Aylin Koksal

‘Het enige wat die dubbele nationaliteit mij bezorgt, is een identiteitscrisis’

Aylin Koksal Journalist Weekend.be

‘Laten we er geen doekjes om winden, wij als Turkse Belgen zijn geprivilegieerd.’ Dat schrijft Aylin Koksal, medewerker van Knack.be, naar aanleiding van de Turkse presidents- en parlementsverkiezingen op 24 juni.

Mijn familielid, dat ik omwille van veiligheidsredenen niet bij naam zal noemen, is een fervente Erdoganfan met een dubbele nationaliteit, het type dat haar fanatieke meningen nogal graag op Facebook verkondigt. Ook haar liefde voor haar sultan deelde ze in de vorm van een foto aan de Turkse ambassade in Brussel. Daarop staat ze glimlachend en vastbesloten met het stembriefje in haar handen, op het punt om het in de bus te steken. Op haar post zet ze de puntjes op de ‘i’ met de hashtag #devam, een steunbetuiging aan Zijne Majesteit Recep Tayyip Erdogan.

Later postte ze een tweede schreeuwerige post met dezelfde hashtag, dezelfde vastbesloten glimlach en dezelfde stembrief. Ze stemde opnieuw, maar deze keer in Izmir, de meest seculiere stad van Turkije. Ze wist dan wel precies met welke bijpassende hashtags ze haar posts kon peperen, maar niet dat ze zojuist fraude had gepleegd en op het punt stond sociale media te doen ontploffen.

Het enige wat die dubbele nationaliteit mij bezorgt, is een identiteitscrisis.

Ontploffen was zacht uitgedrukt, bleek later. Twitter was een slagveld, op alle Turkse kranten was ze een headliner, haar Facebook werd gebombardeerd door tienduizenden reacties. Ik staarde me blind op haar post en zag elke seconde tientallen nieuwe reacties verschijnen. Die gingen van kwaad naar erger, van ‘vuile dief’ tot ‘smerig kutwijf’. Hou wel in het achterhoofd dat schelden in het Turks nog veel grover en gemener overkomt. Ik begreep de heisa niet want het was niet de eerste keer dat er fraude werd gepleegd tijdens Turkse verkiezingen. Het was door de reactie van een wanhopige moeder dat er een belletje rinkelde: ‘Terwijl ik hier al jaren met moeite rondkom en mijn kinderen amper kan voorzien van eten, neem jij mijn rechten af. Je hebt geen flauw benul van wat wij hier dagelijks meemaken.’

En gelijk heeft ze, de eye-opener voor mij kwam er een aantal jaren geleden, toen een euro ‘nog maar’ drie lira waard was. Ik werkte voor een Belgisch bedrijf in een Turks hotel waar de werknemers dag en nacht zwoegen en zweten voor een hongerloontje van 900 lira per maand. Wat bofte ik toen met mijn loon van 900 euro. De meeste Turken overleefden het met een creditkaart, de straten krioelden met bedelende bejaarden en de hoogopgeleide jeugd stond op de markt watermeloenen te verkopen. Mijn goede vriend Musti bekende hoe jaloers hij was dat ik in België was geboren. Hij werkte al vijf jaar lang in een hotel om zijn opleiding aan de KULeuven te kunnen financieren. De kansen die ik had gekregen, mocht ik niet voor lief nemen.

Laten we er geen doekjes om winden, wij als Turkse Belgen zijn echt geprivilegieerd als we ons eurootje voor vijf Turkse lira kunnen inwisselen, door het land gaan cruisen met luxewagens, vakantiehuizen laten bouwen in de vier uithoeken van Turkije en vijfsterrenverblijfjes plannen in hotels om u tegen te zeggen. Hoeveel keer ik er de afgelopen maanden bij stilstond, me hypocriet en schuldig voelde en de zoektermen ‘Hoe geef ik mijn Turkse nationaliteit op’ in m’n zoekmachine ingaf, kan ik niet op twee handen tellen.

Ik zal nooit begrijpen waarom Turkse Belgen zich dubbel zo verbonden voelen met hun land van herkomst

Voor alle duidelijkheid: ik ben tot over mijn oren verliefd op Turkije, of zoals Zuhal Demir het beschreef: Turkije is een land van ‘ongeziene schoonheden’. Ik volg het beklijvende verhaal sinds de Gezi-parkprotesten in 2013. Ik herinner me hoe intens ik meeleefde, alles op de voet volgde en meeprotesteerde, digitaal en vanuit mijn Limburgs boerendorp, weliswaar. Veel meer kon ik niet doen. De problemen waar Turkse vrouwen, arme gezinnen, studenten, homoseksuelen, Koerden, Grieken, Syriërs en Armenen dagelijks mee werden geconfronteerd, heb ik niet meegemaakt. Mijn visie stemt dan misschien wel overeen met één van die subgroepen, maar wie ben ik om mee te beslissen over het lot van 71 miljoen Turken?

Gisteren kwam de kuisman van Turkse afkomst mij op onze werkvloer begroeten, hij was fier dat er een Turkse aan de slag was gegaan. ‘Hier is nog een Turkse, maar zij is wel Koerdische. Ben je trouwens al gaan stemmen? Ik durf te wedden dat je op CHP hebt gestemd!’ Ik loog dat ik er geen tijd voor had. ‘Jammer dat je niet stemde. Je kon het dit jaar op een heel toegankelijke plaats doen. Ik heb wel gestemd.’ Ik vroeg niet voor wie hij had gestemd. Hij was duidelijk fanatiek, ik overduidelijk verward.

Die avond deed een Turkse AKP-minister een verklaring over mijn familielid: ‘De persoon die claimde twee keer gestemd te hebben, heeft gelogen. We onderzoeken haar banden met de terreurorganisatie van Fetullah Gülen.’ Of die tweede stem daadwerkelijk werd uitgebracht, laat ik terzijde. Het is zo ironisch dat de partij voor wie zij een celstraf, doodsbedreigingen en veroordelingen wilde riskeren, haar liet stikken. Het is absurd dat ze die problemen importeert in het land waar zij een luizenleventje leidt. Ik zal daarom ook nooit begrijpen waarom Turkse Belgen zich dubbel zo verbonden voelen met hun land van herkomst. Het enige wat die dubbele nationaliteit mij tot nu toe heeft bezorgd, is een identiteitscrisis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content