Geweld: ‘We zijn allemaal potentiële daders geworden’

Lode Lauwaert: 'In de praktijk escaleert geweld niet zo vaak, behalve in oorlogssituaties.' © iStock

Geweld. Het begrip wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt, vindt filosoof Lode Lauwaert. ‘Een belediging volstaat al. Soms lijkt het alsof we in een samenleving vol calimero’s zijn beland. Daardoor verliezen we vormen van geweld uit het oog die wél ernstige gevolgen hebben.’

In de essaybundel Filosofie van geweld gaat filosoof Lode Lauwaert samen met namen als Maarten Boudry, Ignaas Devisch en Paul Cliteur op zoek naar de juiste betekenis van geweld. ‘Geweld wordt te breed geïnterpreteerd en dekt te veel ladingen’, zegt hij. ‘Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we samenleven. Daarom heb ik aan enkele vakbroeders gevraagd om samen met mij naar een nauwkeurige omschrijving te zoeken.’

We willen geweld een halt toeroepen, en dat is prima. Maar de keerzijde is dat we steeds meer dingen als geweld catalogiseren.

Lauwaerts persoonlijke ‘fascinatie’ voor geweld gaat terug tot zijn doctoraalonderzoek rond Markies de Sade, de beruchte achttiende-eeuwse pornograaf. ‘Je vijf jaar onderdompelen in een figuur zoals hij, dat lijkt ongezond lang. Maar ik bestudeerde niet alleen de man zelf’, zegt Lauwaert. ‘Ik concentreerde me vooral op de Franse filosofie over De Sade, die dateert van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1947 en 1967 behandelde zowat elke belangrijke Franse denker de grondlegger van het sadisme. En zo begon het me te dagen: eigenlijk denken we in Europa nog niet zo lang intens na over geweld.

LODE LAUWAERT: Aristoteles, Thomas van Aquino, René Descartes en David Hume schreven wel over woede en haat, maar geweld raakten ze nauwelijks aan. Pas vanaf de twintigste eeuw begon dat de aandacht van filosofen te wekken. De gruwel van de Eerste Wereldoorlog speelde daarin een belangrijke rol.

De pionier was Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalyse. Hij was geen filosoof, maar vertelde wel zinnige dingen over geweld. Je had ook Walter Benjamin, die in 1921 Zur Kritik der Gewalt uitbracht. Die tekst was gegroeid uit de Duitse toestand in de nasleep van de Grote Oorlog. Vandaag is geweld een populair thema, denk maar aan het boek Geweld van de Sloveen Slavoj ‘i,ek.

Geweld: 'We zijn allemaal potentiële daders geworden'
© Debby Termonia

De Canadees-Amerikaanse psycholoog Steven Pinker zegt: ‘We leefden nog nooit in veiliger tijden dan nu, maar onze perceptie is anders: door de recente aanslagen lijkt het alsof de wereld in brand staat, en het geweld almaar dichterbij komt.’

LAUWAERT:Pinker wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. In zijn boek The Better Angels of Our Nature: Why Violence Has Declined schrijft hij niet dat de hoeveelheid geweld afneemt, wél dat de kans ontzettend klein is dat u en ik vermoord zullen worden. Het aantal doden door moord bedraagt nu ongeveer 3 procent; bij de jagers-verzamelaars van weleer schommelde het nog rond de 15 procent. Maar moord is natuurlijk niet de enige vorm van geweld.

Hoe zou u geweld zelf definiëren?

LAUWAERT: Geweld is, om te beginnen, altijd een daad. De Engelsen zeggen: ‘It’s something which is done.’ Dat klinkt op het eerste gehoor misschien nogal onnozel, maar als er sprake is van geweld, kun je niet zeggen dat het níét begaan werd.

Ten tweede: van geweld spreek ik als die daad gericht is op objecten, dieren of mensen. En drie: het moet ernstig zijn. Bij objecten denk ik bijvoorbeeld aan het opblazen van historisch erfgoed in het Syrische Palmyra door de IS. Bij dieren aan de misstanden in het slachthuis van Tielt, dit voorjaar. En bij mensen aan een lichamelijk letsel of psychologisch trauma.

Het probleem is, zegt u, dat we de definitie van geweld stelselmatig aan het oprekken zijn.

LAUWAERT: Dat is al aan de gang sinds de jaren zeventig. We willen geweld een halt toeroepen, en dat is prima. Maar de keerzijde is dat we steeds meer dingen als geweld catalogiseren. Iemand beledigen of onrecht aandoen, duwen en trekken bij betogingen: anno 2017 is zo goed als alles een bron van geweld geworden. Wij zitten hier in een rustig koffiehuis, maar zelfs deze plek kan ontaarden in een ‘oord vol geweld’. Ik wil koffie, maar mijn favoriete bonensoort is er niet, terwijl ik vind dat ik daar recht op heb. Meteen word ik ongelukkig en boos. Ik trek het nu misschien een beetje in het belachelijke, maar ik wil alleen illustreren hoever we gaan in het oprekken van het begrip geweld en in het cultiveren van onze slachtofferrol. Soms lijkt het alsof we in een samenleving vol calimero’s zijn beland. (lacht) Daardoor verliezen we vormen van geweld uit het oog die wél ernstige gevolgen hebben.

Tezelfdertijd zien we iedereen als een potentiële dader. Zo wordt het natuurlijk moeilijk om een samenleving op te bouwen. Elke buurt wordt onleefbaar als iedereen ofwel een slachtoffer ofwel een dader is. Is dat het mensbeeld dat we aan onze kinderen willen meegeven? Meer dan ooit hebben we nood aan een duidelijke definitie van wat geweld is, en dat is een van de taken van de filosoof.

Hoe verklaart u die toegenomen overgevoeligheid voor geweld? Spelen de secularisering en de individualisering van de voorbije decennia een rol?

LAUWAERT: Ja. Vroeger werden allerlei vormen van ongemak, angst, frustratie en agressie, gekanaliseerd en geabsorbeerd via de zogenoemde ‘grote verhalen’ en door de zuil waartoe mensen behoorden. Via de vakbonden, bijvoorbeeld, konden mensen hun gedachten en gevoelens meer dan nu op een collectieve manier ventileren. Je kunt veel kritiek hebben op Sigmund Freud, maar als hij ons één ding heeft geleerd, dan wel dat frustratie en agressie een uitweg moeten vinden. De spectaculaire toename van depressies en burn-outs lijkt aan te geven dat die uitweg vandaag vaak afgesloten is. Uitingen van frustratie en agressie worden geïndividualiseerd of diep vanbinnen opgepot.

Uitingen van frustratie en agressie worden vandaag geïndividualiseerd of diep vanbinnen opgepot.

Grote demonstraties zagen we de voorbije jaren wel vaak na gevallen van zogenoemd zinloos geweld. Bestaat er dan ook zoiets als ‘zinvol geweld’?

LAUWAERT: De term ‘zinloos geweld’ verwijst naar vormen van geweld die niet gerechtvaardigd zijn en niet in verhouding staan tot het doel dat iemand wil bereiken. Het gaat altijd over kleine vormen van geweld, niet over grootschalig oorlogsgeweld. Denk aan de scholier Joe Van Holsbeeck, die in 2006 op klaarlichte dag in Brussel door twee jongens werd doodgestoken nadat hij had geweigerd om zijn mp3-speler af te geven.

Sommigen vinden ‘zinvol geweld’ een vreemd begrip, omdat ze ervan uitgaan dat geweld per definitie nooit gerechtvaardigd en dus altijd fout is. Filosofen spreken dat tegen. ‘Geweld is op het eerste gezicht fout, maar misschien niet op het tweede gezicht’, zeggen zij. Het is goed dat we erbij schrikken, maar het zou weleens kunnen dat er een valabele reden voor was. Dat geldt voor heel wat militaire interventies.

Soms is geweld zo gerechtvaardigd dat het bijna immoreel is om het niet te gebruiken. Stel dat we in een dictatuur leven en dat ik zeker weet dat de dictator op het punt staat om veel tegenstanders over de kling te jagen. Dan is het gerechtvaardigd dat ik de despoot met een welgemikt schot het hoekje om help: zo red ik de levens van veel mensen.

Er bestaat trouwens ook zinvol geweld dat geen doel heeft en niet gebruikt wordt om bijvoorbeeld een onderdrukte minderheid te bevrijden. Sommige vormen van geweld lijken dwaas, wild, ongecoördineerd en worden op sociale media afgekeurd, maar hebben tóch zin. Omdat ze voortvloeien uit sociale of collectieve woede.

Lode Lauwaert

1981: geboren in Jette.

Studie psychologie aan de UGent (2004) en filosofie aan de KU Leuven (master in 2008, doctor in 2013).

Sinds 2013 werkt aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven.

Zoals we die in november 2014 zagen tijdens een nationale betoging in Brussel, toen een groep demonstranten de auto van een elektricien in brand stak?

LAUWAERT: Precies. Of die actie gerechtvaardigd was, doet er nu niet toe, maar dat doelloze geweld had wel een zekere zin. Er is geweld dat iets duidelijk wil maken, geweld dat gelezen moet worden als een soort Bijbeltekst. Als toeschouwer moet je dan onder het oppervlak kijken.

Herinnert u zich de opstoot van geweld in oktober 2005 in de Parijse banlieues? Twee tienerjongens waren op de vlucht voor de politie, verstopten zich in een elektriciteitscabine en werden geëlektrocuteerd. De politie werd daar verantwoordelijk voor gehouden, en niet veel later braken er onlusten uit. Er vonden confrontaties plaats tussen jongeren en de politie. Het geweld verspreidde zich razendsnel over andere Franse steden, en ook over steden in België en Duitsland. De volgende twee weken gingen duizenden auto’s in vlammen op. In al dat geweld moet je de boodschap proberen te zien. Het was geen revolutionair geweld, maar had wel een signaalfunctie: ‘Er schort iets aan het systeem.’

Zulk geweld is een manier om collectief stoom af te laten?

LAUWAERT: Dat geldt zeker als er een rechtstreeks verband is tussen woede en geweld. Ik kan diep vanbinnen kolken van woede en het kan zo erg worden dat ik in blinde razernij dit glas hier voor mij tegen de grond keil. Natuurlijk is dat stom en doelloos geweld waar ik niets doelbewust mee bereik. En toch kan het zin hebben, al was het maar omdat ik op die manier stoom aflaat. Zelfs als ik alleen in een kamer ben en even met mijn vuist tegen de muur klop, kan dat een manier zijn om te kalmeren. Zo creëer ik afstand tussen mezelf en de woede.

Je kunt die vorm van geweld vergelijken met rouw. Je vriend of vriendin verlaat je, en het lijkt alsof je wereld instort. Door in een brief je gevoelens neer te schrijven, creëer je afstand. Rouwrituelen hebben zin: ze helpen je verdriet op een afstand te zetten, zoals je ook woede op een afstand kunt zetten.

In de praktijk escaleert geweld niet zo vaak, behalve in oorlogssituaties.

Alleen is woede van een andere orde dan verdriet. Van escalerend liefdesverdriet is alleen de rouwende de dupe, bij escalerend geweld worden anderen het.

LAUWAERT: Geweld kan escaleren, maar er bestaat ook een mythe over de escalatie van geweld. We lezen in kranten en tijdschriften soms levendige verslagen van grote vechtpartijen in steden, terwijl die in werkelijkheid niet zo veel blijken voor te stellen.

Polis
Polis

In de praktijk escaleert geweld niet zo vaak, behalve in oorlogssituaties. Militairen veroveren een dorp en doen er nog een schepje bovenop: ze vernietigen het. Ze hebben hun doel bereikt, maar gaan in overdrive en branden het dorp plat, verkrachten alle vrouwen, mishandelen de kinderen en zetten de mannen tegen de muur.

Zo’n escalatie is zeldzaam, en gebeurt vooral op momenten waarop de geweldplegers ervan overtuigd zijn dat de tegenstander niet meer zal terugslaan.

Chimpansees vertonen precies hetzelfde gedrag: de één doodt de ander wanneer hij er zeker van is dat er geen ‘getuigen’ zijn en de kans op represailles nihil is.

Ook bij mensen is de kans op extreem geweld het grootst als de kust veilig lijkt.

Lode Lauwaert (red.), Filosofie van geweld, Polis, 256 blz., € 24,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content