De jihadistische terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) heeft de tempel van Baal-Shamin in de stad Palmyra, in het oosten van Syrië, opgeblazen.
De terreurorganisatie “heeft een grote hoeveelheid explosieven in de tempel van Baal-Shamin geplaatst en die vervolgens laten ontploffen. Het bouwwerk is grotendeels verwoest”, zo zegt Maamoun Abdulkarim, die aan het hoofd staat van het Syrische directoraat-generaal Antiquiteiten en Musea.
“De cella (de centrale ruimte voor het godenbeeld, nvdr.) werd vernietigd en de zuilen errond zijn ingestort”, klinkt het voorts. “Onze somberste voorspellingen zijn helaas uitgekomen.”
De oudste delen van de tempel van Baal-Shamin dateren van 17 na Christus. Het bouwwerk werd in het jaar 130 verder uitgebreid en verfraaid in opdracht van de Romeinse keizer Hadrianus.
Onthoofding
De historische stad Palmyra is sinds eind mei in handen van IS. Sindsdien heerst er wereldwijd grote bezorgdheid dat de extremisten de historische sites zouden vernietigen in “de stad van duizend zuilen”. De terroristen vinden dat de oude relieken afgoderij promoten en willen ze daarom opblazen, maar het zou ook kunnen dat ze de schatten verkopen om hun campagne te financieren.
Palmyra is door Unesco erkend als werelderfgoed.
Het nieuws van de verwoesting van de tempel komt enkele dagen na de onthoofding van de 81-jarige hoofdarcheoloog Khaled Asaad. Hij wijdde zijn hele leven aan de bescherming van Palmyra en noemde zelfs zijn dochter Zenobia, naar de koningin die 1.700 jaar geleden over de stad heerste. (Belga/TE)
