Het succes van een donkergroene burgemeester

© DIETER TELEMANS

Politici hebben geen langetermijnvisie, hoor je vaak. Maar in het Noord-Franse Loos-en-Gohelle bewijst de tegendraadse burgemeester Jean-François Caron al vijftien jaar lang het tegendeel. Het oude mijnwerkersstadje geldt tot ver buiten de landsgrenzen als een geslaagd voorbeeld van ecologische, duurzame reconversie.

Loos-en-Gohelle is een gemeente met 7000 inwoners in de regio Nord-Pas-de-Calais. Officieel een stad, maar de gemeente heeft de omvang van een uitgestrekt dorp. Ook het ritme is er dorps. Op het centrale plein zijn er twee bistro’s waar je ’s middags voor 8,5 euro een groot bord met steak-friet of coq au vin kunt eten. Van de legendarische vriendelijkheid uit Bienvenue chez les ch’tis, de succesfilm van Dany Boon, blijkt geen woord gelogen. Elke klant die binnenkomt, groet uitgebreid de andere klanten, hem of haar smakelijk eten wensend. De film van Boon gaat over de wijdverbreide vooroordelen in de rest van Frankrijk tegenover de inwoners van Nord-Pas-de Calais – arm, dom, dik en alcoholverslaafd – maar is vooral een humoristische ode aan de warme hartelijkheid van de inwoners uit de oude mijnstreek. De film plaatste de regio in een gunstiger daglicht, en op de gezellige terrasjes langs het groene dorpsplein van Loos-en-Gohelle zou je haast vergeten dat je je in een van de economische rampgebieden van Frankrijk bevindt.

Alleen de immense terrils in Nord-Pas-de-Calais, een 120 kilometer lange landstrook die zich uitstrekt tot aan de Belgische grens, herinneren aan een roemrijk verleden, voordat de hele regio door het sluiten van de mijnen werd verwoest. Het verval begon in de jaren 1960, maar bereikte zijn hoogtepunt in de jaren 1980 en 1990 – de jaren van langdurige recessie, die een sociaal bloedbad veroorzaakten. Ook vandaag nog heeft Nord-Pas-de-Calais de laagste levensverwachting van Frankrijk.

In zijn gemeentehuis zit de groene burgemeester Jean-François Caron, kind van de streek en met hart en ziel aan zijn geboortegrond verknocht, ons op te wachten. De ecologist staat aan het hoofd van de gemeente sinds 2001. ‘In tegenstelling tot andere mijnstreken was er in Nord-Pas-de-Calais nauwelijks andere industrie behalve steenkool. Daardoor was de afdruk van steenkool hier maximaal, niet alleen op de economie en op de stadsplanning, maar ook en vooral op de mentaliteit van de mensen.’

Van wieg tot graf

Veel familieleden van Jean-François Caron werkten in de mijn. Zijn vader Marcel was ook jarenlang burgemeester van Loos-en-Gohelle, maar dan namens de socialisten. Met het verdwijnen van de steenkoolindustrie raakte echter ook het oude, paternalistische politieke model, met een autoritaire socialistische partij die mensen van wieg tot graf begeleidde, in diskrediet. Rebel en non-conformist Jean-François Caron koos voor de groene partij en wil op een andere manier dan zijn vader politiek bedrijven.

Ook vandaag nog bedraagt de werkloosheidsgraad in Loos-en-Gohelle 17 procent en betaalt 60 procent van de inwoners geen belastingen omdat hun inkomen te laag is. En toch is de gemeente uitgegroeid tot een baken van hoop en een wissel op de toekomst. Loos-en-Gohelle geldt als een laboratorium op het gebied van duurzame ontwikkeling in Frankrijk, als de groene stad van morgen, gebouwd op de ruïnes van de steenkoolindustrie, en kan ook vanuit het buitenland op veel belangstelling rekenen. Tijdens de grote klimaatconferentie in Parijs in 2015 stond er een bezoek van een grote delegatie staatshoofden en regeringsleiders aan Loos-en-Gohelle op het programma. ‘Het enige geplande bezoek op het terrein. President François Hollande zei dat hij tijdens de conferentie niet alleen woorden maar ook daden wilde zien. En dat Loos een voorbeeld was van concrete oplossingen. Men had speciaal een TGV ingelegd om ons te komen bezoeken. Maar dat bezoek is geannuleerd als gevolg van de aanslagen in Parijs. Wij konden de veiligheid niet garanderen. Al die staatshoofden en regeringsleiders op onze terrils, stel je voor’, zegt Caron.

De groten der aarde hadden in Loos anders nog iets kunnen opsteken in verband met langetermijndenken in de politiek. Bij de transformatie van zijn gemeente ging de burgemeester niet over één nacht ijs. ‘Alles begint bij de geesten van de mensen. Daarop heb ik in eerste instantie het hardst gewerkt’, vertelt hij. ‘Ik wilde de inwoners van Loos opnieuw een gevoel van eigenwaarde geven.’

De toekomst met zelfvertrouwen tegemoet treden kon volgens de burgemeester alleen via de herwaardering van het verleden. Als toenmalig ondervoorzitter van de Conseil Régional van Nord-Pas-de-Calais, die onder meer over de economische bevoegdheden in de regio gaat, slaagde Caron er tegen alle verwachtingen in om na tien jaar hard werk en met een dossier van duizenden pagina’s onder de arm heel het steenkolenbekken van Nord-Pas-de-Calais in 2002 in de Werelderfgoedlijst van de Unesco te laten opnemen. Hij kreeg daarvoor ook de hulp van toenmalig minister van Cultuur en bekend schrijver Frédéric Mitterrand. ‘Wat toen gebeurde, was ongelooflijk. Maandenlang kwamen mensen mij op straat bedanken. Sommigen huilden tranen met tuiten en kwamen niet uit hun woorden. Ze hebben hun vader, broer of oom op jonge leeftijd aan silicose zien sterven. Voor hen is die Unesco-erkenning het mooiste eerbetoon’, zegt Caron.

‘Heel het stadsproject van Loos is van daaruit vertrokken. Vanuit de culturele herovering van onze eigen geschiedenis, om zo eindelijk die bladzijde te kunnen omslaan.’

Verouderde cités

De volgende fase in zijn ‘stadsproject’ legde sterk de nadruk op ruimtelijke ordening en de sanering van vervuilde sites. ‘Loos was het archetype van niet-duurzame ontwikkeling’, stelt Caron. ‘Ons water en onze grond waren sterk vervuild, de huizen in de verouderde cités nauwelijks geïsoleerd en de natuur verwoest.’

De burgemeester liet een vijftien kilometer lange groenstrook rondom de stad aanleggen, die de verschillende wijken van de stad met elkaar verbindt en waar inwoners kunnen wandelen en sporten zonder verkeersaders te kruisen. Voor het onderhoud van de stadsparkjes en de gemeentegebouwen, voor het besproeien van het plaatselijke voetbalveld en zelfs voor de toiletten in het gemeentehuis wordt alleen nog regenwater gebruikt. Loos had ook de eerste ecologische sociale woningen in Frankrijk. De jaarlijkse kosten voor de verwarming belopen er zo’n tweehonderd euro.

Dat zijn niet noodzakelijk allemaal dure ingrepen, want Loos is een arme gemeente. ‘Regenwater opvangen is een vorm van bezuinigen’, zegt de burgemeester. ‘En een goed geïsoleerd huis betekent voor onze inwoners extra koopkracht. De inwoners van Loos zijn vandaag ook trots een voorbeeld van energie-soberheid te zijn, en doen er zelf ook alles aan om verspilling tegen te gaan.’

Elke stap in het proces zet Caron samen met zijn inwoners. Hij wil ze uit hun jarenlange lethargie halen en ze een rol laten spelen in de veranderingen. ‘We houden wekelijks buurtvergaderingen. Elk project ontwikkelen we samen. Technische zaken liggen vast: de breedte van de weg, de diepte van de riool. Maar over de vraag of er bomen of fietspaden langs de weg moeten komen, gaan we met de inwoners in gesprek. Het duurt allemaal wat langer, maar als er eenmaal een besluit is genomen, levert dat ook geen enkel probleem meer op.’

De burgemeester waarschuwt ervoor dat het betrekken van burgers bij de besluitvorming veel meer is dan een gimmick. ‘Het is een werk van járen’, zegt hij. ‘Je moet een band opbouwen met kiezers die alle vertrouwen in de politiek kwijt zijn. Zullen de verkozenen doen wat ze zeggen? Zullen ze ons niet voorliegen? Dat vertrouwen herwin je niet in zes maanden tijd. Maar als het er eenmaal is, wordt veel mogelijk. Mensen voelen zich bevrijd en gaan opnieuw zelf initiatieven nemen, ten bate van de samenleving.’

Het land van Le Pen

Op een boogscheut van Loos-en-Gohelle ligt het Louvre-Lens, het schitterende museum van de hand van de Japanse architecten SANAA, dat in 2012 de deuren opende. Het museum, een dochterinstelling van het Louvre in Parijs, is een grote toeristische trekpleister en een teken van de langzame heropleving van de oude mijnstreek.

Maar in weerwil van zulke lichtpunten is de regio Nord-Pas-de-Calais vandaag dé machtsbasis van het extreemrechtse Front National. ‘Bij de laatste regionale verkiezingen heeft het FN in Loos 50 procent behaald. In de steden rondom was dat ruim 70 procent’, zegt burgemeester Caron.

Niet immigratie maar economische radeloosheid is volgens Caron daarvoor de verklaring. ‘Generaties lang hebben mensen hun lot in de handen van de Parti Socialiste en de Parti Communiste gelegd. Nu die partijen niet meer in staat zijn hen werk of een fatsoenlijke woning te verschaffen, bijten de mensen in de hand die hen voedde. Voeg daarbij dat nogal wat socialistische verkozenen door corruptieschandalen in opspraak zijn gekomen en je begrijpt dat de zittende politieke klasse hier totaal is gedesavoueerd.’

Op nauwelijks vijftien kilometer van Loos-en-Gohelle en ook in het departement Lens ligt Hénin-Beaumont, de thuishaven van FN-voorzitster Marine Le Pen. In 2014 werd Hénin-Beaumont berucht omdat het de eerste gemeente was waar het FN een absolute meerderheid behaalde. De secretaris-generaal van het FN werd in de eerste ronde tot burgemeester verkozen.

Loos-en-Gohelle bewijst dat het anders kan. De aanpak van de groene, tegendraadse burgemeester valt duidelijk in de smaak. In 2001 werd Caron verkozen met 65 procent van de stemmen, in 2008 behaalde zijn lijst 82 procent en in 2014 had hij zelfs geen tegenstanders meer – het FN slaagde er niet in om in Loos met een eigen lijst deel te nemen – en dus behaalde Caron 100 procent van de uitgebrachte stemmen. ‘Dat was niet meer gezien sinds de Franse Revolutie’, lacht hij. ‘Bij regionale verkiezingen stemmen de inwoners hier nog wel voor het FN. Maar bij lokale verkiezingen is het: handen af van onze burgemeester.’

Margaux Essono, een jonge medewerkster van de burgemeester, neemt ons mee naar het paradepaardje van Loos-en-Gohelle: een tot bedrijvencentrum en onderzoeksfaciliteit getransformeerde oude mijnsite aan de voet van twee indrukwekkende terrils, die met hun 186 meter tot de hoogste van Europa worden gerekend. Op de mijnsite zijn honderden nieuwe banen gecreëerd in toekomstgerichte, groene sectoren. Er is ook een regionaal opleidingscentrum voor nieuwe beroepen in de bouwsector. Jongeren leren er werken met ecologisch verantwoorde materialen zoals hout en stro, en zich vervolmaken in de isolatie van daken, gevels en muren.

Essono vertelt dat steeds meer ingenieurs en kenniswerkers de weg naar Loos vinden en hun diensten aanbieden. ‘De aantrekkingskracht van Loos strekt zich uit over heel Frankrijk. Er broeit hier van alles. Zo hebben we, ook op deze oude mijnsite, een uniek onderzoekscentrum in verband met de kring-loopeconomie en een groot project van internationale renommee rond het gebruik van zonnepanelen in regio’s met weinig zon’, zegt ze.

De burgemeester schoof in het gemeentehuis ook wat met organogrammen, zoals hij het zelf uitdrukt, en haalde een jonge ploeg hoogopgeleide experts binnen. Loos is voor net afgestudeerde onderzoekers een interessant laboratorium om theorieën over duurzame ontwikkeling te toetsen en concreet toe te passen’, vertelt Essono, die daar zelf het levende bewijs van is.

Ze laat ons tot slot de kerk van Loos-en-Gohelle zien. Gelegen net achter het gemeentehuis is het de allereerste kerk in Frankrijk waarvan het dak met zonnepanelen werd bedekt. De geproduceerde elektriciteit verkoopt de parochie aan een lokale energiecoöperatie.

Tegenwoordig liggen termen als duurzame ontwikkeling en groene transitie vrijwel iedere politicus in de mond bestorven. Wat Loos-en-Gohelle anders maakt, is de totaalaanpak en de visie op de lange termijn, zeggen waarnemers. ‘Sommige steden doen fantastische dingen’, legt Caron uit, als we na de rondleiding weer in het gemeentehuis zijn aanbeland. ‘Bijvoorbeeld op het vlak van hernieuwbare energie. Maar ze doen niets om de democratische participatie en het welzijn van de burgers te bevorderen. Ik ben niet van de politiek van het grote gebaar. Ik probeer systemisch te werken en resultaten te boeken op alle fronten. Zo is het aantal verenigingen in Loos onder mijn burgemeesterschap verdubbeld.’

Zelfs de boeren in Loos-en-Gohelle gaan langzaam om. ‘Slechts twee procent van de landbouw in Nord-Pas-de-Calais is biologisch, de slechtste score van alle Franse regio’s’, vervolgt de burgemeester. ‘Wij hebben net als België een heel rijke grond die bijzonder geschikt is voor intensieve landbouw. Na jarenlange inspanningen zijn vijf van onze conventionele boeren nu omgeschakeld en is tien procent van onze landbouw biologisch.’

Nationale carrière

Jean-François Caron wordt in de Franse media een mooie politieke toekomst voorspeld. De entourage van president François Hollande zou de man die in eigen streek een moderne Don Quichot wordt genoemd al hebben gepolst als minister van Ecologie. Caron sluit een nationale carrière niet uit, maar is als ‘provincial assumé’ erg aan zijn grondgebied gehecht. Als verwoed marathonloper weet hij ook dat de eindstreep pas wordt gehaald als de inspanning lang genoeg wordt volgehouden. Caron ziet dat het werk nog lang niet af is en er steken zo nu en dan ook vervelende neveneffecten van de succesvolle stedelijke reconversie de kop op. Zo zijn de prijzen van de huizen en de gronden in Loos de voorbije jaren sterk gestegen. ‘Loos-en-Gohelle is een groene haven in één grote industriezone’, zegt Caron. ‘Toen de Amerikaanse econoom en activist Jeremy Rifkin, die de term ‘derde industriële revolutie’ heeft gemunt, naar Loos kwam, zei hij tegen de aanwezige journalisten dat hij al jaren droomt over een plek als Loos, maar dat niemand die ooit had durven te bouwen. Een mooier compliment kun je toch niet krijgen?’

Er is in de politiek een schrijnend gebrek aan verbeelding en visie, vindt Caron. De burgemeester is kinesist van opleiding. ‘Lange tijd heb ik gewerkt in een revalidatiecentrum. Als je mensen helpt om opnieuw te leren lopen, leer je heel veel over de menselijke natuur. Met name hoezeer mensen dromen en ideeën nodig hebben om zich aan op te trekken en met vertrouwen naar de toekomst te kijken.’ In Loos lijkt de toekomst in elk geval begonnen. Zo wordt de groene specht dezer dagen naar verluidt steeds vaker in de buurt van het stadscentrum gesignaleerd.

DOOR HAN RENARD, FOTO’S DIETER TELEMANS

‘Regenwater opvangenis een vorm van bezuinigen. En een goed geïsoleerd huis betekent voor onze inwoners extra koopkracht.’

‘Je moet een band opbouwen met kiezers die alle vertrouwen in de politiek kwijt zijn.Dat vertrouwenherwin je niet in zes maanden tijd.’

‘We houden wekelijks buurtvergaderingen. Het duurt allemaal wat langer, maar als er eenmaal een besluit is genomen, levert dat ook geen enkel probleem meer op.’

Een vervelend neveneffect van de succesvolle reconversie is dat de prijzen van de huizen en de gronden in Loos de voorbije jaren sterk zijn gestegen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content