Vrije Tribune

Het alternatief voor Europa: investeringen én sociale bescherming

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De verkiezingen van 25 mei worden uitermate belangrijk, niet enkel voor ons land, maar ook – en misschien vooral – voor Europa.

De verkiezingen van 25 mei worden uitermate belangrijk, niet enkel voor ons land, maar ook – en misschien vooral – voor Europa. De Unie, die ons zo lang vrede en welvaart heeft gebracht, worstelt niet enkel met een financiële crisis, maar ook met een legitimiteitscrisis. De meeste Europeanen keren hun rug naar de Europese instellingen waarvan ze vinden dat die, boven hun hoofden heen, beslissingen hebben genomen die enkel in het nadeel van de Europese burgers spelen. Wij kunnen hen geen ongelijk geven. Europa werd de afgelopen jaren bestuurd door een conservatieve meerderheid die de crisis heeft bestreden met een beleid dat de slachtoffers van de crisis diep in hun portefeuille laat tasten en de schuldigen zo goed als ongemoeid laat. De sociaal-democraten zeggen het nu al jaren: het waren niet de overheden en de burgers die obscure financiële producten hebben bedacht die enkel tot doel hadden een kleine minderheid rijker te maken dan de zee diep is.

De cijfers tonen aan dat er nog nooit zoveel superrijken zijn geweest. Hun aantal is vooral gegroeid waar de crisis het hardst toesloeg: in de VS en in Europa. Zowat eenderde van de 199.2356 superrijken in de wereld wonen in Europa. Een rijke Spanjaard verdiende in 1976 acht keer meer dan een gemiddelde werknemer; in 2014 verdient diezelfde miljonair 44 keer meer dan een normale dagloner. Niet alleen zijn rijke burgers rijker geworden, arme Europeanen werden armer. Het rechts-conservatieve beleid wrikte de kloof tussen arm en rijk verder open, zodat er nu een gapende sociale wonde overblijft. Het aantal Britten dat van voedselpakketten moet leven, is in zes jaar tijd vertwintigvoudigd, tot een half miljoen. In Spanje, waar scholen tijdens de zomermaanden open blijven om de kinderen ten minste nog één warme maaltijd te kunnen geven, zijn nu ook 1,3 miljoen burgers aangewezen op de noodhulp van Caritas; voor de crisis waren dat er nog 370.000. In Griekenland sterven er jaarlijks 2000 mensen nodeloos als gevolg van de besparingsprogramma’s. Volgens de Britse gezondheidseconoom David Stuckler heeft de Europese besparingspolitiek doden op haar geweten.

De studies die daarover werden uitgevoerd, zijn duidelijk: enkel in lidstaten met een stevig systeem van sociale zekerheid, krachtige cao’s en een verzekerd minimumloon worden burgers nog enigszins beschermd tegen de zeis van de rechtse besparingswoede. Laat ons duidelijk zijn: die besparingswoede heeft niets te maken met de TINA-leuze die de Europese beleidsvoerders zo graag hanteren: there is no alternative. Het is een doelbewuste ideologische keuze van Rechts om de staat af te slanken en daarmee het Europese sociale zekerheidsstelsel gestaag af te bouwen. Die politieke keuzes moeten een eind maken aan het unieke Europese project dat ons overal ter wereld benijd wordt: de sociale welvaartsstaat die gebouwd is op de Europese traditie van sociale rechtvaardigheid.

Op 25 mei staat Europa op een keerpunt.

Kathleen Van Brempt en Marie Arena

Jazeker er is wel degelijk een alternatief. Dat linkse alternatief steunt op twee pijlers: investeringen én sociale bescherming. We moeten opnieuw voldoende financiële ruimte creëren om te kunnen investeren én voldoende garanties creëren om er voor te zorgen dat elke Europeaan een waardig leven kan leiden.

We hoeven voor de eerste pijler niet eens de verkiezingsprogramma’s van de Europese sociaal-democratische partijen te bekijken; ook de rapporten van het IMF vertellen hetzelfde verhaal: Besparen is nodig, ons kapot besparen is misdadig, want het verergert het probleem. Een besparingspad dat breder in de tijd wordt gespreid, geeft overheden nog voldoende financiële ademruimte om te investeren in een relancepolitiek. Ook de strijd tegen fiscale fraude – in Europa jaarlijks goed voor 1000 miljard euro – én een correcte Europese fiscale politiek waarin ook multinationals hun eerlijke deel van de bijdragen betalen, kunnen overheden de broodnodige middelen verschaffen. Met die middelen moeten we opnieuw investeren in de sterkhouders van onze samenleving: onderwijs en opleiding; infrastructuur, innovatie én een duurzame herindustrialisering die de toekomst van onze economie en tewerkstelling veilig kunnen stellen.

De economische winst per door de overheid geïnvesteerde euro, is veel groter als dat geld gaat naar gezondheidszorg, onderwijs en sociale bescherming, dan als het uitgegeven wordt aan bijvoorbeeld de redding van banken. Sociale rechtvaardigheid levert winst op. Dat betekent dat we ook de tweede pijler – die van onze sociale bescherming – moeten versterken. Dat willen we doen door sociale dumping met wortel en tak uit te roeien en elke Europeaan een waardig minimumloon te garanderen.

Op 25 mei staat Europa op een keerpunt. We kunnen de recepten van conservatief Europa, waarvan we weten dat ze niets ten goede veranderd hebben, verder zetten, of de keuze maken voor een krachtig sociaal alternatief dat gebaseerd is op investeringen én sociale bescherming. Zowel ten noorden als ten zuiden van de taalgrens trekken we aan één zeel om die tweede keuze maximaal kansen te geven.

Kathleen Van Brempt, lijsttrekker Europese lijst sp.a

Marie Arena, lijsttrekker Europese lijst PS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content