Dirk Vandenberghe

‘In Syrië of Irak wordt niet gefluisterd: “Hé jongens, de naïeve Vlamingen trokken weer een vers blik vrijwilligers open”‘

Dirk Vandenberghe Freelancejournalist

De vrijwilligers in de vluchtelingenkampen van Calais en Duinkerke treft geen schuld, schrijft Dirk Vandenberghe aan zijn vriend Joost Devriesere, die zich kritisch uitliet over de vrijwilligers. ‘Integendeel, ze proberen het allerergste te voorkomen, omdat ze zich niet willen neerleggen bij een falende overheid.’

Dag Joost,

Ik schrijf je deze brief vanuit de Kortrijkse nachtopvang. Zoals je weet verblijf ik hier een keer per maand als vrijwilliger om te helpen met de opvang van dak- en thuislozen. Het is koud in Kortrijk, dus het is druk. Vanavond hebben hier zestien mensen onderdak gevonden. Onder hen een gezin met drie kinderen, het jongste meisje amper een jaar oud. Ik weet niet hoe ze op straat zijn beland, het zijn mijn zaken niet, maar ik ben blij dat ze hier een bord soep, een boterham, een warm bed en onderdak voor de nacht konden vinden.

‘In Syrië of Irak wordt niet gefluisterd: u0022Hé jongens, de naïeve Vlamingen hebben weer een vers blik vrijwilligers opengetrokkenu0022’

Ik hoop dat jij niet vindt dat ik door dit vrijwilligerswerk die mensen hun situatie in de hand werk, of, godbetert, de verpletterende verantwoordelijkheid draag hun omstandigheden te verlengen. Want, als de nachtopvang en vrijwilligers zoals ik er niet zouden zijn, dan zouden deze mensen er ook geen gebruik van kunnen maken. Weg probleem.

Ik hoop het. Maar ik weet het niet zeker. Want wat je schreef over die andere vrijwilligers, is bikkelhard aangekomen. De vrijwilligers die de hoogste nood helpen lenigen in de vluchtelingenkampen in Calais en Duinkerke. Als een stomp in de maag, waar ik nog steeds behoorlijk misselijk van ben. Want ja, ook ik ben een van die vrijwilligers die op een ‘aandoenlijke’ manier helpt om kleding en voeding in te zamelen voor de bewoners van die kampen. En dus, volgens jou, mee een verpletterende verantwoordelijkheid draag.

Die mening is bikkelhard aangekomen omdat ze ontdaan lijkt van alle menselijkheid. Bovendien ga je wel erg kort door de bocht als je de verantwoordelijkheid voor de situatie in de kampen in de schoenen van de vrijwilligers schuift.

Het kamp in Sangatte bestaat al bijna vijftien jaar. Het ontstond omdat de Franse overheid besliste de Rode Kruis-post daar op te doeken. De populatie van het kap schommelt tussen een paar honderd en enkele duizenden. Dat heeft niets met die vrijwilligers te maken, maar alles met oorlogssituaties in die gebieden waar de mensen vandaan komen. Het is niet alsof in Syrië, Irak of Afghanistan wordt gefluisterd “hé jongens, de naïeve Vlamingen hebben weer een vers blik vrijwilligers opengetrokken, laat ons gezellig naar Noord-Frankrijk trekken.”

Dat die kampen zijn verworden tot mensonterende jungles heeft alles te maken met het non-beleid van de wegkijkende Franse overheid. Daar hebben die vrijwilligers geen schuld aan. Integendeel, ze proberen het allerergste te voorkomen, omdat ze zich niet willen neerleggen bij een falende overheid. Het is een druppel op een hete plaat, inderdaad. Helaas.

Niemand beseft beter dat dit een druppel op een hete plaat is, dan die mensen die er iedere dag kniehoog in de modder staan met het risico de rattenziekte op te lopen

Niemand beseft dat beter dan die mensen die er iedere dag kniehoog in de modder staan met het risico de rattenziekte op te lopen. Het zijn net die vrijwilligers die de kampbewoners proberen weg te houden van de maffia, van de georganiseerde prostitutie, van de malafide mensensmokkelaars. Het zijn net die vrijwilligers die tussen het harde labeur door de kampbewoners proberen te informeren over de alternatieven in heel Europa. Het zijn net die vrijwilligers die proberen hen verder te helpen in plaats van aan hun lot over te laten.

Ondertussen discussiëren die vrijwilligers op allerlei fora zelf over het nut of onnut van hun werk, delen ze hun twijfels en (wan)hoop, proberen ze zo goed als het kan op de hoogte te blijven van de noden in de kampen, om de hulpverlening aan te passen. Die vrijwilligers moeten zich bijna organiseren als een NGO, zonder de kennis, de middelen en de ervaring van een NGO.

En ja, ondertussen proberen die vrijwilligers hun bewindvoerders tot een ander, humaner beleid te bewegen. Want inderdaad, zo’n kamp mag hoogstens een tussenstation zijn en geen terminus, daar zijn we het over eens. Maar tot dat probleem is opgelost, mogen we gerust een beetje menselijkheid tonen. Zonder daarbij een schuldgevoel of een verpletterende verantwoordelijkheid aangepraat te krijgen.

Groet,

Dirk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content