Het vergeten lot van de Palestijnse vluchtelingen in Syrië

Een meisje schreeuwt slogans terwijl ze Jordaanse en Palestijnse demonstranten vervoegt in solidariteit met de Palestijnse vluchtelingen in Yarmouk, tijdens een sit-in voor het Rode Kruis in Amman. © Reuters
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

De oorlog in Syrië heeft 18 000 Palestijnse vluchtelingen afgesloten van voedselbevoorrading en medicatie. Yarmouk is een vluchtelingenkamp dat, net als vele andere gebieden in Syrië, gevangen zit tussen de overheidstroepen van president Bashar al-Assad en rebellen die hem proberen omver te werpen.

Steeds meer gebieden raken gevangen in de strijd tussen Assads overheidstroepen en de rebellenbewegingen. Zo is het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk, bij Damascus, één van de gebieden dat het hardst getroffen is door de Syrische voedsteltekorten.

Gras eten om te overleven

De VN zegt vooral gealarmeerd te zijn door berichten van een toenemend aantal doden in Yarmouk, toen beelden opdoken van kinderen en ouderen die de hongerdood gestorven leken te zijn. “Yarmouk blijft gesloten voor humanitaire hulp. Het blijft een plaats waar extreem menselijk lijden en harde primitieve leefomstandigheden de norm zijn”, zegt Chris Gunnes van het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in de Washington Post.

Het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten meldde dat er ondertussen al bijna honderd mensen zijn omgekomen in het kamp. Vooral kinderen en ouderen worden getroffen. Dat komt door verhongering of als gevolg van aandoeningen door het tekort aan voeding en medicatie, zoals bijvoorbeeld bloedarmoede of diabetes. Ook sterven er mensen door de slechte kwaliteit van de beschikbare voeding: sommigen doorzoeken vuilnishopen op zoek naar iets eetbaar.

Bewoners eten dierenvoeding of gras om te overleven, meldt de Washington Post. AFP berichtte ook over bewoners die katten en honden slachtten. “Iemand doodde een hond en vond geen vlees om zich te voeden, omdat zelfs de honden hier verhongeren”, getuigt een inwoner in het persbericht.

De prijzen van de enorm beperkte voorraad voedsel en medicatie, zijn abnormaal hoog. De vluchtelingen van Yarmouk betalen tot meer dan 70 euro voor een kilo rijst, vertellen getuigen. De situatie is zo precair, dat vrouwen zich prostitueren voor een kopje rijst.

Het toegangsprobleem van humanitaire hulp in het gebied staat hoog op de agenda van de door de VN gesteunde vredesconferentie in Genève in Zwitserland. De Verenigde Naties schatten dat zo’n 9,3 miljoen Syriërs in het land en 2 miljoen in het buitenland dringend hulp nodig hebben, aldus de Washington Post.

Genève zonder resultaat

Toch werd er op de vredesconferentie nog niet beslist over de vrije doorgang van humanitaire hulp. Het feit dat het Syrische regime internationale hulp de toegang ontzegd in geblokkeerde gebieden als Homs, ondanks de dreiging naar de VN-veiligheidsraad verwezen te worden, suggereert dat het regime weinig druk voelt van de internationale gemeenschap, vindt Time.com. De vele smeekbedes voor humanitaire hulp in Genève hebben niet geleid tot een versoepeling van het Syrische leger in belegerde gebieden als Yarmouk, die in de onderhandelingen vergeten lijken te worden.

Ondanks de verwoede pogingen van de VN, die meer dan 3,8 miljoen mensen in Syrië voedt, komt amper hulp aan bij zij die dat het meest nodig hebben. Strijders die trouw zijn aan het regime-Assad, omcirkelen de door rebellen ingenomen buurten. Voornamelijk in en rond de hoofdstad Damascus. Die strijders verbieden alle voedsel- of medische hulp.

Oorlogsmisdaad

Navi Pillay, de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN, zei eerder al dat het tegenhouden van de hulp aan Yarmouk een oorlogsmisdaad zou zijn. “Verhinderen van humanitaire hulp aan burgers in nood, kan leiden tot een oorlogsmisdaad. Alle actoren in het conflict moeten zo snel mogelijk toegang verlenen aan de hulp voor de gevangen inwoners in Yarmouk, voordat er nog meer kinderen sterven”, aldus Pillay op de website van Al Jazeera.

Daags nadat de VN het bewust tegenhouden van humanitaire hulp een oorlogsmisdaad noemde, kwam midden januari de eerste hulp aan in Yarmouk. Het kamp was sinds september 2013 al vier maanden van alle hulp afgesloten. De toegeving kwam er in de aanloop van de gesprekken in Genève.

Maar veel meer hulp komt er niet zo gemakkelijk. VN-konvooien bereiken de getroffen gebieden niet: een konvooi van de UNRWA met voeding, medicatie en poliovaccinaties werd beschoten en kon de weg naar Yarmouk niet voortzetten, meldt Al Jazeera. Pillay getuigt op de website van CBC dat meerdere pogingen van de VN en andere organisaties om hulp te bieden worden verhinderd door de constante belegering van het gebied.

Gevangen in andermans oorlog

Het lijden van de Palestijnen in Yarmouk heeft de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, Gaza en Israël geraakt. Velen van hen kwamen op straat om de internationale gemeenschap te vragen om de belegering van het vluchtelingenkamp te helpen opheffen.

De ontbering brengt nog meer lijden onder de Palestijnen die hun woonplaats moesten ontvluchten bij de oprichting van Israël in 1948. Sindsdien hebben zij en volgende generaties in de vluchtelingenkampen over de hele regio geleefd. Blootgesteld aan de vele crisissen.

Yarmouk groeide uit tot een enorm kamp dat tot voor het uitbreken van de oorlog zo’n 160 000 bewoners telde, schat de UNRWA. Toen troepen in 2011 op het punt stonden Damascus in te nemen, gingen de meeste bewoners op de vlucht. Ondertussen zijn er echter ook veel Syriërs in het kamp terechtgekomen, waar nu nog ongeveer 45 000 vluchtelingen verblijven. Maar daarvan zijn er, volgens de VN, nog 18 000 Palestijnen, gevangen in andermans oorlog.

De Syrische burgeroorlog heeft in drie jaar tijd al meer dan 100 000 slachtoffers gemaakt, 6,5 miljoen personen zijn intern verplaatst en nog eens 2,5 miljoen vluchtten het land uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content