Hoe het Hooggerechtshof oordeelde dat immigranten minder grondwettelijke rechten hebben

Een demonstrant houdt een omgekeerde Amerikaanse vlag omhoog tijdens een protest tegen het uitzetten van ongedocumenteerde immigranten, voor het ICE-kantoor in San Francisco, op 28 februari 2018 © REUTERS
Eva Schram
Eva Schram Correspondent voor Knack.be in Noord-Amerika.

Het Hooggerechtshof besloot afgelopen week dat de Amerikaanse overheid immigranten vast mag houden zonder recht op borgtocht. Met de harde immigratiepolitiek van Trump in het achterhoofd, is dat een beangstigend besluit.

Op een normale dag in februari 2013 reed Mark Hwang door Los Angeles. Zijn eenjarige zoon zat op de achterbank, zijn vrouw Sarah zat met hun pasgeboren tweeling thuis op de bank. Hwang werd aangehouden. Hij zou zijn knipperlicht niet gebruikt hebben toen hij van baan wisselde. Hwang gaf de agent zijn identificatiebewijs. De agent vroeg hem of hij ooit veroordeeld was voor een misdrijf. Hwang zei de waarheid, schrijft hij in een blog op de website van burgerrechtenbeweging ACLU. Dat hij toen hij begin 20 was, was veroordeeld voor het bezit en de intentie tot verkoop van marihuana. Daarvoor had hij kort in de cel gezeten. ‘Sindsdien had ik niet meer in de problemen gezeten’, schrijft Hwang. Toch zei de agent dat hij ‘zijn situatie’ aan een rechter moest uitleggen. Hwang werd in de boeien geslagen en in de politie-auto gezet. Een andere agent bracht met Hwangs auto zijn zoontje naar huis.

Hwangs familie was toen hij zes was vanuit Zuid-Korea naar de VS geëmigreerd. Hwang was opgegroeid in Californië en heeft een greencard, een permanente verblijfsvergunning. ‘Dit moet een vergissing zijn’, dacht hij toen hij opgepakt werd.

Niemand had mij ooit verteld dat schuldig pleiten op die aanklacht mijn verblijfsstatus in gevaar zou kunnen brengen

Mark Hwang

Hwang zat zes maanden vast, terwijl ICE (het agentschap voor deportatie) keek of ze hem konden uitzetten op basis van drugsveroordeling. ‘Niemand had mij ooit verteld dat schuldig pleiten op die aanklacht mijn verblijfsstatus in gevaar zou kunnen brengen’, schrijft hij. Hwang schreef tijdens zijn detentie de rechtbank aan om zijn drugsveroordeling kwijt te laten schelden, maar omdat hij niet op de hoorzitting kon komen (hij zat immers vast), werd dat verworpen. Na zes maanden had hij recht op een hoorzitting om te kijken of hij vrij kon komen op borgtocht. Die rechter oordeeld dat Hwang geen vluchtrisico toonde. Op vrije voeten kon Hwang met behulp van een advocaat zijn drugsveroordeling laten verwerpen, waardoor zijn deportatieproces ook stop werd gezet. Er was immers geen reden meer voor uitzetting: hij had een permanente verblijfsvergunning en geen strafblad meer.

Jennings v Rodriguez

Hwang had recht op een borgtocht-zitting omdat het Hof van Beroep in San Francisco in 2015 in de zaak Jennings v Rodriguez had geoordeeld dat immigranten die zes maanden vastzaten recht hadden op zo’n hoorzitting. Alejandro Rodrigruez had met hulp van de ACLU het agentschap ICE (David Jenningsis de directeur van ICE in Los Angeles) aangeklaagd omdat hij drie jaar had vastgezeten zonder borgtocht-hoorzitting. Het Hof in San Francisco oordeelde dat Rodriguez, en andere immigranten in soortgelijke situaties, recht had op een oanfhankelijke partij om te beoordelen of hij een gevaar voor de publieke veiligheid vormde, en of er een risico bestond dat hij zou vluchten na vrijlating. De Amerikaanse overheid stapte onder president Barack Obama na die uitspraak naar het Hooggerechtshof.

Die verwierp eerder deze week de uitspraak van het Hof van Beroep in San Francisco met vijf stemmen voor en drie tegen. (Rechter Elena Kaganonthield zich van stemming omdat ze eerder in het proces (toen ze procureur-generaal was onder Obama) betrokken was geweest bij de zaak. Rechter Samuel A. Alito schreef in de uitspraak dat de overheid het recht heeft ‘bepaalde vreemdelingen’ vast te houden ‘om vast te stellen of die vreemdelingen wettelijk aanwezig mogen zijn in het land.’

Niemand kan beweren, noch heeft iemand dat sinds de tijd van de slavernij naar mijn weten succesvol gedaan, dat personen die binnen de Verenigde Staten vastgehouden worden totaal zonder grondwettelijke rechten zijn.

Stephen G. Breyer

Drie van de vier liberale rechters stemden tegen het oordeel (Kagan is ook een liberaal, maar onthield zich van stemming). Rechter Stephen G. Breyer gaf dinsdag tijdens de uitspraak mondeling een afwijkende mening. Hij zei onder andere dat ‘we alleen maar [aan] de woorden van de Onafhankelijkheidsverklaring [hoeven] te denken, vooral de nadruk dat alle mannen en vrouwen “bepaalde onvervreemdbare Rechten” hebben, en daaronder “Vrijheid” hoort’. Hij zei ook: ‘Niemand kan beweren, noch heeft iemand dat sinds de tijd van de slavernij naar mijn weten succesvol gedaan, dat personen die binnen de Verenigde Staten vastgehouden worden totaal zonder grondwettelijke rechten zijn.’

Volgens Alito ‘hint’ de grondwet niet eens naar het bestaan van een recht op een borgtocht-zitting. Toch stuurt het Hooggerechtshof de zaak nu terug naar het Hof van Beroep in San Francisco. Die moet beoordelen of het tegen de grondwet in gaat om immigranten voor onbepaalde tijd vast te houden, zonder ooit een rechter te zien.

Geen strafrechtelijke zaak

Elke dag zitten er in de VS duizenden immigranten vast, wachtend op een oordeel over hun verblijfstatus. Voor een groot deel gaat het om immigranten die aan de grens worden aangehouden, maar voor een deel ook om immigranten met een verblijfsvergunning, zoals Hwang of Rodriguez. En in sommige gevallen gaat het ook om asielaanvragers. Zo was bij de zaak van Rodriguez (de zaak werd als een zogenaamde class action aangespannen, dus vanuit meerdere aanklagers) ook de Sri Lankaanse Ahilan Nadarajah betrokken. Hij werd in zijn thuisland gemarteld. Nadat hij in Amerika aankwam, zat hij vierenhalf jaar vast voordat zijn asielstatus werd toegewezen.

Het uitzetten van immigranten is een administratieve procedure, geen strafrechtelijke zaak (als het om immigranten met een verblijfsvergunning gaat, moet er wel sprake zijn van een strafblad om tot uitzetting over te kunnen gaan). Hoewel immigranten die op uitzetting wachten gevangen gezet kunnen worden, zijn de reguliere wetten van het strafrecht dus niet van toepassing. Daaronder valt de borgtocht-zitting, waar verdachten van een strafrechtelijke daad recht op hebben, maar ook de het recht op een door de staat betaalde advocaat. Een immigrant mag zich laten bijstaan door een advocaat in de uitzettingsprocedure, maar als hij/zij daar geen geld voor heeft, hoeft de staat niet een advocaat in te schakelen.

Maar de immigranten, die dus geen strafrechtelijk proces ondergaan, zitten wel in gevangenissen tussen veroordeelde criminelen. In het geval van de grensaanhoudingen en asielaanvragers zijn het mensen die (mogelijk) nooit een criminele daad hebben begaan. Het illegaal de grens oversteken is een civiele overtreding, geen criminele daad.

‘De overheid neemt hier echt een extreem standpunt in’, zei Michael Tan deze week in het programma Democracy Now. Tan is immigratie-advocaat bij de ACLU. ‘In de ogen van de overheid hebben deze mensen (die illegaal de grens oversteken of asiel zoeken, nvdr.) geen recht op due process, omdat ze zogenaamd nooit de grens overgestoken hebben. Ook al houden we ze maanden of soms jaren vast op Amerikaanse grondgebied. Vanwege deze fictieve waarheid zouden ze geen aanspraak kunnen maken op grondwettelijke bepalingen. Maar als dat waar is, mogen we ze dan ook martelen? Mogen we ze standrechtelijk executeren? Mogen we ze in de oceaan werpen?’

Het antwoord is natuurlijk nee. De advocaat van de overheid, Malcolm Stewart, zei dat ook toen hij tijdens het proces op dit punt werd ondervraagd door rechter Kagan. ‘Ze hebben geen constitutionele rechten met het oog op de bepaling of ze in het land mogen blijven’, verduidelijkte hij. Kagan zei daarop: ‘Als ze wel bepaalde grondwettelijke rechten hebben, om niet gemarteld of in werkkampen gestopt te worden, waarom is het dan niet arbitrair dat ze voor onbepaalde tijd vastgezet kunnen worden? … Arbitrair, want niemand heeft hen een geïndividualiseerde hoorzitting gegeven, dus niemand weet of ze om een juiste reden vastgehouden worden.’

Trump-tijdperk

‘Deze praktijk van detentie voor onbepaalde tijd dateert van de laatste jaren van de Clinton-regering. Het werd voortgezet door Bush en Obama, … en is zeker overgedragen als een erfenis aan de Trump-regering’, zei advocaat Tan in Democracy Now.

Maar de uitspraak van het Hooggerechtshof is bijzonder actueel, omdat de Trump-regering een harde immigratiepolitiek voorstaat. Het niveau qua uitzettingen van zijn voorganger Obama, door Tan ‘deporter-in-chief‘ genoemd, haalt hij nog niet. ‘Maar dat komt vooral omdat er minder illegale grensoverstekingen zijn’, zei Tan. Maar onder Trump is het aantal arrestaties van ongedocumenteerde immigranten die al op Amerikaanse grondgebied zijn (soms al decennialang) 40 procent hoger dan onder dezelfde periode in het laatste jaar van Obama. ‘We zien een open jachtseizoen op immigrantengemeenschappen’, zei Tan in het tv-programma, ‘en een einde aan elke vorm van een rationeel, geprioritiseerde aanpak van de handhaving.’

Met dat in het achterhoofd is het feit dat de opgepakte immigranten voor onbepaalde tijd vast kunnen zitten op z’n zachtst gezegd onaangenaam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content