Internationaal Strafhof: Britse soldaten ‘mogelijk’ schuldig aan oorlogsmisdaden in Irak

Britse soldaten fouilleren Irakese mannen die de stad Basra binnen willen, 31 maart 2003. © REUTERS

Er is een ‘redelijke basis’ om aan te nemen dat Britse soldaten na de Anglo-Amerikaanse invasie van Irak in 2003 in dat land oorlogsmisdaden hebben gepleegd (tegen gedetineerde personen). Dat hebben de procureurs van het Internationale Strafhof ICC maandag in omfloerste bewoordingen gesteld.

De vaststelling werd gemaakt in een 74 bladzijden tellend rapport voor het jaar 2017 van ICC-procureur Fatou Bensouda.

De aanklagers van het International Criminal Court hadden in 2014 het voorafgaand onderzoek heropend dat kan leiden tot een daadwerkelijk onderzoek naar oorlogsmisdaden begaan tegen gedetineerde Irakezen.

Mensenrechtengroeperingen verzekerden dat minstens 1.071 gevangenen tussen maart 2003 (het begin van de niet door de VN gesanctioneerde invasie) en december 2008 zijn mishandeld en gefolterd, en dat Britse militairen in diezelfde periode minstens 52 ‘illegale moorden’ hebben begaan van tijdelijk gedetineerden.

Of het nu tot een daadwerkelijk onderzoek zal komen, is twijfelachtig. In 2006 besloot toenmalig procureur Luis Moreno-Acampo van het Strafhof dat een onderzoek onmogelijk was wegens ‘gebrek aan bewijzen.’

In Groot-Brittannië is het potje al een tijd toegedekt. Begin dit jaar besliste de Britse regering het orgaan dat zich moest buigen over beschuldigingen van mensenrechtenschendingen door Britten in Irak op te doeken. Honderden dossiers kregen aldus geen gevolg. Op dat moment waren amper 20 van de 675 dossiers behandeld.

Partner Content