Hongaren naar de stembus: Orban op weg naar derde termijn, ondanks schandalen

De Hongaarse premier Viktor Orban heeft net zijn stem uitgebracht voor de parlementsverkiezingen in zijn land. © AFP

In Hongarije zijn zondag om 6 uur de stembureaus geopend voor de parlementsverkiezingen. Zowat 7,9 miljoen Hongaren kunnen nog tot 19 uur hun stem uitbrengen. De eerste officiële resultaten worden later op de avond verwacht.

Volgens de peilingen zal Viktor Orban zijn derde opeenvolgende ambtstermijn als premier binnenhalen. Zijn partij Fidesz zou de verkiezingen winnen met een voorsprong van 20 tot 30 procentpunt.

Haalt Orban opnieuw tweederdemeerderheid waarmee hij grondwet kan aanpassen?

De rechtspopulistische Hongaarse premier Viktor Orban lijkt op weg naar een derde opeenvolgende ambtstermijn. De vraag is nu vooral of zijn partij Fidesz ook een tweederdemeerderheid behaalt, zodat Orban -net zoals na de verkiezingen van 2010- naar believen de grondwet kan aanpassen.

Orban is al sinds 2010 de premier van Hongarije, en was dat ook al tussen 1998 en 2002. Na de verkiezingen van 2010 gebruikte hij zijn tweederdemeerderheid om een grondwetshervorming door te voeren, en volgens critici had Orban tegen 2013 zijn macht gebruikt om het electoraal systeem aan te passen aan de wensen van Fidesz.

Zo hertekende Orban de kiesdistricten en is het eenvoudiger voor de Hongaarse etnische minderheden die in het buitenland wonen (en over het algemeen pro-Orban zijn) om te stemmen, dan voor de Hongaren die geëmigreerd zijn.

Door die aanpassingen in combinatie met een sterke invloed op de publieke opinie door de door de staat gecontroleerde media en regeringsgezinde private media, lijkt Orban erin te zijn geslaagd om een platform op poten te zetten dat hem een succes garandeert bij de komende verkiezingen.

Het parlement telt 199 zetels, die op worden op twee manieren verdeeld: 106 zetels gaan naar kandidaten die per kiesdistrict worden verkozen, waarbij de kandidaat met de meeste stemmen wordt verkozen. De 93 andere zetels worden proportioneel verdeeld op basis van de resultaten op nationaal niveau.

Met dit systeem, waarbij sinds 2010 geen score van 50 procent meer vereist is om verkozen te worden, behaalde Fidesz in 2014 96 van de 106 zitjes uit de kiesdistricten, hoewel de partij maar een absolute meerderheid kreeg in 20 districten. En met een totaal van slechts 45 procent van de stemmen, behaalde Fidesz een absolute meerderheid in het volledige parlement.

De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) noemde het kiessysteem in Hongarije in 2014 al ‘vrij, maar niet evenwichtig’. En recent nog drukten de Verenigde Naties hun ongerustheid uit over de mensenrechten in Hongarije vanwege ‘het constitutioneel en wetgevend kader’ dat veranderd werd, met een verandering van het ‘politieke tegengewicht’ en ‘een beperking van de macht van het Grondwettelijk Hof’ tot gevolg.

Op weg naar derde termijn, ondanks schandalen

De Hongaarse premier Viktor Orban haalt, als we de peilingen mogen geloven, zondag zijn derde opeenvolgende ambtstermijn als premier binnen. Zijn partij Fidesz zou de verkiezingen winnen met een voorsprong van 20 tot 30 procentpunt. Toch is er bij de oppositie een sprankeltje hoop, dat de verschillende schandalen waarin Orban verwikkeld zou zijn hem de das zullen omdoen.

Orban lijkt ondanks zijn zeer antiliberaal, eurokritisch beleid dat erg streng is tegenover migranten, een grote populariteit te hebben verworven. Hij kan bovendien zeer goede economische resultaten voorleggen: in 2018 kende Hongarije voor het achtste jaar op rij een economische groei, van 4 procent. De inflatie is eveneens onder controle, en de werkloosheidsgraad ligt met 3,8 procent laag.

Daarbij komt nog dat de oppositie bestaat uit een hele reeks kleinere partijen die hun inspanningen om Orban te verslaan niet coördineren. Volgens Reuters is er echter een groeiende groep kiezers die tactisch willen stemmen tegen Orban, en niet kiezen voor een bepaalde ideologie of voor een partij, maar voor de kandidaat die de grootste kans maakt om te winnen.

Zo liet 43 procent van de linkse kiezers volgens een peiling weten te willen stemmen voor de extreemrechtse partij Jobbik, en een derde van de kiezers van die partij is bereid om voor linkse partijen te stemmen. En in bepaalde districten hebben partijen hun zwakke kandidaat uit de race gehaald, om de kans te laten aan kandidaten van andere partijen om meer stemmen te halen.

De premier is bovendien het onderwerp van verschillende klachten rond corruptie. Zo werden Orban en zijn bondgenoten al verschillende keren beschuldigd van vriendjespolitiek bij het toekennen van publieke contracten en de regularisering van private bedrijven. De Europese Commissie startte onlangs nog een procedure tegen Boedapest vanwege wetswijzigingen die een universiteit bedreigen die wordt gefinancierd door George Soros, de grootste tegenstander van Orban, en het verstrengen van controles op burgerorganisaties.

En onlangs beschuldigde een ngo die werkt met migranten de Fidesz-partij ervan met buitenlandse spionnen te werken om organisaties in diskrediet te brengen.

Na verschillende grondwetswijzigingen wordt Orban bovendien beschuldigd van het schenden van democratische vrijheden. Zo heeft hij de media stevig in zijn greep waardoor hij de politieke publieke agenda volledig kan domineren, en heeft hij het electoraal systeem aangepast in het voordeel van zijn eigen partij.

Tot slot krijgt Orban de wind van voren vanuit Europa vanwege zijn migratiebeleid. Zo was hij de eerste om in de zomer van 2015, toen de vluchtelingencrisis op zijn hoogtepunt was en duizenden vluchtelingen arriveerden in de Balkanlanden en Hongarije, de bouw van een hek aan de grens op te leggen. Uiteindelijk werd de Balkanroute in maart 2016 officieel gesloten.

Boedapest weigerde ook om de door de Europese Unie opgelegde quota rond asielzoekers te accepteren.

Zelfs al zou Fidesz verslagen worden, blijft ze de grootste en sterkste partij, benadrukt de denktank Republikon Institute. Uit verschillende peilingen blijkt dat de oppositiepartijen allemaal tezamen 25 tot 41 procent van de stemmen zouden halen. ‘Fidesz in een minderheid dwingen is mogelijk, zelfs onder het huidige scenario’, aldus Csaba Toth van Republikon Institute. ‘Als je wilt dat de linkse partijen of Jobbik groter worden dan Fidesz, is coördinatie nodig. Maar dat is vandaag onwaarschijnlijk.’

Partner Content