Het grote VS-debat: moet er meer of minder actie komen tegen IS?

Bloemen en boodschappen aan de Franse ambassade in Washington © REUTERS
Rudi Rotthier

De roep om meer actie tegen Islamitische Staat is sinds de aanslagen in Parijs luider te horen in de VS. Maar tegelijk is er ook een groep die juist voor een terugtrekking uit het Midden-Oosten pleit. De president staat in het midden.

Een dag voor de aanslagen in Parijs had de Amerikaanse president Barack Obama in een interview met ABC aangegeven dat Islamitische Staat “ingedamd” was (contained). Dat was de eerste stap, zei hij, de terreurorganisatie boekt geen terreinwinst meer. Later, gaf hij aan, kan men zijn oorspronkelijke doel, het “degraderen en vernietigen” van IS, nog bereiken, en het “onthoofden” van de structuren. Maar dat indammen stelde hij voor als een eerste positief resultaat van zijn strategie.

De uitspraak getuigde van een optimisme dat een dag later, en zeker volgens Republikeinse presidentskandidaten, op zelfbegoocheling leek (al zijn er in de VS ook stemmen die beweren dat de aanslagen stuiptrekkingen zijn van een slinkende beweging).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Er zijn, in de twee grote partijen, en in het land daarbuiten, globaal twee grote tendensen. De ene wordt verwoord door Republikeinse kandidaten als Ted Cruz, Marco Rubio en Jeb Bush, en tot op zekere hoogte aan Democratische kant door Hillary Clinton, en komt hierop neer: we moeten de strijd opvoeren, orde op zaken stellen, het leiderschap van de VS herstellen. Dat kan door een no-fly zone boven Syrië of volgens sommigen met Amerikaanse grondtroepen. De Republikeinse havik Lindsey Graham pleit zelfs voor tienduizenden soldaten. Bij Clinton is de sleutelterm: kordaat. Het beleid moet kordater dan onder Obama.

‘Duur en contraproductief’

In de Republikeinse partij is libertair presidentskandidaat Rand Paul de grootste tegenstander van deze aanpak. Hij pleit voor een einde aan de militaire tussenkomsten in het algemeen en in het Midden-Oosten in het bijzonder. Vooral omdat die interventies zo duur zijn, en leiden tot onnodig hoge belastingen, maar ook omdat ze contraproductief zijn gebleken. Hoe zijn de wereld en de VS eraan toe na 15 jaar van Amerikaanse tussenkomsten?

Aan Democratische kant zit Bernie Sanders in dit kamp. Ook hij wil op Defensie beparen en hij heeft als parlementslid tegen bijna alle interventies gestemd – al zeker tegen de interventie van George W. Bush in Irak.

De Republikeinse (mede)koploper Ben Carson, die na de aanslagen in Parijs zei dat het jihadisme een “existentiële bedreiging is” en moet vernietigd worden, heeft een moeilijk te volgen lijn die soms minder en soms meer interventie lijkt te betekenen.

Magnaat Donald Trump, de andere Republikeinse koploper, zit eerder op de lijn van Paul, met dat onderscheid dat hij niet wil besparen op Defensie. Hij wil het leger juist sterker maken om interventies overbodig te maken. Hij wil dat de lokale mogendheden in het Midden-Oosten hun verantwoordelijkheid nemen, hij is voor de Russische rol, vindt dat de VS vanuit de lucht de economie van IS moeten vernietigen, met name de oliebronnen, en is erg sceptisch over grondtroepen of over interventies.

Bij degenen die voor minder interventie pleiten, en ze zijn minder talrijk dan het andere kamp, is er groeiende frustratie over de houding van bondgenoten zoals de Saudi’s, de Qatari’s en de Emirati’s, die officieel deelnemen aan de coalitie tegen IS, maar die in de praktijk hun vliegtuigen niet langer inzetten tegen IS en ze liever gebruiken om de (sjiitische) Houthi’s in Jemen naar de steentijd te bombarderen.

Ergens tussen die twee tendenzen – meer of minder interventie – bevindt zich de president.

Volgens de Amerikaanse pers komt Obama na de aanslagen nog meer onder druk om de strijd op te voeren. De kritiek op zijn politiek is alomtegenwoordig. Sommigen, zoals de wel eens vaker ongenuanceerde Trump, leggen een verband tussen de “zwakke” aanpak van Obama en de aanslagen in Parijs.

Obama is lauw inzake interventie. Hij werd verkozen met de belofte dat hij de oorlogen van zijn voorganger George W. Bush zou beëindigen. Hij wil een Vietnam-scenario vermijden, waarbij men met de druppelteller meer troepen stuurt, tot er een gigantisch leger op de been is. Maar de voorbije weken heeft IS verantwoordelijkheid geclaimd voor aanslagen op een Russsisch vliegtuig, in Beiroet, en in Parijs. Obama kan moeilijk volhouden dat het probleem ingedamd is.

‘Popcorn’

Terwijl de evenementen in Parijs nog in volle ontwikkeling waren, liep het wekelijkse HBO-programma Real Time with Bill Maher. Maher, een komiek, is tegelijk politiek commentator. Zijn programma bevat discussie, satire en commentaar. Hij begon zijn uitzending met een gezongen Marseillaise, uit solidariteit met Parijs.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In het panelgesprek wierp Maher de vraag op: waarom haten ze ons? De gevangen terroristen zeggen: “Omdat jullie in moslimland zijn. Ik heb een gek idee. Waarom verlaten we de moslimlanden niet.” Het is deze aanwezigheid in het Midden-Oosten die de aanvallen in Parijs veroorzaakt heeft, aldus Maher. “Dat verband moet gelegd worden. We moeten ze daar niet bombarderen”.

Laten we ons helemaal terugtrekken, argumenteerde hij, en laat ze het in het Midden-Oosten uitvechten, sjiieten versus soennieten, Assad versus IS, Iran versus de Saudi’s. “Onze ene grote vijand bekampt de andere grote vijand. We hebben gewoon popcorn nodig! Gewoon in de zetel wegzakken en toekijken.”

Partner Content