‘Wie bij leven een verliezer is, wil nog heel even winnen voor hij sterft’

© LIES WILLAERT

Dat massamoordenaars en zelfmoordterroristen louter door religieuze of politieke motieven worden gedreven, gelooft hij niet. ‘Elke aanslag is in de eerste plaats een zelfmoord’, zegt de Italiaanse filosoof Franco Berardi. ‘In plaats van potentiële daders van hun ongelijk te overtuigen, kunnen we hen maar beter benaderen als mensen die afzien.’

‘Veel vrienden hebben het er moeilijk mee dat ik zo vaak over doodgaan praat’, zegt hij. ‘Dat ik graag grapjes maak over mijn eigen dood, kunnen ze al helemaal niet hebben. Nochtans is het ontzettend belangrijk dat we onze eigen eindigheid weer leren aanvaarden. Dan zullen we vanzelf gelukkiger worden.’ Franco ‘Bifo’ Berardi, een even vermaard als berucht Italiaans filosoof en activist, is een paar dagen in Amsterdam voor de promotie van De dodelijke omhelzing van het kapitalisme. Al meer dan twintig boeken heeft hij op zijn naam staan, maar nu pas is er één in het Nederlands vertaald. ‘Heel fijn, hoor. Alleen ben ik niet zo blij met de titel’, vertelt hij terwijl hij een stoel bijtrekt in de koffiebar van zijn hotel met zicht op het IJ. ‘De oorspronkelijke titel is Heroes: Mass Murder and Suicide. Maar waarschijnlijk was de Nederlandse uitgever bang dat mensen zouden denken dat ik terrorisme en massamoorden verheerlijk. Wat natuurlijk niet zo is. Ik ben er vooral door gefascineerd omdat het symptomen zijn van de ziekte van onze tijd. Sinds de aanslagen in Parijs, Brussel, Orlando en Nice merk ik dat meer en meer mensen dat onder ogen beginnen te zien.’

Wanneer is uw fascinatie voor massamoordenaars en zelfmoordterroristen begonnen?

FRANCO BERARDI: Op het moment dat die vliegtuigen zich op 9 september 2001 in New York in de Twin Towers boorden. Dat was ontegensprekelijk een keerpunt. Sommigen zien die aanslagen als het begin van een nieuw soort oorlog, of van een moderne vorm van terrorisme. In mijn ogen waren het in de eerste plaats daden van zelfvernietiging. Op 9/11 pleegden negentien jonge Arabische mannen zelfmoord. Of denkt u dat Mohammed Atta en zijn kompanen de avond voor de terreur bezig waren met de glorie van het kalifaat? Dachten de daders van de aanslagen in Parijs of Brussel net voor ze toesloegen aan de 72 maagden die ze in het paradijs zouden krijgen? Natuurlijk niet. Allemaal keken ze terug op hun leven, dachten aan hun moeder, aan hun vrienden. Zoals alle mensen doen als ze op het punt staan uit het leven te stappen. Daarom heeft het geen zin om zulke jongemannen met politieke argumenten van hun plannen te proberen af te brengen. We kunnen hen maar beter benaderen als mensen die afzien.

U wilt toch niet beweren dat we medelijden moeten hebben met terroristen?

BERARDI: Nee, maar we moeten beseffen dat ze in wezen zelfmoordenaars zijn: mensen die om de een of andere reden niet meer verder willen leven. Zoals zovelen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is het aantal zelfmoorden de voorbije 45 jaar met 60 procent toegenomen. Bij jongeren is zelfdoding zelfs de belangrijkste doodsoorzaak na verkeersongevallen. Zelfmoord kan natuurlijk niet tot één beweegreden worden herleid. De beslissing om je eigen leven op te geven is meestal complex. Maar als de cijfers zo ongelooflijk hoog zijn en zelfmoord een massaal verschijnsel blijkt te zijn geworden, kan het haast niet anders dan dat er gemeenschappelijke drijfveren zijn. In mijn ogen is de grote boosdoener het kapitalistische systeem waarin we leven. Op alle vlakken worden we gedwongen om elkaar te beconcurreren. Gevolg is dat mensen worden opgedeeld in winnaars en verliezers.

In onze contreien overheerst het kapitalisme toch al veel langer dan 45 jaar?

BERARDI: Ja, maar het systeem is de laatste decennia opvallend geëvolueerd. Vroeger stond een arbeider de hele dag aan de band, ging ’s avonds naar huis, en dacht pas de volgende ochtend weer aan zijn job. Hij had geen enkele reden om zich met dat werk te vereenzelvigen. De digitale diensteneconomie heeft dat veranderd. Nu stopt het werk nooit meer: als werknemers ’s avonds voor hun gezin aan het koken zijn, hebben ze nog altijd hun telefoon bij de hand om geen enkel bericht te missen. Bovendien identificeren ze zich met hun baan, en ontlenen ze er hun eigenwaarde aan.

Sommigen kunnen die constante competitie niet meer aan. In wezen zijn we allemaal verliezers: professioneel, in de liefde, in onze vriendschappen, noem maar op. Maar bij sommigen overheerst het gevoel dat ze nooit zullen kunnen winnen. Omdat ze tot een bevolkingsgroep behoren die onderdrukt wordt of minder kansen krijgt, bijvoorbeeld. Het is geen toeval dat Cho Seung-Hui, die in 2007 meer dan dertig mensen doodde op de campus van Virginia Tech, een migrant uit Zuid-Korea was. Door zijn afkomst voelde hij zich een loser in de Amerikaanse samenleving. Al zijn problemen leidde hij terug tot het feit dat hij als migrant niet werd aanvaard. Zelfs de afwijzing door een mooi blond meisje op wie hij verliefd was. Hetzelfde zien we bij veel moslimterroristen: ze zijn ervan overtuigd dat er voor hen geen toekomst is in de Europese samenleving, dat ze altijd verliezers zullen blijven.

Dat is toch nog geen reden om tientallen slachtoffers te maken?

BERARDI: Nee, en de meesten doen dat ook niet. Het gros van de zelfmoordenaars slikt een overdosis pillen, gaat slapen en wordt nooit meer wakker. Ze dénken er nog niet aan om anderen mee te nemen in de dood.

Wat onderscheidt een zelfmoordterrorist dan van een gewone zelfmoordenaar?

BERARDI: Zo’n terrorist wil roem! Hij wil dat er over hem wordt gepraat, dat zijn daden mythisch zijn. Vandaar dat sommigen hun ‘show’ grondig voorbereiden, en vooraf ook selfies en filmpjes maken. Pekka-Eric Auvinen, die in 2007 negen leerlingen van een school in de Finse stad Tuusula doodde, had zelfs een soort mediaplan klaar: hij maakte foto’s van zichzelf waarop hij een T-shirt droeg met zijn campagnemotto ‘Humanity is overrated’ op, en zorgde ervoor dat zijn boodschap via YouTube werd verspreid. Allemaal om zich van zijn 15 minutes of fame te verzekeren. Nadat ze zich hun leven lang mislukt hebben gevoeld, willen massamoordenaars zoals Auvinen als een winnaar sterven. Sterker nog: ze willen een held zijn. Eric Harris, die net voor de eeuwwisseling samen met Dylan Klebold twaalf leerlingen en een leraar doodschoot in een middelbare school in het Amerikaanse Columbine, schreef dat haast letterlijk in zijn dagboek: hij wou heel even een winnaar zijn voor hij stierf. Een gefrustreerde jongen met een doodswens die een held wil worden: een levensgevaarlijke cocktail. Zeker als hij ook nog eens vlot aan wapens kan komen. Het is geen toeval dat zulke massamoorden het vaakst voorkomen in de Verenigde Staten en Finland. Wat wapenbezit betreft, staan de VS wereldwijd op de eerste plaats met 88 wapens per 100 burgers. Finland volgt op de achtste plaats met 32 wapens per burger. Verder staan in die top 10 alleen woelige landen als Irak en Jemen.

Gelooft u echt dat religieuze en politieke motieven geen rol spelen bij massamoorden en terroristische aanslagen?

BERARDI: Zulke overtuigingen zijn eerder symptomen van een dieper liggend probleem. Daders zoeken vaak een reden om te doden en vinden die in politiek of religie. Dat bleek in juni nog in de stad Hebron op de Westelijke Jordaanoever: een Palestijnse tiener drong de slaapkamer van een Joods meisje binnen, stak haar neer en werd daarna zelf gedood. Waarom doet zo’n jongen dat? Louter om politieke redenen? Natuurlijk niet. De dag voor de moord schreef hij op zijn Facebook-pagina: ‘De dood is een recht en ik eis dat recht op.’ Hij wou dus sterven: de moord was ook een zelfmoord. Zoals zo vaak.

Hoe verklaart u dan de politieke manifesten die sommige massamoordenaars en zelfmoordterroristen achterlaten?

BERARDI: Zulke teksten komen in veel gevallen neer op een pleidooi voor natuurlijke selectie. Eric Harris schreef bijvoorbeeld in zijn dagboek dat hij alle mensen in het computerspel Doom wilde plaatsen, zodat de zwakken stierven en alleen de sterken konden overleven. In het manifest van Pekka-Eric Auvinen staat dan weer dat hij tolerantie, mensenrechten en politieke correctheid haat, en het recht van de sterkste wil herstellen. Maar is dat politiek? Volgens mij niet. Auvinen vond dat de samenleving hem in de kou liet staan terwijl zwakkere groepen wél in bescherming werden genomen. Dat maakte hem razend. Zijn drijfveren waren dus eerder persoonlijk dan politiek.

Hetzelfde geldt voor Anders Breivik, die in 2011 77 jonge mensen doodde tijdens een zomerkamp van de Noorse Arbeiderspartij op het eiland Utøya. Al is hij atypisch in de zin dat hij achteraf geen zelfmoord pleegde. Hoe dan ook blijkt uit zijn manifest een diepe afkeer van politieke correctheid en een grote onverdraagzaamheid tegenover de zogenoemde vijanden van de christelijke, westerse waarden. De helft van de Europese bevolking denkt er tegenwoordig net zo over. Maar al die miljoenen Europeanen richten daarom nog geen bloedbad aan. Dus lijkt het me logisch dat we Breiviks motieven in zijn persoonlijke achtergrond en voorgeschiedenis zoeken. Dan valt vooral zijn moeizame en complexe relatie met vrouwen op, maar ook dat hij tot zestien uur per dag videogames speelde.

Er is toch nog altijd geen wetenschappelijk bewijs dat gewelddadige videospelletjes het slechtste in de mens naar boven halen?

BERARDI: Het gaat me ook niet om de inhoud van zo’n spel. Kinderen worden niet agressief omdat ze zulke videogames spelen of naar horrorfilms kijken. Het probleem is dat ze zoveel tijd achter een scherm doorbrengen – zelfs al kijken ze naar sprookjes of spelen ze uitsluitend vredelievende spelletjes. Niet alleen raken ze op den duur overprikkeld, ze hebben ook veel minder rechtstreeks contact met andere mensen. Dat is funest voor hun realiteitszin en empathie.

Kijk maar naar James Holmes, die vier jaar geleden in een bioscoopzaal in Colorado op het publiek schoot tijdens de première van de Batman-film The Dark Knight Rises. Achteraf vertelde hij aan de politie dat hij The Joker was, Batmans grote opponent. Voor die man liepen het schouwspel op het scherm en het echte leven door elkaar. Hij waande zich índe film.

En dat komt allemaal doordat we onze kinderen toestaan om veel tv te kijken of op de iPad te spelen?

BERARDI: We staan het niet alleen toe, we stimuleren het zelfs. Ook dat heeft te maken met de competitieve maatschappij waarin we leven: doordat ouders zoveel met hun werk bezig zijn en ook thuis nog de hele tijd online zijn, worden ze in het leven van hun kinderen meer en meer door schermen vervangen. Generaties groeien op die meer woorden van een scherm hebben geleerd dan van hun moeder. Dat is allesbehalve een goede basis voor een gezonde samenleving.

Volgens de bekende Belgische psychiater Dirk De Wachter vertoont de hedendaagse maatschappij zelfs alle symptomen van een borderlinepersoonlijkheid.

BERARDI: Hij heeft gelijk! Er bestaat altijd een verband tussen het psychisch welzijn van individuen en dat van een samenleving. Fundamentele maatschappelijke problemen kun je nooit doorgronden zonder naar het individuele lijden van de mensen te kijken. Zeker in tijden dat waanzin geen marginaal gegeven meer is. Onze samenleving is psychisch ziek. De symptomen daarvan zie je overal opduiken: bij de IS, in de retoriek van de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump, in het be- zuinigingsbeleid dat de solidariteit in Europa kapot heeft gemaakt.

Erg hoopgevend is uw boodschap niet.

BERARDI: Ik besef dat ik een vreselijk boek heb geschreven, maar het is zeker niet mijn bedoeling om mensen bang of depressief te maken. We moeten ons net tegen onze angst verzetten. De kans dat je als je hier straks buitenstapt in de rivier valt en verdrinkt is veel groter dan dat je omkomt door een terroristische aanslag.

Denkt u dat de mensen zich met die boutade zullen laten sussen?

BERARDI: Ik wil helemaal niemand sussen, integendeel. Veiligheid is een illusie. Hoe sneller iedereen dat inziet, hoe beter. Vandaag zijn er inderdaad mensen die sterven door een aanslag. Ze worden als het ware het slachtoffer van het feit dat anderen ongelukkig zijn en niet meer willen leven. In zekere zin hangt onze fysieke veiligheid dus af van de psychische gezondheid van de rest van de samenleving.

Dus moeten we veel meer investeren in de strijd tegen psychische problemen?

BERARDI: Ik ben ervan overtuigd dat de contradictie tussen veiligheid en geluk aan de basis ligt van veel problemen die we vandaag kennen. Als we weer leren omgaan met onze dagelijkse onzekerheden en onze eigen sterfelijkheid, zullen we vanzelf gelukkiger worden. En wie gelukkig is, pleegt niet zo snel zelfmoord. Laat staan dat hij de drang zou hebben om zich heel even een winnaar te voelen door tientallen mensen te vermoorden.

Wie met vragen over zelfdoding zit, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be.

DOOR ANN PEUTEMAN, FOTO’S LIES WILLAERT

‘Dat jongeren zoveel tijd voor een scherm doorbrengen, is funest voor hun realiteitszin en empathie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content