Een 27-jarige Turk doet uit de doeken hoe hij van drugsverslaafde veranderde in IS-strijder. Oorlog is ook roes, zegt hij, en in die roes ben je niet langer onder de indruk van ‘het bloed en de uiteengespatte ingewanden’. Nu is hij teleurgesteld teruggekeerd naar Turkije.
Hij komt onder de naam Cal aan het woord in The New York Times. Cal is een deel van zijn echte naam, maar niet het deel waaronder hij doorgaans bekend is. Hij wil om veiligheidsredenen liever niet herkend worden. Cal is volgens de New York Times een van naar schatting 1.000 Turken die aan de zijde van IS strijden of gestreden hebben.
In de Turkse hoofdstad Ankara, en met name in bepaalde armere buurten, wordt vrij openlijk voor IS geronseld. In de wijk Hacibayram zouden volgens buurtbewoners wel 100 IS-rekruten gevonden zijn. Jongeren worden aangetrokken door de ideologie maar ook door het geld dat IS in het vooruitzicht stelt: 150 dollar per dag.
Cal, ex-drugsverslaafde, met een ellendig bestaan in Ankara, wilde de weg van IS wel eens uitproberen. Na zijn vertrek naar Syrië kwam hij terecht in Raqqa, waar het hoofdkwartier van Islamitische Staat in Syrië is gevestigd. Daar werd hij naar eigen zeggen enige tijd op de proef gesteld. Hij moest vechten, doodde twee mensen. Hij nam deel aan een publieke terechtstelling. Maar pas toen hij een man levend had begraven, kreeg hij te horen dat hij vol meetelde en een volwaardige IS-strijder was geworden.
Wreed
Hij beschrijft de oorlog als een roes. “Iedereen roept ‘God is de grootste’ wat je goddelijke kracht geeft om de vijand te doden, zonder dat je nog onder de indruk komt van het bloed en de uiteengespatte ingewanden”.
Na drie maanden keerde hij terug uit Raqqa, met twee van de tien vrienden met wie hij was vertrokken. Hij betreurt nu de passage. “IS is wreed. Ze interpreteren de Koran voor hun eigen gewin. God heeft moslims nooit opgedragen om andere moslims te doden.”
Maar de groep blijft jongeren aantrekken, “Ze bieden wie vecht 150 dollar per dag aan. Daarnaast zijn er geen kosten. De winkeliers geven je uit schrik alles gratis.”
(RR)
