Het Iraakse leger heeft de stad Mosoel bevrijd, het grootste resterende IS-bolwerk in Irak. Dat heeft het kabinet van eerste minister Haidar al-Abadi meegedeeld.
Abadi kwam aan in Mosoel en feliciteerde ‘de heroïsche strijders en het Iraakse volk met deze grote overwinning’. Dat wordt bevestigd door Brett McGurk, de speciale Amerikaanse gezant voor de internationale coalitie tegen IS.
De bevrijding van Mosoel wordt gezien als een belangrijke symbolische overwinning op IS. De terreurbeweging had de op een na grootste stad van Irak in handen sinds juni 2014. De strijd om Mosoel werd in oktober vorig jaar gestart. Na de bevrijding van Oost-Mosoel begonnen de militairen, met hulp van sjiitische milities en de internationale coalitie, met de strijd om West-Mosoel. Daar ligt ook de Oude Stad, waar de voorbije dagen nog stevig gevochten werd. Daarbij werden 35 IS-strijders gedood. Ook nu zouden er nog altijd vuurgevechten en luchtaanvallen hoorbaar zijn in de stad. Van een definitief einde van het geweld in Mosoel is dan ook nog geen sprake.
Eindstrijd tegen IS nog niet in zicht
De bevrijding betekent evenmin dat de oorlog tegen de terreurgroep in een beslissende plooi is gelegd. IS controleert nog altijd kleine Iraakse steden en dorpen. Waarnemers houden er ook rekening mee dat de jihadisten nu zullen onderduiken, om zich in het uitgestrekte woestijngebied in het westen van het land van guerillatactieken te bedienen.
Bovendien hebben de jihadisten nog altijd delen van het oosten en het centrum van Syrië in handen. Ook Raqqa – de facto de hoofdstad van IS in Syrië – is nog altijd niet bevrijd, al wordt de stad wel belegerd door Arabische en Koerdische strijders die luchtsteun krijgen van de internationale coalitie onder leiding van IS.
Daarbij komt dan ook nog dat de terreurgroep in het verleden een militaire tegenslag wel vaker met een terreuraanslag heeft beantwoord.
.
