanvallen (circa 500 doden)
  • Strijd tegen terreurgroep IS in Syrië en Irak (vanaf 2014)

Donald Trump 2017-… (R)

  • Voortzetting strijd tegen terreurgroep IS in Syrië en Irak
  • Bombardement op luchtmachtbasis van het Syrische leger als vergelding voor gebruik van chemische wapens
  • Vliegdekschip in de richting van Noord-Korea gestuurd

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content