Rudi Rotthier

‘Het land van de onschuldigen’ probeert om te gaan met aanslagen

In een land waar emoties niet breed uitgesmeerd worden, stonden mensen met tranen in de ogen op de bus te wachten. Canadezen, die er trots op zijn dat ze frisbee kunnen spelen op het grasveld voor het parlement, werden door mekaar geschud door twee amateuristische aanslagen van een binnenlandse vijand, waarvan er een gericht was tegen dat parlement.

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u een achtergrondverhaal vanuit de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Canada, zo wil het cliché, is een land dat alleen maar agressief wordt als er ijshockey gespeeld wordt – en dan nog op het ijs, niet ernaast. Zelfs de politie is niet agressief. Die verkiest ook bij verre het woord boven het wapen.

Een jaar of twintig geleden waren er minder moorden in Canada dan in de Amerikaanse stad Miami. Dat is de vaste vergelijking. Tegenover de VS is Canada minder gewelddadig, minder militaristisch, minder autoritair. Canada heeft een betere gezondheidszorg, en hogere belastingen. Het trapt minder landen op de tenen. Het gelooft in onderwijs, internationale instellingen, vredesmissies en privacy. Het heeft een minister voor multiculturaliteit, en als er een land officieel nog wel de multiculturele samenleving genegen is, dan Canada.

Canada is ook een land dat massaal in het gelid komt als een 73-jarige theaterlerares ontslagen wordt door een respectabel jezuïetencollege omdat ze veertig jaar geleden in Franse erotische films speelde – die films zouden volgens de directie verwarrend kunnen zijn voor haar leerlingen. Na protesten werd het ontslag ingetrokken, al is de lerares nu niet zeker dat ze terugwil naar die school.

Het is het land waar de vrouw van de premier ooit, terwijl haar man het land bestuurde, een verhouding had met Mick Jagger en ging fuiven in Studio 54. Veel van wat in de VS niet kan, is in Canada, ook het land van Joni Mitchell en Leonard Cohen, van Neil Young en Céline Dion, wel mogelijk.

Het is een land dat vaak gedefinieerd wordt door wat het niet is: niet de VS, niet Europa, niet kleinzerig, niet hardvochtig, niet preuts, niet gewelddadig.

‘Meer Canadezen gewenst’

Het cliché is natuurlijk achterhaald. Er is geweld in Canada (dat is er trouwens altijd geweest, alleen minder dan elders). Er gebeuren misdrijven die te gruwelijk zijn om voluit te beschrijven. Deze week nog werden 6 babylijkjes aangetroffen in een gehuurde stapelruimte.

Er is onder de huidige, Conservatieve regering van Stephen Harper een liberalisering van de economie aan de gang. Ook hier wordt er beloofd dat de lasten zullen dalen, en dat overlast steviger aangepakt zal worden.

Maar de teneur is er nog altijd een van begrip, lichte naïviteit en goede bedoelingen in de vreemde combinatie met nuchterheid en een dosis realisme. Chantal Hébert, de bekendste politieke commentator in het land, zegt dingen als: alle leidende politici hebben het goed voor met het land. Wat haar niet belet om hun stommiteiten te fileren.

Niet langer dan een week geleden publiceerde het bekendste nieuwsmagazine van het land, Maclean’s, een commentaarstuk van een diplomaat die ervoor pleitte de migratie naar Canada te verdubbelen zodat het land mettertijd 100 miljoen inwoners zou krijgen (een verdrievoudiging van het huidig aantal). Zijn argumenten waren economisch, maar ook: met een grotere bevolking zal Canada in staat zijn “de wereld te beïnvloeden en te verbeteren, in plaats van te dobberen op de getijden van de wereld”. Het is een stelling die de wenkbrauwen doet fronsen: hoe meer Canadezen hoe beter de wereld! Hoeveel bewoners in de wereld zouden dat van hun land durven te beweren? En toch is Canada ook bescheiden.

‘Nice’

Dit welvarende, geordende land werd deze week getroffen door twee aanslagen. In de eerste, maandag reed een jongeman in Saint-Jean-sur-Richelieu in op drie militairen. Hij doodde er één, en werd vier kilometer verderop zelf gedood, toen hij agenten met een mes te lijf wou gaan. In tussentijd, al vluchtend voor de politie die hem op de hielen zat, belde hij de noodlijn om te melden dat hij in naam van Allah handelde.

Patrice Vincent, het eerste slachtoffer, doodgereden
Patrice Vincent, het eerste slachtoffer, doodgereden© Reuters

Twee dagen later schoot een man met een jachtgeweer eerst een erewacht aan het monument voor de onbekende soldaat in Ottawa dood, alvorens hij het parlement binnendrong, daar ook verwondingen veroorzaakte en zelf werd doodgeschoten.

Het eerste commentaar dat ik na de schietpartij in het parlement op straat hoorde, in Sault Ste Marie, op 800 kilometer van Ottawa, kwam van een jonge vrouw, Tania, die probeerde doorheen tranen te glimlachen. Ze haalde haar armen in milde wanhoop op en zei: “We’re the nice people. Dit zou ons niet mogen overkomen.” ‘Nice’ is een woord dat zich niet helemaal exact laat vertalen maar ‘aardig’ komt in de buurt. Dat woord lijkt Canada te typeren. Canadezen zijn aardig en ze laten iedereen zoveel ze kunnen met rust. In ruil worden zij het liefst ook met rust gelaten.

Verloren zaak?

Een paar uur na het begin van de tweede aanslag verstuurde Roger Cohen, columnist bij The New York Times, deze tweet: ‘When Canada goes, it’s all over’: als Canada valt, dan is het allemaal voorbij.

Het was de meest besproken tweet van de week. Er werden twee interpretaties aan gegeven: als nu ook Canada door aanslagen getroffen wordt, is de hele wereld om zeep. Of: door de aanslagen van de voorbije week zal Canada veranderen. Het zal niet langer aardig kunnen blijven. Het zal niet langer lukken om de politici een relatief normaal leven te laten leiden, zonder permanente bewaking (eerste minister Stephen Harper was net voor de schietpartij aanwezig op een partijvergadering in het parlement, zonder bewaker. Agenten hebben hem snel naar “een kast” geleid – de term stond in The Toronto Star – waar hij een kwartier lang dekking moest zoeken).

En inderdaad. Dingen zullen veranderen. Premier Harper kondigde aan dat de veiligheidsdiensten meer bevoegdheden en meer middelen zullen krijgen om op te treden tegen verdachten. Een minister suggereerde dat sympathiebetuigingen voor terreurbewegingen voortaan misschien strafbaar gesteld moeten worden.

Maar al bij al bleven de reacties mild. “We zijn nog altijd Canada”, titelde de krant The Globe and Mail, gedeeltelijk in respons op de tweet uit de VS. We moeten het parlement nog makkelijker toegankelijk maken, suggereerde een commentator. In een eindeloze serie editorialen werd over het “land van de onschuldigen” gemijmerd. We zijn nooit onschuldig geweest, was de teneur, en dat is nàtuurlijk correct. Dit land heeft twee oorlogen helpen vechten. Het heeft een gespannen verhouding met zijn autochtone bevolking. Het stond bijwijlen op springen omwille van gewestproblemen.

Imam Soharwardy, van Moslims tegen Terrorisme, legt bloemen neer aan het monument waar een dag eerder een soldaat is vermoord
Imam Soharwardy, van Moslims tegen Terrorisme, legt bloemen neer aan het monument waar een dag eerder een soldaat is vermoord© Reuters

“We konden geen eiland blijven”, werd ook herhaaldelijk geconstateerd.

Er was lof voor de ordentelijke manier waarop de binnenstad van Ottawa geëvacueerd was (ordentelijk is nog zo’n woord dat past bij Canada).

Er was lof voor de vijf passanten die onmiddellijk zij het vergeefs de verwonde soldaat aan het monument probeerden te reanimeren. Er was lof voor de sergeant-at-arms, de ceremoniemeester van het parlement, die blijkbaar de schutter heeft neergeschoten.

‘Niet geholpen’

Politiecommissaris Bob Paulson zei donderdag op een persconferentie dat zijn diensten er niet in geslaagd waren de eerste dader – een geradicaliseerde bekeerling, die sinds juni door de politie werd gevolgd – te helpen. Dat was niet gelukt omdat hij te ver heen was in zijn radicalisering – hij had de bezoeken en gesprekken met zijn ouders, met de politie, met zijn imam en welzijnswerkers als een bijkomend element van frustratie beschouwd, als teken dat hij nergens begrepen werd. Het laatste bezoek van de politie kwam op 9 oktober, 11 dagen voor de aanslag. Dat was de regel, zei de commissaris, zulke interventies hebben alleen resultaat als ze de geradicaliseerde persoon in een vroeger stadium bereiken.

Bob Paulson, chef van de nationale politie, de mounties
Bob Paulson, chef van de nationale politie, de mounties© Reuters

Het was een opmerkelijke uitspraak, drie dagen na de feiten, een dag nadat een tweede aanslag de natie nog meer door elkaar schudde. Maar het wees er ook op dat het oude Canada, het Canada met veel begrip, nog altijd overeind stond. De commissaris zei het in antwoord op een vraag, en dat woord, helpen, was misschien niet voorbereid, maar het lag wel in de lijn van zijn betoog. De politie wil uiteindelijk radicalen helpen om niet onredelijk te worden.

‘Niet te stoppen’

Er is de afgelopen dagen onmiskenbaar veel foutgelopen, en Canada staat voor existentiële vragen.

Ondanks de doorgaans milde reacties werden moskeeën beklad, werden her en der stenen gegooid, werd een moslima die aan de nakende gemeenteraadsverkiezingen deelneemt uitgescholden.

Dat de twee soldaten die de erewacht betrokken bij het monument van de gesneuvelden dat deden omdat een jaar of acht geleden het monument was geteisterd door wildplassers, deed ook weer nadenken over ongewilde gevolgen. En over ondoordachte reacties. De soldaten die op wacht staan hebben een geweer maar geen kogels – ook dit is Canada, het is niet de bedoeling dat er geschoten wordt, het is de bedoeling dat de erewacht wildplassers weghoudt.

De twee aanslagen werden gepleegd door mensen die je niet achtergesteld of marginaal kunt noemen. Martin Rouleau, de 25-jarige chauffeur die een militair doodreed, had een eigen bedrijf. De 32-jarige schutter, Michael Zehaf-Bibeau, die het parlement binnendrong, was weliswaar aan lager wal geraakt, mede door drugsproblemen, maar zijn Frans-Canadese moeder is een topambtenaar en zijn Libische vader had lang een succesvolle horecazaak in Montréal.

Michael Zehaf-Bibeau, tijdens zijn actie gefotografeerd door een toerist
Michael Zehaf-Bibeau, tijdens zijn actie gefotografeerd door een toerist© /

Hun acties waren bijna niet te stoppen. Zelfs als de eerste dader permanent gevolgd geweest was, gaf de commissaris toe, zou men hem nog niet hebben kunnen beletten in een auto te rijden, en op het parkeerterrein van een winkelcentrum te wachten. Als hij dan snel op militairen afrijdt, is er geen politiebewaking die hem kan stoppen. Trouwens, zo preciseerde de commissaris, als we alle potentiële verdachten permanent volgen, hebben we geen personeel over voor andere politietaken.

De schutter die uit een auto springt en iemand neerknalt – dat kan ook altijd en overal. Jachtgeweren zijn relatief makkelijk te verkrijgen. In dit geval ging het om een jongeman die op de wip zat tussen crack en koran. Hij had Montréal en het goede leven achtergelaten om in Vancouver te proberen van zijn drugsverslaving af te geraken. Dat lukte niet, hij gaf zich enkele keren zelf bij de politie aan, onder meer omdat hij met een gepunte stok een McDonald’s had overvallen. Hij hoopte dat een gevangenisstraf hem in de gelegenheid zou stellen af te kicken.

Korporaal Nathan Cirillo, neergeschoten aan het monument voor de onbekende soldaat
Korporaal Nathan Cirillo, neergeschoten aan het monument voor de onbekende soldaat© Reuters

Als hij dan de gevangenis verliet was hij het ene moment hyperreligieus, met bekeringsdrift, en op het andere moment zat hij toch weer aan de crack. Hij dacht altijd dat gebed en de koran, die hij altijd bij zich droeg, hem van zijn verslaving af zouden helpen, maar zo werkte het niet. Hij wisselde ook perioden van helderheid af met perioden dat hij de duivel zag. Ee rechtbank liet hem onderzoeken alvorens hem vrij te laten, en uit dat onderzoek bleek dat hij voldoende gezond van geest was om geen gevaar te zijn voor zichzelf (hij bleek een gevaar voor anderen). Hij werd, de laatste dagen, soms razend, zeggen bewoners van het opvangcentrum waar hij sinds 2 oktober verbleef, omdat verhuurmaatschappijen hem geen auto wilden verhuren. Hij kocht er dan maar een, voor omgerekend minder dan 500 euro. Hij was ook gefrustreerd en kwaad over het paspoort dat hij had aangevraagd (volgens zijn moeder om naar Syrië te kunnen vertrekken) – de overheid bleef maar onderzoeken of ze het paspoort zou toekennen. Hij deed een poging om een Libisch paspoort aan te vragen – zijn vader was immers Libiër. Maar enkele dagen voor zijn terreurdaden was hij ook aan het Libisch consulaat wandelen gestuurd.

Dat zo iemand met één jachtgeweer, niets gesofistikeerd, toch het parlement binnendrong, pleit niet voor de interne veiligheidsmaatregelen. Als deze aanslag uitgevoerd was met iets meer hersens en met meer steun had dit op een bloedbad van grote proporties kunnen uitdraaien. Toen Greenpeace enkele jaren geleden actie voerde in het parlement, en zonder problemen een vlag op het dak kon uitspreiden, werd dat nog als typisch Canadese openheid weggelachen. Dit keer wordt er niet gelachen.

Charter

Kan men de schutter nog beschouwen als een verwarde geest, dan is de eerste dader, Martin Rouleau, van een ander kaliber. Hij was wel degelijk iemand die op omstandigheden reageerde. Het is niet duidelijk wat er meest speelde, maar hij had problemen met zijn bedrijf voor hogedrukreiniging en met zijn familieleven – na een scheiding dreigde hij het bezoekrecht voor zijn zoontje te verliezen.

Martin Rouleau, voor zijn bekering
Martin Rouleau, voor zijn bekering© /

Hij had zich vorig jaar als Frans-Canadees heel druk gemaakt over het charter voor “waarden van Québec” dat de vorige regering van de provincie had proberen door te drukken. Bedoeling was onder meer dat het dragen van religieuze symbolen (lees: hoofddoeken) voor ambtenaren verboden zou worden. Van het charter kwam niks in huis, en de Parti Québécois die het voorstelde werd bij de verkiezingen afgestraft. Maar dat leek minder door te dringen bij Rouleau dan het feit dat er zo’n project was geweest.

Dat zijn paspoort werd ingetrokken op het moment dat hij naar Syrië zou vertrekken, maakte hem ook kwaad. Dat Canada de coalitie tegen IS steunde evenzeer. En dat het tot een moord op een soldaat kwam, was zeker niet onvermijdelijk, maar voor iemand in zijn situatie – met een ontwikkeld gevoel voor verontwaardiging, geïsoleerd, radicaal, partijdig de feiten filterend, in eigen ogen met niet veel te verliezen en veel te winnen, het paradijs, niet alleen voor zichzelf maar ook voor de mensen in zijn omgeving – leek die aanslag blijkbaar ineens de beste optie.

De commissaris zei op zijn persconferentie dat er nu in Canada 93 verdachte personen worden gevolgd. Rouleau stond op de lijst, Zehaf-Bibeau niet. Maar zolang die 93 geen daden stellen of daden concreet voorbereiden, kan de politie niet optreden. Voor een aanslag met een auto is er geen voorbereiding nodig.

De politie, de maatschappij, heeft niet direct een oplossing, zelfs niet in Canada.

De bewoners zijn nog altijd nice, maar toch ook bezorgd, en voor hun doen emotioneel.

Door Rudi Rotthier vanuit Sault Ste Marie, Canada

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content