Franse verzetsheld Stéphane Hessel: “Pik dit niet langer!”

© ImageGlobe

De 93-jarige Hessel vindt dat we ons als burger kwaad moeten maken. Voor onverschilligheid is geen ruimte, voor verontwaardiging des te meer.

Stéphane Hessel, Neem het niet!, vertaald door Hannie Vermeer-Pardoen, uitgeverij Van Gennep, Amsterdam, 32 blz., 3,95 euro, ISBN 9789461640383.

Stéphane Hessel, die zich inspireert op de waarden die het verzet huldigde, pleit er in zijn pamflet Indignez-vous! (in het Nederlands verschenen als Neem het niet!) voor dat de mensen weer citoyens zouden worden, die hun stem verheffen en verbolgen zijn over het feit dat met henzelf en met anderen wordt gesold: de miserabele behandeling van migranten, de excessen van het financiële kapitalisme, de graaizucht van de banken, de groeiende kloof tussen arm en rijk, het Israëlische beleid in Gaza, het lot van de Palestijnen, de vernietiging van het milieu, de uitstoting van zigeuners.

Stéphane Hessel: Toen de Franse presidentsverkiezingen naderden, in een tijdperk waarin president Nicolas Sarkozy niet erg populair was, voelde ik de behoefte om tegen de Franse burgers te zeggen: “Herinner jullie de democratische waarden uit het verleden, de résistance, de universele verklaring van de mensenrechten. Daarop moeten jullie steunen om nee te zeggen tegen de ontbinding van het democratische gedachtegoed in Frankrijk.” Je moet je als burger kwaad kunnen maken. Als de staatschef beweert dat Frankrijk zelfs de legale migratie niet kan verwerken, dan staat dat haaks op de traditionele openheid van Frankrijk. De Franse bevolking bestaat voor een derde uit buitenlanders die in de voorbije twee eeuwen Fransman geworden zijn. Wie daar een barrière tegen opbouwt, moet het voorwerp van onze verontwaardiging worden.’

Het pamflet richt zich vooral tot de jongere generatie.
Hessel: Ja, het was een appel aan jongeren om zich bewust te worden van de grote gevaren waaraan de wereld is blootgesteld. Maar natuurlijk hebben ook oudere mensen mijn boekje begrepen als iets wat hen aangaat. We zitten allemaal in dezelfde schuit. Omdat de tekst zo kort en het boekje zo goedkoop is, kwamen velen die mijn pamflet gelezen hebben op het idee om het aan kennissen, verwanten en vrienden te schenken. Jongeren gaven het aan hun ouders. Op die manier werd het een appel tussen de generaties. Dat heeft me zeer verheugd.

Omdat het boekje zo’n succes was, hebben de media zich erop gestort. Nu kan ik niet meer op straat komen zonder dat iemand me aanspreekt en zegt: ‘U bent toch Stéphane Hessel? O, we zijn zo blij dat eindelijk iemand zegt wat zo vele mensen voelen maar niet kunnen uitdrukken.’ Ik ben oud, ik maakte de oorlog mee, ik zat in het verzet en in de kampen, ik werkte mee aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Misschien is dat ook een reden waarom de mensen graag naar me luisteren en het met me eens zijn dat we geen leven en geen maatschappij mogen aanvaarden waarin geld en profijt alles dicteren.

U hebt de menselijke factor van de verontwaardiging aangesproken. Had u het gevoel dat die verloren was gegaan?
Hessel: Er is altijd iemand nodig om te zeggen: ‘Het ziet er allemaal niet zo mooi uit, waarom zijn jullie niet ietwat woedender?’ Je kunt zeggen dat je er niets aan kunt doen. Maar pas als je besluit je stem te verheffen, word je echt een burger. Mijn idee was de mensen daar op aan te spreken: ‘Als jullie je wereldburgers voelen, dan worden jullie psychologisch sterker en interessanter voor de anderen.’ De emancipatiebewegingen in Tunesië en Egypte, morgen misschien in Syrië en Jemen, zijn ook voor ons Europeanen een voorbeeld.

Piet de Moor

Lees het volledige interview in Knack

Wie is Stéphane Hessel?

Stéphane Hessel werd in 1917 in Berlijn geboren. In 1924 verhuisden zijn ouders samen met hun kinderen naar Parijs. Stéphane Hessel werd in 1937 Frans staatsburger. Tijdens de oorlog werkte hij in Londen voor de Franse inlichtingendienst BCRA (Bureau de contre-espionnage, de renseignement et d’action). Eind maart 1944 dook Stéphane Hessel onder de schuilnaam Greco clandestien in Frankrijk op en zocht contact met verzetsbewegingen.

Op 10 juli 1944 werd Hessel in Parijs door de Gestapo gearresteerd, verhoord en gefolterd. Op 8 augustus 1944, enkele dagen voor de bevrijding van Parijs, werd hij naar het Duitse concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd. Later werd hij overgebracht naar het kamp Dora. Hij ontsnapte en trok via bevrijd gebied naar Parijs, waar hij zich bij zijn vrouw Vitia en zijn drie kinderen voegde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content